Efficiënte melkproductie speelt een essentiële rol in de overleving en groei van biggen tijdens de eerste zes levensweken én de prestaties van biggen op lange termijn (Devillers et al., 2011). Het begin van de lactatie bij de zeug begint al op dag 90 van de dracht. Secretoire activiteit (opstarten van de melkproductie) van de borstklier begint langzaam en neemt voornamelijk toe tijdens de laatste week van de dracht (vanaf dag 108). Het is daarom heel normaal dat er vlak voor het werpen biest uit de melkklieren kan worden verkregen (Devillers et al., 2007). De vitaliteit van de biggen, het geboortegewicht en een soepel kraamproces zijn cruciaal voor de inname van voldoende biest. Het effectief drinken van de biest door de biggen zorgt voor een optimale ontwikkeling van de melkklieren.
De ontwikkeling van de melkklieren gaat door tijdens de lactatie, waarbij het gemiddelde gewicht van de melkklieren toeneemt tussen dag 5 en 21 van de lactatie. De piek van de melkproductie wordt bereikt tussen week 2 en 4 van de lactatie. Bij gelten ontwikkeld zich het uierweefsel meer dan zeugen van de tweede worp en hoger.
Het benutten van alle spenen, zodat maximale ontwikkeling van de melkklieren plaatsvind, is dus heel belangrijk. Het stimuleren van de melkklier door het zogen van de speen verhoogt de melkproductie van de melkklier in de volgende lactatie. Dit betekend ook dat de biestproductie van de volgende lactatie hoger is. Over het belang van biest is onze nieuwsbrieven al regelmatig geschreven.
In de eerste dagen na het werpen is de melkproductie hoger dan de behoefte van de biggen. Uit onderzoek (Jensen, 1988) blijkt dat in eerste dagen na werpen de zoogsessies worden gestart door de zeug en de zoogsessies worden beëindigd door de biggen. Wanneer de behoefte van de biggen hoger is dan de melkproductie van de zeug worden de meeste zoogsessies gestart door de biggen en beëindigd door de zeug.
De totale productie van melk wordt beïnvloed door verschillende factoren.
- Masseren en zuigen van de biggen
- Speen wel of niet benut
- Water
- Voeding
Masseren en zuigen van de biggen
Het masseren en zuigen van de biggen is essentieel voor de melkproductie doordat het de concentratie van oxytocine en prolactine in het bloed verhoogt.
Oxytocine zorgt ervoor dat de melkklieren samentrekken en de melk wordt afgegeven en prolactine zorgt ervoor dat er melk wordt geproduceerd.
Zorg dat de zeug ontspannen is. Stress zorgt voor lagere productie van oxytocine.
Speen wel of niet benut
Belangrijk is het dus dat alle functionele spenen vanaf worp 1 tot en met 4 volledig worden benut / gestimuleerd voor melkproductie. Aangezien de voorgaande zoogperiode invloed heeft op de zoogperiode erna verdient het de aanbeveling om van jong naar oud alle spenen vol te leggen. Immers, een borstklier die in worp 1 niet is benut zal in worp 2 minder melkproductie laten zien. In een onderzoek (Farmer C. et al., 2012) werden tijdens de eerste lactatie spenen afgeplakt zodat de biggen in de tweede lactatie toegang hadden tot een speen die in de eerste lactatie niet gezoogd was. De verschillen in dit onderzoek op de groeiprestatie van biggen waren groot. Verschillen in groei werden al waargenomen tussen dag 2 en dag 4 van de lactatie. Daarnaast vertoonden de biggen die toegang hadden tot een speen die in lactatie 1 niet benut was ook meer agressief gedrag.
Een uier (of speen) waaraan 36 uur niet wordt gezogen valt terug tot 50% van haar mogelijke productie. Een uier (of speen) waaraan 72 uur niet wordt gezoogd zal geen melk meer produceren. Kortom het vraag en aanbod principe.
Water
Melk bestaat voor 81-82% (Theil et al, 2014) uit water. De melkproductie van een zeug ligt tussen de 10 en 15 liter per dag. Maak de wateropname voor de zeug dus gemakkelijk door een minimale nippelopbrengst (tijdens het voeren) te realiseren van minimaal 2,5-3,0 liter per minuut. Tip: meet dit eens na tijdens het voeren.
Voeding
De eerste 3 punten heeft u hoofdzakelijk zelf in de hand. Bij het puntje voeding komt onze expertise in beeld. De lactatievoeders van Gebrs. Fuite zijn zeer smakelijk zodat de voeropname de gehele lactatie hoog is. Daarnaast zorgt de unieke, constante samenstelling i.c.m. de fermentatiemix er voor dat de uier van eerste tot laatste uierpakket gevuld is. Ook de biggen aan de achterste helft van de uier kunnen daardoor goed mee komen. Dat ziet u terug in de uniformiteit en speengewichten van de biggen. Zie ook onze nieuwsbrief van oktober.
Interesse?
Laat dit schrijven u niet overtuigen echter laat uw dieren u overtuigen.