Op het Overijsselse Kampereiland is “Melkveebedrijf De Grote Warder” van familie Van der Kamp gevestigd. Arjen van der Kamp melkt in totaal 103 melkkoeien op ruim 50 hectare. Wat het bedrijf kenmerkt is het bewust bezig zijn met de bodem en het gras zo efficiënt mogelijk omzetten naar melk. Veel vers gras de koe in, is een must.
Bedrijfsstrategie
De koeien worden sinds 1999 gemolken met melkrobots. De jaarproductie in 2024 bedroeg 9346 kilogram melk per koe met 4.35% vet en 3.51% eiwit en een melkureum van 16. “We hadden een jaarproductie van 1.000.000 kilogram melk willen halen, maar dat is het afgelopen jaar door blauwtong net niet helemaal gelukt”, aldus Arjen van der Kamp.

Met een gemiddelde melkproductie van 19.000 kilogram melk per hectare is het bedrijf matig intensief. Het rantsoen wordt aangevuld met enkele bijproducten. Afgelopen jaar hebben de melkkoeien 199 dagen buiten gelopen en ook het jongvee wordt geweid. Daarnaast wordt in de herfstperiode zoveel mogelijk vers gras op stal gevoerd. “De koeien nemen het verse gras graag op en zetten het goed om in melkeiwit”, vertelt Arjen.

Aandacht voor bodem en bemesting
Het bedrijf doet in 2025 voor het vierde jaar mee aan het project Koe & Eiwit. Het streven van dit project is om met het totale rantsoen jaarrond niet boven de 155 gram ruw eiwit per kilogram drogestof uit te komen. ”Aanvankelijk zijn we gaan sturen met de bijproducten zoals perspulp en aardappelvezels. Vervolgens verschuift de aandacht naar de bodem en de bemesting”, geeft Arjen aan.
Andere grassoorten
Van der Kamp heeft naast 4 hectare kruidenrijk grasland op de huiskavel ook 4.5 hectare met een daar op een mengsel van gras, luzerne en klaver. “De 2e en 3e snede hiervan maai ik speciaal voor de kalveren. Op dit perceel komt geen kunstmest. Ik laat het wat langer groeien, waardoor ik minder werk heb op deze percelen die wat op afstand van de boerderij liggen. Vanwege de beworteling heeft luzerne daarnaast het voordeel dat het voor een betere structuur van de bodem zorgt”.
Dicht bij de stal wil de ondernemer langzaam over op kruidenrijk grasland. “De koeien weiden er goed op, de draagkracht is hoog en in een droge zomer blijft het langer groen en smakelijk”, zo somt Arjen enkele voordelen op.

Bemesten is bewust keuzes maken
Zestig procent van de totale drijfmestgift wordt zo vroeg mogelijk in het voorjaar uitgereden met behulp van de sleepslang. Het idee hierachter is dat de nawerking van de mest nog in het groeiseizoen plaatsvindt. De overige drijfmest wordt gedurende het seizoen in kleine porties uitgereden.
Elk maaiperceel wordt bemest met Fuitammon Start, wat is opgebouwd uit ammonium, nitraat en zwavel. “Zwavel zorgt voor een betere vastlegging van eiwit in het gewas”, zo ligt Arjen toe.
Om het overzicht te houden gebruikt Van der Kamp een graslandkalender. Dit helpt niet alleen om terug te zien wat ik gedaan heb, maar ook om te plannen. Ik kan per perceel zien wanneer het voor het laatst gemaaid is. ’s Zomers wil ik elke 4 á 5 weken maaien om de kwaliteit goed te houden, mits er voldoende gras staat. Daarnaast geeft het de ondernemer overzicht over de verdeling van kunstmest over de percelen en het groeiseizoen.
Voor het uitrijseizoen begint wordt er een mestmonster uit de opslag genomen. Meestal zijn de gehaltes van de mest wat lager dan het gemiddeld. Door dit inzichtelijk te maken, kan er gecorrigeerd worden door het aantal kuubs drijfmest of de kunstmestgift te verhogen.
Heeft u uw bemestingsplan of weideplan al klaar? Onze melkvee adviseurs helpen u er graag bij.