Februari was zeer zacht waardoor eind februari op droge percelen mest kon worden uitgereden. In maart was het koud en nat waardoor er weinig mest kon worden uitgereden. April was ook vrij koel en nat. Er viel in zowel maart als april duidelijk meer regen dan normaal en daarbij bleef het kouder dan gemiddeld. Gevolg was dat er op onbemeste percelen te veel gras stond om nog mest aan te kunnen wenden.
Een nat voorjaar
De maand mei kende afwisselend droge en natte periodes. Mei begon met zonnige droge dagen, waardoor vooral in Zuid en Oost-Nederland volop gemaaid werd. In het Noorden stond op veel percelen nog te weinig. Van 5 tot 12 mei was het erg nat, waardoor het gras flink groeide. Vanaf half mei is er geen regen meer gevallen. In het begin van deze week was het nog bewolkt, maar later scheen de zon volop. In de rest van het land kon de eerste snede in deze week dan ook onder goede omstandigheden worden in gekuild.
Tabel1: Voederwaarde eerste snede graskuil van de afgelopen jaren
Maaimoment grote invloed op de voederwaarde
De gemiddelde voederwaarde van de eerste snede graskuil wijkt niet veel af van het 10 jarig gemiddelde. De VEM is net wat hoger, het RE-gehalte net wat lager en het RC- en SUI-gehalte vrijwel gelijk aan het langjarig gemiddelde.
Tabel 2: Voederwaarde eerste snede graskuil per week maaimoment
De voederwaarde verschilt wel heel erg afhankelijk van het maaimoment. In de eerste week van mei is een mooie snede gemaaid, waardoor de voederwaarde goed is. In de tweede week van mei was het op veel plekken te nat om te maaien, terwijl het gras wel flink doorgroeide. In de derde week van mei kon de rest van de eerste snede gemaaid worden. In het algemeen stond er toen een flinke snede gras op het land. Het gevolg is dat de VEM laag uitvalt. Daarnaast is het gemiddelde RE-gehalte ook erg laag. Dit heeft mede te maken met het natte voorjaar, waardoor op sommige percelen geen drijfmest is aangewend.
Van de vroege eerste snede kuilen kan goede gemolken worden. Van de latere kuilen valt zowel het energie- als eiwitgehalte tegen, waardoor de melkproductie ook tegen zal vallen mits daarvoor gecorrigeerd wordt in het rantsoen.