Na een koud en nat voorjaar liep de temperatuur begin mei flink op. Hierdoor groeide het gras flink, waardoor met name in het oosten en zuiden gemaaid kon worden. Door het wisselvallige weer vielen er vaak flinke buien op het gemaaide gras.
Hoge droge stof opbrengst maar tegenvallende eiwitgehaltes bij eerste snede graskuil
Vanaf 28 mei werd het pas zonnig, droog en warm weer, waardoor de rest van de eerste snede gemaaid kon worden. De opbrengsten waren daardoor enorm.
April | Mei | Juni | Juli | Aug | Sept | |
DS | 425 | 345 | 463 | 502 | 464 | 414 |
RE | 150 | 139 | 126 | 143 | 153 | 138 |
Suiker | 167 | 66 | 81 | 77 | 72 | 74 |
VEM | 984 | 930 | 869 | 852 | 871 | 891 |
DVE | 81 | 67 | 66 | 68 | 69 | 66 |
NH3-fractie | 8 | 11 | 9 | 8 | 8 | 9 |
Tabel 1: voederwaarde voorjaars- en zomerkuilen 2021
Het zeer wisselvallige weer heeft er toe geleid, dat de eerste snede graskuilen van mei nat zijn (zie tabel 1). Hierdoor is de gemiddelde mei kuil erg zuur (lage pH) en is de ammoniakfractie hoog. Door het late maaien is de DS-opbrengst erg hoog en zijn het ruw eiwit en suikergehalte erg laag geworden. Hoewel de gemiddelde VEM nog meevalt, zijn de DVE-waarden erg laag. De eerste snede graskuilen van begin juni hebben wel een extreem laag VEM en eiwitgehalte. Om van deze kuilen goed te melken verdient de structuur van het rantsoen aandacht en zal er veel pens-energie en eiwit bijgevoerd moeten worden.
Bijvoeren noodzakelijk bij zomerkuilen om melkproductie op peil te houden
Door het groeizame weer gedurende de gehele zomer is er veel gras gegroeid met gemiddeld een zeer laag VEM- en eiwitgehalte (zie tabel 1). Hierdoor kunnen de eiwitarme eerste snedes ook nauwelijks gecompenseerd worden met een eiwitrijkere zomer- of najaarskuil. Er zal ook bij deze kuilen veel pensenergie en eiwit bijgevoerd moeten worden om enigszins op het gewenste niveau te kunnen blijven melken.