Hou het spekdikteverlies bij Deense zeugen onder de 18%

Recent hebben we als Team Varkens van Gebrs. Fuite een zeer constructieve bijeenkomst gehad met het team van DanBred B.V. Tijdens deze bijeenkomst kwam o.a. het onderzoek van Thomas Sønderby Bruun (SEGES Innovation DK) op tafel. De uitkomsten van dit onderzoek willen graag bij u onder de aandacht brengen.

 

Het spekdikteverlies van zeugen tijdens de lactatie wordt de laatste jaren minder belicht, echter het is nog één van de belangrijkste uitdagingen in de dagelijkse praktijk.
Algemeen bekend is dat het verlies aan spekdikte in de praktijk niet resulteert in een afwijkend interval spenen-dekken echter zeugen die te veel spekdikte verliezen een lager afbigpercentage scoren en minder eicellen zullen vrijgeven en/of minder embryo’s zullen laten innestelen richting de volgende worp. Gevolg een kleinere worp.

Doel van het onderzoek van Thomas Sønderby Bruun was het vinden van antwoorden op de volgende vragen:
– Heeft de spekdikte bij spenen invloed op de voortplanting?
– Hebben zeugen met een lage spekdikte bij spenen een kleinere worpgrootte in de volgende worp?

Op basis van de gegevens van 4000 worpen zijn dit de belangrijkste bevindingen van het onderzoek:

Dikte van het rugspek bij spenen heeft geen (significant) effect op:

  • Het interval spenen dekken
  • Het afbigpercentage
  • Het totaal aantal biggen geboren in de volgende worp
  • De lengte van het werpproces in de volgende worp

Het verlies van rugspek (in mm) tijdens de lactatie:

  • Als het verlies in de lactatie 0 tot 1 mm is, is er geen negatief effect op de volgende worp.
  • Als het verlies in de lactatie 2 mm is, is de volgende worp 0.4 big lager
  • Als het verlies in de lactatie 3 mm of meer is, is de volgende worp 0.5 big lager.

 

Uit bovenstaande is te concluderen dat er dus anno 2025 nog steeds een effect is bij (Deense) zeugen vanuit het spekdikteverlies tijdens de lactatie. Laten we nog even iets dieper inzoomen.
Een zeug met 20 mm spek bij werpen en 18 mm bij spenen verliest 2 mm oftewel 10%.
Dat is hetzelfde percentage als een zeug die 10 mm spek bij werpen heeft en 1 mm verlies.

Als we kijken naar het effect vanuit het percentage spekdikteverlies tijdens lactatie dan komt er uit het onderzoek:

  • Zeugen die tot 10% spekdikteverlies realiseren tijdens lactatie hebben in de volgende worp meer biggen geboren.
  • Zeugen die meer dan 18% spekdikteverlies realiseren tijdens lactatie hebben in de volgende worp minder biggen.
  • Bij zeugen die 10-18% spekdikteverlies realiseren tijdens lactatie is er geen significant effect.

 

Om te onthouden:

  • Een lage spekdikte bij spenen bij Deense genetica is niet negatief op de volgende worp
  • Focus bij Deense genetica op minder dan 18% verlies aan spekdikte
  • Een standaard minimaal verlies aan spekdikte in mm is niet alles zeggend.
    Kijk altijd naar het percentage spekdikteverlies.
  • Zorg voor een minimale opname van gemiddeld 5.5 kg lactatievoer / lactatie dag.
    Overweeg hierbij 3x daags voeren.
  • Zorg voor minimale nippelopbrengst (tijdens het voeren) van 3.0 liter per minuut.
  • Meten = weten zowel voor gewicht (zie nieuwsbrief april 2025) als voor spekdikte.

 

 

Om het verlies aan spekdikte te beperken is het zaak zo veel mogelijk voer tijdens de lactatie in de zeug te krijgen. De lactovoeders van Gebrs. Fuite zijn constant qua samenstelling en zeer smakelijk (o.a. door de toegevoegde zeer smakelijke melkzuurbacteriën) en ondersteunen op deze wijze uw zeugen naar een laag percentage aan spekdikteverlies.
Laat u echter niet overtuigen door dit schrijven, in onze nieuwsbrief, wat betreft de smakelijkheid en hoge opname van onze lactovoeders. Vraag uw collega zeugenhouder naar de ervaringen met onze lactovoeders of nog beter laat uw zeugen u overtuigen.