De weersomstandigheden waren in het voorjaar van 2025 vaak ideaal. Daardoor kon de mais op veel plekken mooi op tijd in de grond. Toch zien we dit jaar wel veel regionale verschillen. Zo was het in het zuiden lang droog terwijl in het midden van het land regelmatig een mooie bui viel. En in het noorden viel zelfs meer regen dan normaal.
Juni begon koel en werd daarna zonnig droog en warm. Ideaal om de mais een goede start te geven. Daarna begon Juli met een hittegolf gevolgd door koeler zomer weer. Toch begon men in zuid/zuidwest Nederland de mais vaak al te beregenen vanwege de droogte.
Augustus was warmer en droger dan voorgaande jaren. Dit versnelde, voornamelijk in het zuiden, de maisoogst. Er kon zeer vroeg gehakseld worden. De regelmatige regenbuitjes in de rest van het land vertraagden de vroege oogst in andere delen van het land.
De spreiding in de maisanalyses, zie tabel 1, is daardoor ook vrij groot. Door grote verschillen in temperatuur werd er mais noodrijp geoogst maar we zien ook mais die perfect heeft kunnen afrijpen. Gemiddeld zien we nette VEM waarden en iets achterblijvend zetmeel.
Tabel 1: voederwaarde snijmais 2025 t.o.v. voorgaande jaren
Grote spreiding!
Door de warme augustus is een deel van de mais noodrijp geoogst. Dat is in de analyses te zien als droge mais met weinig zetmeel. Ook is mais vanwege rustgewas vroeger geoogst als dat hij rijp was. Deze spreiding is ook in tabel 1 te zien. De mais heeft deels weinig en deels heel veel ruwe celstof (RC). Daarbij is het nog belangrijker de kuilen goed te bemonsteren om een afgewogen rantsoen voor de koeien te kunnen maken.