Onlangs organiseerde Gebrs. Fuite een studiedag voor geitenhouders. Tijdens deze bijeenkomst deelde Ruud Vullers zijn visie op hoe continuïteit invloed heeft op de melkproductie. Een geit is anders dan een koe. Maar wat is er anders en waar kunnen we op sturen? Beiden zijn herkauwers, waarbij de pens de belangrijkste van vier magen is. Waar zit het verschil?
In figuur 1 is het onderscheid tussen de verschillende herkauwers al mooi weergegeven. De geit staat centraal, met twee grote verschillen ten opzicht van een rund. Te weten het vreetgedrag en de grootte van de netmaag.
Andere vertering
De geit vreet vaker en kleinere porties. Ze stuurt in de natuur tussen bladmateriaal en stengel. Wat ook mede haar drang om te selecteren kan verklaren. De netmaag van de geit is veel kleiner in vergelijking met een koe. Hierdoor stroomt het voer sneller door naar de darm. Er is sprake van een hogere passagesnelheid van het voer in de geit. Deze combinatie zorgt ervoor dat de geit daadwerkelijk een andere en snellere vertering heeft. Door de hogere passagesnelheid is de voeropname ook hoger in relatie tot het lichaamsgewicht. Bij het maken van rantsoenen voor geiten moet rekening worden gehouden met deze verschillen in de vertering ten opzichte van de koe.
Nemen we het totale rantsoen van de geit in ogenschouw vreet ze ongeveer 1 kg droge stof aan ruwvoer en 2 kg droge stof(of meer) aan krachtvoer. Krachtvoer is daarmee het hoofbestanddeel van het rantsoen en de samenstelling hier van is dus van wezenlijk belang.
Een goede melkproductie is het gevolg van een stabiele en optimale vertering van voer. Wisselingen in de samenstelling van het voer, kunnen daarom het beste zo veel mogelijk worden vermeden.
Verschillende grondstoffen hebben verschillende afbouw karakteristieken. Dit betekend dat niet de nutriënten maar de karakteristieken van de grondstoffen de effectiviteit van de vertering bepalen. Door de hogere passagesnelheid is het van belang om structuurbronnen te voeren om de passage iets te remmen. Echter is de behoefte naar snel verteerbare koolhydraten niet te onderschatten. Als we dit niet doen hebben we het risico dat het voer onverteerd de darm bereikt. Vaak hebben we het over diarree met als oorzaak pensverzuring. Echter als het voer onverteerd in de darm komt, vindt hier (te)veel vertering plaats, wat ook voor diarree kan zorgen, door darmverzuring.
Samengevat: willen we in de vertering de passagesnelheid van het voer wat remmen, en tevens de snel verteerbare energie verhogen om te zorgen dat het voer in de pens verteerd kan worden. Onze geiten specialisten beoordelen graag samen met u de samenstelling van uw ruwvoeders en krachtvoeders. Voor een stabiel en hoogwaardig rantsoen voor uw geiten.