VOF Kapper – Lammers te Zutphen heeft een melkveebedrijf in combinatie met een goedlopende horecatak. Het bedrijf wordt geleid door Ben en Irma Lammers in samenwerking met zoon Benjamin. Het bedrijf telt 70 melkkoeien en 40 stuks jongvee. De horecatak bestaat uit een winkel en catering voor feestjes. Daarnaast worden voor zo’n vijfhonderd maaltijden per dag gesneden aardappels en groenten geleverd aan instellingen in de buurt. “Zeker de helft van onze tijd zit in het horecagedeelte, maar daar is de winstverdeling ook naar. In de stal moet het soepel lopen, zodat we tijd hebben om aan de slag te kunnen in de keuken”, aldus Ben.
‘Onze grond beter leren kennen’
Het bedrijf is extensief met 10.500 kilogram melk per hectare. De VOF kiest er voor om eigen krachtvoerproducten te verbouwen. Van de 64 hectare is het grootste gedeelte in gebruik als grasland. Naast gras wordt er zomergerst, mais, deels MKS, voederbieten en luzerne geteeld. In 2023 zijn er ook veldbonen geteeld. “Dat was mooi om te proberen, maar de opbrengst viel tegen terwijl er wel veel gewasverzorging nodig was”, aldus Benjamin. Dat het bedrijf slaagt in het verbouwen en inzetten van eigen krachtvoer blijkt ook uit de cijfers. In 2023 lag het voerverbruik op 16,5-17 kg aangekocht krachtvoer per 100 kilogram melk, bij een gemiddelde BSK van 47.
“We doen mee aan het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek. Dat houdt ons scherp en geeft inzicht”, verteld Ben verder. “We leren onze grond zo beter kennen en anticiperen daar op door specifiek te bemesten en in ons geval gips te strooien. De pH van de grond was goed, maar het calciumgehalte te laag.”. Zo hebben we afgelopen jaar voor het eerst luzerne geteeld. Aan de hand van grondmonsters hebben we extra Kali bemest, met zichtbaar resultaat en een goede opbrengst”, aldus Benjamin. Het bewust bezig zijn met bemesting is volgens Benjamin nog een kans voor veel bedrijven.
Broksoorten stabiel houden bij rantsoenwijzigingen
De koeien worden gemolken met een Lely A4 melkrobot. De 70 koeien zijn goed voor 10.000 kg melk per koe met 4.70% vet en 3.75% eiwit. Relatief veel melk en vooral veel kilogrammen vet en eiwit uit één melkrobot dus. Het basisrantsoen bestond afgelopen winter uit: graskuil, luzerne, MKS, voederbieten en veldbonen. In de melkrobot krijgen de koeien twee verschillende productiebrokken, waarvan één gemengd met maisvlokken . De verse koeien krijgen daarnaast de eerste 120 dagen eigen gerst op de krachtvoerbox.
In de zomer wordt er veel geweid. Het weidegras wordt aangevuld met snijmais en een derde snede gras met daarin de tweede snede luzerne. In de 15 jaar dat melkveespecialist Freek Giessen bij familie Lammers komt, zijn de krachtvoersoorten maar zelden gewijzigd. “We kunnen sturen door de ene soort te verhogen en de andere te verlagen. In mijn ogen is het juist goed voor de koe om de broksoorten stabiel te houden” geeft Freek aan. “Bij een rantsoenwijziging verandert er al genoeg, ik laat de brokken dan juist graag hetzelfde”.