Het groeiseizoen van 2019 kenmerkte zich vanaf half juni tot eind augustus door hoge temperaturen en droogte. Door de aanhoudende droogte verdroogden maispercelen die niet beregend werden m.n. in het oosten en zuiden van het land. Hierdoor waren de verschillen tussen maispercelen groot. Door de droge warme zomer was de snijmais vroeg rijp. Veel snijmais is daardoor al in september gehakseld.
Tabel 1: voederwaarde snijmais 2019
Het DS-gehalte en zetmeelgehalte is gemiddeld lager dan voorgaande jaren. Dit wordt m.n. veroorzaakt door het lagere zetmeelgehalte als gevolg van een lager kolfaandeel bij de verdroogde maispercelen. De spreiding is dit jaar erg groot. De 25% snijmais met het laagste DS-gehalte zit gemiddeld maar op 296 g zetmeel/kg DS. Hierdoor is een flink deel van de snijmais dus van matige kwaliteit. Er zal dan flink zetmeel aangevuld moeten worden in de rantsoenen om normaal te kunnen melken.
Ook in droge goed afgerijpte mais is het zetmeelgehalte dit jaar gemiddeld. Er zal dus gemiddeld gemolken worden van deze snijmais.