In het Overijsselse Kamperveen houden Jan en Evelyn Fien 128 melkkoeien en circa 90 stuks jongvee. Familie Fien gaat bewust om met het vers gras aanbod. Het inkuilen doen ze op zo’n manier dat het ruwvoeraanbod de gehele winter constant is. Zo lukt het de familie Fien om een goede melkproductie te behalen met een ureum van 17.
Enkel grasoogst in veenweidegebied
De grond in het veenweidegebied is enkel geschikt voor grasteelt. Bij het bedrijf hoort 79 hectare grasland. Hiervan is elf hectare natuurgrond. Na elf jaar opstallen worden de koeien sinds twee jaar weer geweid. Dit is een bewuste keuze geweest om deel te kunnen nemen aan de Albert Heijn-melkstroom van A-ware; ‘Beter voor Koe, Natuur en Boer’. De jaarproductie bedroeg in 2023 ruim 1,3 miljoen kg melk met 4.24 vet en 3.61 eiwit.
Optimale benutting van gras
Het grasland maximaal benutten vraagt volgens Fien jaarrond aandacht. Er moet zo gekuild worden dat het gras in de winterperiode ook goed beschikbaar is. Jan lost dit op door de eerste snede te hakselen en te verdelen over drie kuilplaten. Bovenop elke kuil komt vervolgens een latere snede. Elke kuil bevat zo ongeveer voor de helft eerste snede, met daar op een latere snede. Door dit systeem is de kwaliteit van het kuilgras jaarrond ongeveer gelijk. In 2023 bevatten de kuilen gemiddeld 900 VEM en 160 ruw eiwit. “Hoe minder schommelingen in het rantsoen, hoe beter het uiteindelijk voor de koe is”, licht melkveeadviseur Marten Prins toe. Afgelopen jaren is een groot deel van de grond opnieuw ingezaaid om de afwatering en grasmat te verbeteren. “We hebben puur raaigras ingezaaid, andere grassen komen er snel genoeg weer bij in geeft Jan aan. “De kwaliteit komt toch voornamelijk uit de raaigrassen”.
Gericht bemesten
In het voorjaar komt er 30 kuub drijfmest verdund met water op het land, aangevuld met 300 kg kas zwavel per hectare. “Als je weet wat je aan de kuil wil hebben, weet je daarnaast wat er bemest moet worden.” stelt Jan. “De eerste snede willen we stevig bemesten, niet te vroeg oogsten en er vooral een flinke hoeveelheid vanaf halen. De koeien worden met de robot gemolken en dan werkt het gewoon goed om voldoende structuur in het voer te hebben. We hebben genoeg ruwvoer dus ook de structuur moet van eigen grond komen”, aldus Jan. “Het aandeel ruwvoer in het rantsoen komt volledig uit graskuil”, vult Marten aan. “Dat moet dus ook voldoende NDF bevatten om gemiddeld in het rantsoen goed uit te komen.”
Na de 1e snede wordt nogmaals 20 m3 drijfmest gegeven en de 2e en 3e snede krijgen elk nog 100 kilogram Kas. Na de 3e snede komt er geen kunstmest meer op het land omdat het land dan van zichzelf al een hoge stikstoflevering heeft. Vanaf oktober wordt er niet meer gemaaid, de kans op schade aan de grond is dan te groot. Door vroeg in het voorjaar te bemesten valt de grasgroei in het najaar mee. Wat er dan nog groeit wordt afgeweid door schapen die in de winterperiode alle percelen over gaan.
Het basisrantsoen bevat naast kuilgras uit perspulp en een eigen maatmeel. Het meelmengsel is het stuur waar collega Prins het rantsoen kloppend mee maakt. “Door te sturen in het meel kan ik de broksoorten op de robot gelijk houden”, geeft Marten aan. Op dit moment bestaat het meelmengsel uit soja, raap, gerstvlokken en lijnzaad, alles Vlog Euro-waardig. Lijnzaad laat de koeien glanzen, houdt ze mooi op de mest en het werkt gunstig op de zuurtegraad in de melk. Op de robot wordt het basisrantsoen aangevuld met een productiebrok. Eind lactatie schakelen de koeien over op een brok die iets hoger in eiwit zit waardoor de koeien makkelijker melk blijven produceren. Voor de verse koeien wordt er nog een startbrok verstrekt in de krachtvoerbox.
Rust en regelmaat
In de dagelijkse routine en het voeren van de koeien zijn Jan en Evelyn heel stipt. “Elke dag moet alles hetzelfde gebeuren, dan wordt er niks vergeten en is er rust in de stal”, vertelt Jan. Twee a drie keer per week worden blokken kuil gesneden en vervolgens gaat de kuil weer dicht. Dagelijks worden hiervan vier blokken kuil gevoerd. De blokken zijn precies groot genoeg voor één dag voeren. ’s Ochtends worden eerst de voerresten weggeschoven en wordt een blok van bovenuit de kuil gevoerd. Daar komt de helft van de perspulp overheen en dan gaat het voerhek vast. Dat is een mooi controlemoment om te checken of alle koeien zelfstandig naar het voerhek komen of dat er wat aan de koeien mankeert. Vervolgens komt er tussen de middag een blok eerste snede overheen. Eind van de middag nog een blok bovenuit de kuil met perspulp. Als de koeien dan vast staan krijgen ze ook het meel. Het laatste blok met weer eerste snede komt ’s avonds met afvoeren. Deze vaste werkroutine geeft de veehouders overzicht over de koppel en het zorgt ervoor dat het voer gelijkmatig en verdeeld over de dag in de koe komt.
Mest voordeel
“Efficiëntie is altijd goed. Met de huidige omstandigheden op de mestmarkt scheelt het lage ureum ons ook afvoer van mest. Ten opzichte van een ureum van 23 scheelt het op het gehele bedrijf al snel 300 kuub mest.”