2025 was het laatste jaar waarin gebruik gemaakt kon worden van derogatie. Voorwaarde van de derogatie was dat er voor elk perceel een grondmonster genomen werd. Nu de derogatie verleden tijd is vervalt de verplichting voor het steken van grondmonsters voor alle percelen.
Waarom is het nemen van grondmonsters nog steeds verstandig?
Er zijn meerdere regelingen waarvoor het nemen van grondmonsters voordeel kan geven, namelijk:
- Bemestingsruimte fosfaat: percelen met een lage fosfaattoestand krijgen een hogere fosfaatbemestingsnorm. Dat betekent dat er meer ruimte is voor het plaatsten van fosfaat uit dierlijke mest en/of kunstmest.
- Afvoer mest op basis van Boer-Boer: voorwaarde van deze regeling is dat minimaal 75% van de fosfaatproductie op eigen grond geplaatst kan worden. Bij gronden met een lage fosfaattoestand kan er door een grondmonster meer mest geplaatst worden en is het gemakkelijker om aan de eis van 75% te komen.
- Mestverwerking/VVO’s: bij meer fosfaatplaatsingsruimte is het overschot aan fosfaat minder groot en hoeft er dus minder mest verwerkt te worden of er hoeven minder VVO’s aangekocht te worden.
Het is in een aantal gevallen dus wel verstandig de grond te laten bemonsteren, vooral grote percelen waarvan aannemelijk is dat de fosfaattoestand laag is.
Meer informatie over fosfaatruimte en bemonsteren is te vinden op de website van het RVO.