Goed voer verdient een schone silo

U investeert in mooie, hoogwaardige mengvoerproducten van Gebrs. Fuite. Maar wat gebeurd er met dit product tijdens de opslag in de silo? Investeer daarom in een schone silo. Hierdoor zal het voer zijn kwaliteit en voorspelbare eigenschappen behouden

 

  • Condens

In een silo kan de temperatuur, zeker op warme dagen, behoorlijk oplopen. Bij zonnige omstandigheden kan de temperatuur in de silo oplopen tot 60-70 graden. Wanneer de temperatuur in de avond terugloopt kan er condens ontstaan. Hierdoor kan het voer aan de wand van de silo blijven plakken. Als de temperatuur hoog is en er veel vocht in de silo zit, kunnen de aangekoekte voerresten en overige stoffen sneller broeien en schimmelen.

  • Reiniging

Tijdige reiniging van uw voersilo’s is essentieel om goede opslagomstandigheden te behouden. Maak silo’s regelmatig helemaal leeg, zodat u ze schoon kunt (laten) maken.

  • Preventief silo volledig vullen

Silo’s regelmatig volledig vullen werkt ook preventief, want brok veegt de silo schoon.

  • Siloshot

Daarnaast kunt u regelmatig gebruik maken van een Siloshot in uw silo’s. Een Siloshot is een zuur dat effectief werkt tegen het aankoeken van voer en/of stof aan de silowanden. Het product is speciaal ontwikkeld voor de behandeling van voersilo’s en heeft dus geen schadelijke effect op het voer waarmee het in aanraking komt. U kunt een Siloshot eenvoudig mee bestellen met uw voerbestelling. Wanneer uw silo nagenoeg of helemaal leeg is, zal onze bulkwagenchauffeur eerst een zakje Siloshot in uw silo blazen en vervolgens het voer lossen.

  • Ventilatie

Een andere manier om te voorkomen dat er condens ontstaat is, de ventilatie van de silo. Door een ‘ontluchtingspet’ te (laten) installeren wordt de condensvorming door natuurlijke ventilatie voorkomen. Dit doordat er luchtcirculatie in de silo is. Laat u hierin adviseren door gespecialiseerde bedrijven.

Hogere groei in de biggenopfok

“Jong geleerd is oud gedaan”. Vanuit de kraamstal is het van belang dat de juiste voeding wordt verstrekt om alle biggen aan het eten te krijgen. Dit doen we met ons Pigger assortiment. Na het spenen zijn de eerste dagen belangrijk om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen. Met voeding blijven we de biggen trainen tot de spijsvertering optimaal functioneert. Daarbij moeten alle andere facetten ook kloppen zoals waterhygiëne, afdelingstemperatuur, met regelmaat bij voeren, ventilatie enz.

 

Omdat we op veel gespecialiseerde bedrijven komen die alle punten goed onder controle hebben, hebben we de Turbo lijn ontwikkeld. Doordat de biggen met het Pigger assortiment getraind zijn in de kraamstal, krijgen we meer biggen aan het eten en behalen we hogere voeropnames voor het spenen. We kunnen hierdoor inzetten op meer groei zonder dat er andere problemen bijkomen.

Hoe doen we dit:

  • Trainen met het Pigger assortiment voor het spenen = smakelijke producten en betere overgang naar vertering van vet, zetmeel en eiwit
  • Alle granen schonen = geen ballast voor de big en volledige focus op de vertering van suikers en zetmeel. Dit zorgt voor meer groeikracht.
  • Smakelijk en ontsloten producten = beter verteerbaar (toepassing van onze diverse graanvlokken)
  • Ontstekingsremmende producten inzetten (toepassing voedingssupplement Pigvit Big is voor een lage streptokokken druk)
  • Het toepassen van Ferment zorgt ervoor dat een big actieve melkzuur bacteriën binnen krijgt dit werkt tegen gram + bacteriën ( clostridium/ streptokokken)
  • Toevoeging antioxidant

 

Wat gaat u zien in de stal?

  • Stijgende voeropname
  • Uniformere koppels
  • Meer groei
  • Nog beter ontwikkelde biggen

 

Lees hier meer over een succesvolle biggenopfok.

Pigvit in zeugenvoeders

We zijn begonnen met de toepassing van Pigvit in biggenvoeders. Gezien de resultaten hiervan, hebben we ook meerdere proeven gedaan op zeugenbedrijven. Door de positieve ervaringen die onze specialisten en klanten hebben opgedaan tijdens deze fase is de uitbreiding van Pigvit in zeugenvoeders fors gestegen.

De werking van Pigvit is gebaseerd om de gram positieve bacteriën te onderdrukken en positieve melkzuurbacteriën meer de mogelijkheid te geven zich te ontwikkelen. Mede door Ferment te sprayen zien we een duidelijke toename van de melkzuurbacteriën in de mest.

 

Verder kunnen we aan Pigvit de volgende werkingen toeschrijven:

  • De bacterie Clostridium onderdrukken zorgt voor minder diarree bij zuigende biggen
  • Hogere melkgift door minder vorming van endotoxinen zorgt voor een lagere belasting van de  lever. Hierdoor is er een betere vetvertering
  • Ontsteking remmend = gezondere dieren
  • Anti bacterieel = sturing op een positieve darmflora
  • Goede voeropname door toevoeging van positieve smaakstoffen zorgt voor meer energie
  • Meer energie door betere vertering = meer melk productie = zwaardere biggen bij het spenen
  • Een gezonde darm geeft over het algemeen een gezonder dier en dat zorgt voor meer arbeidsvreugde in de stal.

 

Ontwikkelingen

Verder zijn we proeven aan het doen om het product verder te ontwikkelen om eventuele ontsteking waarden nog verder te kunnen onderdrukken. Al met al een mooie toevoeging die de zeug ondersteund en ervoor zorgt dat de resultaten verbeteren en makkelijke behaald kunnen worden.

De uitspraak van een Belgische professor luidt: “wie de darmflora kan beïnvloeden, heeft de toekomst in handen.”

Jong grasland voor een hogere opbrengst

Topmelkers Roel en Jacomien Dogger in Beerzerveld stellen alles in het werk om het hun 200 koeien met bijbehorend jongvee zo goed mogelijk naar de zin te maken. De melkkoeien liggen tevreden te herkauwen in de ruime boxen en de ventilatoren zorgen voor een aangenaam klimaat. De zon wordt afgeschermd met schaduwdoeken en dat stellen de koeien zo te zien zeer op prijs. Met een rollend jaargemiddelde van 13.000 kg produceert de veestapel veel melk. Het bedrijf van de familie Dogger bevindt zich in de top 20 van Nederland. Roel en Jacomien zijn er heel bescheiden onder. Een prestatie is het zeker!

 

“Als je goed bent voor de koeien krijg je er veel melk voor terug”, concludeert Jacomien. Ze houden er een eigen  en secure werkwijze op na. Zo wordt er pas gemaaid als de grond het toelaat, en niet omdat de kalender het zegt. Het streven is op dag één te maaien en een keer te schudden. Op dag twee wordt geharkt en door de loonwerker ingekuild. Is de snede onverhoopt wat zwaarder dan wordt op dag twee nogmaals geschud. Zo niet, dan blijft het bij één keer.

Afb. 1. Roel en Jacomien Dogger

Lasagnekuil voor een constant rantsoen

De familie Dogger maakt steevast een lasagnekuil. “Dan is het rantsoen veel constanter en dat hebben de koeien graag”, weet Roel. “Koeien gedijen het best bij zo min mogelijk veranderingen.” De koeien worden daarom ook jaarrond op stal gehouden. Het openen en weer sluiten van een lasagnekuil is bewerkelijk en moet zeer zorgvuldig gebeuren. De veehouders hebben het er graag voor over. “We werken altijd met onderfolie en met kleden en banden wordt de kuil tussentijds afgedekt. Totdat de laatste snede is toegevoegd; dan wordt de kuil met grond afgedekt. Alles wordt in het werk gesteld om schimmel in de kuil te voorkomen,” zo legt Jacomien uit.

 

Jong grasland voor een hogere opbrengst

Jaarlijks wordt zo’n vijftien hectare van de bij het bedrijf behorende 105 hectare als aardappelland uitgewisseld met akkerbouwers in de buurt. Er wordt dus nogal wat grasland vernieuwd op het bedrijf. Daardoor is veruit het meeste grasland relatief jong, maximaal zo’n vier tot vijf jaar oud. “Jong gras geeft een hogere opbrengst en is minder grof. Ik heb ook het idee dat de koeien dit jonge gras liever eten dan ouder gras dat toch wat stengeliger is”, zegt Roel. “We voeren zo’n 70 procent mais in het rantsoen. Het aandeel kuil is vooral voor de structuur.”

De zode wordt bemest met de dunne fractie afkomstig van de mestscheidingsinstallatie op het bedrijf. De droge fractie gaat naar de boxen. “Door enkel te bemesten met de dunne fractie komt de hergroei na maaien ook wat vlotter op gang”, weet Roel.

 

Tot wel 13.000 kg DS oogsten per jaar

Op de vraag hoeveel drogestof er per hectare jaarlijks wordt geoogst, fronst Roel even de wenkbrauwen. Hij pakt zijn telefoon erbij en belt met zijn Fuite voerspecialist Gerrit Hoogenboom. Hoogenboom heeft het antwoord paraat: “Dat is wel 13.000 kg per hectare per jaar.” Hoogenboom komt al jaren over de vloer op het bedrijf en geeft ook advies over de te gebruiken grasmengsels. “Sowieso tetra voor de smaak, en het moeten uiteraard maaimengsels zijn”, vertelt Roel. Jacomien vult aan: “Door secuur te werken en de koeien het beste te bieden, geven ze dat ook terug. Het cirkeltje moet gewoon rond zijn.”

 

Nu is het moment om grasland te vernieuwen

Doordat de afgelopen winter en lente erg nat zijn geweest hebben veel percelen schade opgelopen. Zijn er percelen met een matige botanische samenstelling of met kale plekken? De maanden augustus en september zijn bij uitstek geschikt om grasland te vernieuwen.

 

Voordelen van graslandvernieuwing in het najaar

De bodemtemperatuur is nog relatief hoog, terwijl de grasgroei van het bestaande gewas minder hoog is dan in het voorjaar. Bij doorzaai kan het nieuwe zaad zich optimaal ontwikkelen. De onkruiddruk is bij zowel herinzaai als doorzaai nu laag.

Vernieuwen of herstellen?

Bij minder dan 60 procent goede grassen, bij bodemverdichting of meer dan 20 procent kweekgras is vernieuwen aan te raden. Zaai bij zo’n perceel  opnieuw gras in of wissel af met een andere teelt. Is het aandeel goede grassen – te herkennen aan de rood paarse voetjes – tussen de 60 en 80 procent? Kies dan voor graslandherstel.

 

Afb. 1. Keuzeschema; grasland vernieuwen of herstellen?

 

Het is aan te raden om de pH van grasland op peil te brengen vóór het vernieuwen. Een lage pH vertraagt immers de grasgroei. Voor het scheuren van grasland gelden verschillende regels en voorwaarden.  Deze zijn te vinden op de website van RVO. 

Ik wil grasland vernieuwen. En nu?

Het aanbod van grassen en vlinderbloemige gewassen, zoals klavers, is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De toepassing van het grasland heeft invloed op de keuze van het grasmengsel. Gaat het om blijvend of tijdelijk grasland? En wilt u dit maaien, beweiden of beide?

Klik hier om een passend graszaad mengsel te kiezen.

 

Gebrs. Fuite kan gras- en klavermengsels leveren van diverse graszaadleveranciers. U kunt hiervoor contact opnemen met onze verkoop binnendienst.

 

Doorzaaien verhoogt opbrengst

 

Hoger saldo per koe met hetzelfde krachtvoerverbruik

In het Overijsselse Notter melkt Edwin Jansen samen met zijn vrouw Erna 90 koeien. Daarnaast houden ze 14.000 vleeskuikens die worden gehouden volgens het Beter Leven Keurmerk. “Het is goed te combineren, als we niet hoeven op te zetten of af te leveren kosten de kuikens maar een half uur arbeid per dag” geeft Edwin aan. Efficiëntie en stabiliteit staan hoog in het vaandel bij deze veehouders.

 

Vooraanzicht van het bedrijf met helemaal rechts de kuikenstal.

Aan de voergang.

Jaarrond dezelfde graskuil

De koeien en bijbehorend jongvee worden gehouden op 48,5  hectare grond. Daarvan wordt 9 hectare gebruikt voor maisteelt. Het overschot aan graskuil wordt ook wel verkocht. Het bedrijf past geen weidegang toe en maait iedere vier a vijf weken. De eerste en de tweede snede worden als lasagnekuil verdeeld over twee kuilplaten ingekuild. Zo is er jaarrond de beschikking over een en dezelfde kuil van goede kwaliteit. Standaard wordt ook een inkuilmiddel toegevoegd aan de kuil. “In deze tijd van het jaar is broei en schimmel toch een risico. Met inkuilen kan ik er preventief wat aan doen. Het is jammer om die kans dan niet te pakken”, aldus Edwin.

De kuilplaten worden keurig bijgehouden.

 

Overstap naar robots bevalt uitstekend

Sinds drie jaar worden de koeien gemolken met twee GEA melkrobots. Het was aanvankelijk toch een hele omschakeling en wel wennen. Na het eerste jaar zijn de koeien gaan stijgen in productie: van 9.000 kg melk in 2021 naar 11.700 kg melk in 2024. De arbeidsindeling op het bedrijf is ook veel flexibeler geworden met het robotmelken. “Voor het ontbijt werk ik het dagelijkse werk bij de koeien af. In de loop van de ochtend neem ik dan tijd voor zaken als bekappen, droogzetten en voeren.” vertelt Edwin. “Met de komst van de robot hebben we ook de ruimte gekregen om vrije tijd te pakken wanneer het ons uitkomt. Een feestje om 15.00 uur is nu geen punt meer”.

Lage bezetting op de robots maakt dat koeien zich vlot kunnen laten melken.

 

Lage robotbezetting draagt bij aan resultaat

Een groot voordeel van de GEA robots vindt Edwin de ruimte om de koe heen. Weinig hekwerk en goed zicht op de robots. Het bekende putje van Gea bevalt ook goed. Het is prettig werken doordat je zelf rechtop kunt blijven staan. Bij de inrichting is meteen rekening gehouden met separatiemogelijkheden. “Een koe bekappen is zo gebeurd als de koe al klaar staat” geeft Edwin aan. Het werk kan met behulp van de separatie efficiënt plaatsvinden en hierdoor houdt je plezier in het werk. De bezetting van 45 koeien per robot helpt ook mee aan het resultaat, zo staan er geen wachtrijen en elke koe heeft ruim de mogelijkheid om zich drie keer per dag te laten melken.

De bekapbox in een vaste opstelling

Robotspecialist Engberts controleert regelmatig de krachtvoerinstellingen.

 

Niet de productie alleen, maar het saldo is belangrijk

De gemiddelde melkproductie op de laatste MPR bedroeg 35.1 kg melk met 4.49% vet en 3.53% eiwit, goed voor 2.8 kilogram vet en eiwit per koe. Rundveespecialist Robert-Jan Engberts wijst op het feit dat de gehalten er goed bij blijven ondanks de toename in liters. “De koeien zijn gezond en goed in hun doen, dat zie je ook terug in de resultaten.“ Het rantsoen bestaat uit gras met een derde mais. Dit wordt aangevuld met mineralen, extra eiwit en maisvlokken. Op de robot wordt een startbrok en een productiebrok gevoerd. Een zo hoog mogelijke productie is niet het doel op zich. Het gaat bij Edwin om het saldo. Gedurende de afgelopen jaren is de productie gestegen van 9800 kg naar 11.700 kg melk.  Het krachtvoerverbruik per 100 kilogram melk is hetzelfde is gebleven. De voerkosten per 100 kg melk gingen van 14ct naar 10,4ct waardoor het saldo per koe per dag van €9 naar €13 ging.

 

Darmverzuring theorie of praktijk?

Het darmstelsel van de koe bestaat uit de dunne darm (ca 25 meter) gevolgd door de dikke darm (ca 10 meter). Wanneer we het over darmverzuring hebben, gaat het over de dikke darm. Nadat voerdeeltjes de vier magen gepasseerd zijn, komen ze eerst in de dunne darm terecht.  Hier vindt vertering en opname van voedingsstoffen plaats. In de dikke darm wordt hoofdzakelijk water aan de darminhoud onttrokken. De dikke darm is van invloed op de mestdikte.

 

Wel zuur geen buffersysteem

In de dikke darm vindt net als in de pens fermentatie plaats. Een belangrijk verschil met de de pens is dat er geen uitwisseling van bicarbonaat en zuren plaats vindt. Ook stroomt er geen speeksel de dikke darm in om de zuurproductie te bufferen. Daarnaast is de darmwand kwetsbaarder, doordat deze slechts uit één cellaag bestaat. In tegenstelling tot de dikke laag verhoornde epitheelcellen waar de penswand uit is opgebouwd.

 

Voornamelijk vezelfermentatie

Het fermentatieproces in de darm is dan ook veel beperkter dan in de pens. Normaal gesproken worden in de darm hoofdzakelijk nog vezels gefermenteerd. Immers alle makkelijk fermenteerbare stoffen zoals zetmeel, zijn al verteerd in de pens of dunne darm. Wanneer er echter toch onverteerd zetmeel de dikke darm bereikt, zal dit de fermentatie in de darm doen toenemen. Hierdoor worden meer vluchtige vetzuren geproduceerd, terwijl een buffersysteem ontbreekt. Er treedt verzuring op; de pH daalt en de aantallen en soorten darmbacteriën veranderen mee.

 

Darmverzuring herkennen

Darmverzuring is in de praktijk niet vast te stellen aan de hand van het mestbeeld of andere koesignalen. Ook “kleiklontjes” in de mest (darmepitheel) komen in zekere mate voor zonder dat er sprake hoeft te zijn van darmverzuring. Enkel de zuurtegraad (pH) en het zetmeelgehalte van de mest zijn indicatief voor de mate van darmverzuring. Het op het oog herkennen valt dus niet mee.

Is dikke darmverzuring een probleem?

Er wordt vooral in de Verenigde Staten veel onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen van darmverzuring. Onderzoekers voorspellen dat wanneer de darminhoud verzuurt, dit de darmwand aantast, waardoor gifstoffen vanuit de darm naar het bloed zullen lekken. Gifstoffen zoals LPS, afkomstig van E.coli bacteriën, kunnen eenmaal in het bloed een immuunreactie veroorzaken. Een immuunreactie kost de koe veel energie en belast het afweersysteem. Een verminderde productie en gezondheid zou uiteindelijk het gevolg kunnen zijn.

Echter zijn er nog geen onderzoeken die aantonen dat deze cascade van effecten ook daadwerkelijk optreedt, zodra de darminhoud verzuurd. Dit is en blijft tot nu toe vooral een vaak herhaalde theorie. Veel onderzoeken waarbij darmverzuring wordt opgewekt, tonen juist het ontbreken van negatieve gevolgen op productie of gezondheid aan. Er is slechts een enkel onderzoek, dat een negatief effect op gezondheid en productie beschrijft. In dit onderzoek is een extreem graanrijk rantsoen gevoerd. Een rantsoen wat erg ver afstaat van onze grasrijke rantsoenen. Het is dus maar de vraag of er in Nederland terecht wordt gesproken over ernstige systemische gevolgen van dikke darmverzuring.

 

Focus op de pens

Wanneer de pens niet goed functioneert, heeft dit altijd effect op de productie en gezondheid van de koe. Focussen op een optimale penswerking blijft daarom het beste om te doen. Wanneer de pens goed draait, zal ook de darm automatisch minder worden belast. De rantsoenen in Nederland bestaan voor een groot gedeelte uit ruwvoer zoals gras(kuil) of maiskuil. Het is en blijft de pens waar dit ruwvoer hoofdzakelijk zal moeten worden benut.

Hoofd en rantsoen koel houden!

Hittestress wordt veroorzaakt door een combinatie van een hoge luchtvochtigheid en hoge temperatuur. Koeien kunnen niet goed zweten en raken daarom hun warmte moeilijker kwijt. Door hittestress dalen de liters en de gehaltes. Hoe reageren koeien op hittestress en hoe kunnen wij ze helpen?

 

Hoe reguleert de koe zich?

Koeien verhogen hun ademhalingsfrequentie om zo de warmte kwijt te raken uit hun lichaam. Hierbij raken ze naast warmte ook vocht en CO2 kwijt. Hierdoor verzuren de koeien. Pensverzuring zorgt voor een daling van de pH in de pens en uiteindelijk een daling van het melkvet. Het verstrekken van een buffer, bijv. Fuite Buffermix,  is dan gewenst om verzuring te voorkomen.  Een optimale penswerking door een stabiel pensmilieu is immers de basis voor een goede voerbenutting en melkproductie.

 

Hoe kan ik mijn koeien helpen?

Door klimaataanpassingen, zoals het uitbreiden van ventilatie, ondersteun je koeien gedurende de zomermaanden. Daarnaast zijn er meerdere maatregelen te nemen die betrekking hebben op het rantsoen. Zo is het van belang om broei te voorkomen.

 

Hoe ontstaat broei?

Tijdens warmere dagen hebben we vaker te maken met rantsoenen die warm worden. Een hoge temperatuur en luchtvochtigheid zijn ideale omstandigheden voor bacteriën, gisten en schimmels om te groeien. Dit veroorzaakt broei in een rantsoen. De drogere kuilen zijn het meest gevoelig voor broei. Kuilen met een hoog suikergehalte hebben namelijk een groter risico om te gaan broeien, omdat het suiker een perfecte voedingsbodem is. Dit komt ook naar voren in figuur 1, de oranje lijn geeft aan hoe het suiker daalt, terwijl (de blauwe lijn) de temperatuur van de TMR stijgt.

Figuur 1. Gistgroei kost melkproductie (bron: Trouw Nutrition)

 

 

Vier tips om het rantsoen koel te houden

  1. Zorg voor voldoende voersnelheid. Streef naar minimaal 1 meter per week.
  2. Maak de kuil niet te ver open, om luchtinslag en broei te voorkomen.
  3. Voer tweemaal daags vers.
  4. Voeg een broeiremmer aan het rantsoen toe.

Een broeiremmer zoals Selko TMR, remt de groei van micro-organismen Hierdoor zijn er minder micro-organismen die broei te veroorzaken. (figuur 2).

Figuur 2 Selko-TMR remt de groei van micro-organismen(bron: Trouw Nutrition)

 

Wilt u meer advies over hittestress, broeigevoelige rantsoenen of het gebruik van Selko TMR, bel met kantoor of vraag een van onze melkveespecialisten.

 

Lage VEM bij de eerste snede graskuilen

Februari en maart waren recordwarm en zeer nat. Hierdoor kon maar moeilijk mest worden uitgereden terwijl het gras al wel flink groeide. Met als gevolg dat er op onbemeste percelen soms te veel gras stond om nog mest aan te wenden. Ook in april was het extreem nat bij wisselende temperaturen. Door de hoge temperaturen stond er al vroeg veel gras. Half april werd op sommige plekken al een goede eerste snede gemaaid. Eind april volgde een periode mooi weer waarin m.n. in het zuiden en oosten een flinke snede gemaaid kon worden.

Na een nat begin van de maand mei volgde een periode waarin volop gemaaid kon worden in de rest van het land. Uiteindelijk was mei weer recordnat. Door het extreem natte voorjaar, kon veel mais pas na half mei worden gezaaid.

2021 2022 2023 2024 GEM
DS 408 429 398 404 438
VEM 899 986 963 932 946
DVE 68 81 75 74 77
RE 140 151 150 156 156
RC 251 224 237 243 241
Sui 76 144 111 94 109

 

Tabel1: Voederwaarde eerste snede graskuil van de afgelopen jaren

 

De gemiddelde voederwaarde van de eerste snede graskuil is lager dan het 10 jarig gemiddelde. Door het zachte voorjaar groeide het gras al vroeg. Door het natte weer in april en begin mei kon echter vaak niet op het juiste moment gemaaid worden. Het VEM- en suikergehalte zijn daardoor lager.

 

DS VEM DVE RE RC RAS SUI
April 400 938 75 180 220 127 88
Mei 1-7 409 964 79 165 234 96 105
Mei 8-14 398 937 74 150 251 100 94
Na 15 mei 377 888 63 118 273 102 79

 

Tabel 2: Voederwaarde eerste snede graskuil per week maaimoment

 

De voederwaarde van de april kuilen valt tegen. Dit komt mede door een hoger RAS-gehalte. Door het natte weer is er meer grond mee ingekuild. Daarnaast is in het algemeen de opbrengst flink geweest, waardoor de VEM ook lager uitvalt. Dit is m.n. duidelijk zichtbaar bij de voederwaarde van de kuilen na half mei. Daar is zowel het VEM als RE-gehalte erg laag geworden door (te) zware snedes.

Het wordt dit jaar lastig om goed te melken van de eerste snede graskuilen. De verschillen zijn enorm groot, waardoor per bedrijf gezocht moet worden naar het optimale rantsoen. Onze verkoopadviseurs helpen u daar graag bij.

Familie Stolp ziet minder dunne mest bij geiten

In Wijdewormer ligt het melkgeitenbedrijf van de Familie Stolp.  Het afgelopen jaar is er veel veranderd om de tegenvallende resultaten te verbeteren.  Hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen leest u hier.

Verrassende overstap van financiën naar geiten melken

Na 30 jaar werkzaam te zijn geweest in het bankwezen, vond Piet Stolp het tijd worden voor een nieuwe uitdaging. Als boerenzoon, besloot hij om geiten te gaan melken. Op 1 mei 2014 werden de eerste liters biologische geitenmelk afgeleverd (167 kg). Vandaag de dag wordt er met 1025 geiten zo’n 3485 kg melk per dag geproduceerd. Het bedrijf telt 300 stuks opfok geiten.  De geiten worden in twee groepen gemolken in een Fullwood draaimelkstal. Er zijn zes potten en er wordt gevoerd met voerbanden.  Piet runt het bedrijf samen met zijn vrouw Christina en zoon Maurits. Het rantsoen bestaat uit vers gras en graskuil balen. Daarnaast krijgen de geiten de Vlog Top brok en een mix van gerst- en maisvlokken.  “De geiten hebben baat bij de vaste stabiele samenstellingen van ons krachtvoer. Zo kun je een constant rantsoen voeren”.

Hoewel men is gestart als een biologisch bedrijf, hebben de ondernemers toch de keuze gemaakt om per 1 januari 2023 over te schakelen naar gangbaar.  Het tegenvallende resultaat in de beginjaren was vooral te wijten aan de te lage melkprijs. Daarnaast was de leeftijd van de veestapel opgelopen, waardoor een groot deel van de geiten zes jaar of ouder was. Mede hierdoor bleef de melkproductie achter. Een ander punt waar het bedrijf mee bleef worstelen was diarree bij de geiten. Er was gewoon geen grip op te krijgen. “Vanwege de dunne mest werden we voorzichtig met krachtvoer voeren. Zo kwam de melkproductie dus nog verder onder druk te staan”, aldus Piet.

Rust in de pens

“In het najaar van 2023 hebben we een geitenstudiedag van Gebrs Fuite bezocht”, vertelt Piet. Zo kwamen we in contact met Raymond Jansma. Hij is toen bij ons langs geweest om de situatie op ons bedrijf te bespreken. De vertering bleek duidelijk van slag. De eerste uitdaging was om die weer op orde te krijgen. “Met gerstvlokken hebben we rust in de pens gebracht, waardoor het mogelijk is om weer voldoende krachtvoer te gaan voeren”, licht Raymond toe.

 

Met gerstvlokken weer vooruit

De familie Stolp vertelt dat het moment dat de gerstvlokken zijn ingezet, het begin van de vooruitgang markeert. Afgelopen winter is vervolgens twintig procent van de geiten vervangen voor jonge instroom wat ook positief heeft uitgepakt. De duurmelkers zijn mooi doorgegaan. De gemiddelde dagproductie is ruim een halve liter gestegen in vergelijking tot een jaar geleden.

Samen kritisch blijven

Hoewel het op dit moment goed loopt in de stal, geeft Piet aan een kritische sparringpartner wel te waarderen. “Een voeradviseur die meer doet en weet dan een standaard vertegenwoordiger past bij ons. Zo kunnen we samen scherp blijven”, aldus Piet. Het huidige doel is om de liters verder te verhogen om zo nog meer kilo’s vet en eiwit af te kunnen leveren.

 

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?