Het jaar 2024 is op veel plekken een uitdagend maisjaar gebleken. Het natte voorjaar in combinatie met het late inzaaien heeft de opbrengsten per hectare gemiddeld genomen een flink stuk doen dalen.

Weersomstandigheden groeiseizoen 2024

Het voorjaar 2024 was warm en nat. Plaatselijk maar vooral in het zuiden van Nederland viel in april en mei extreem veel regen. Hierdoor kon op veel plekken de mais pas laat tot uitzonderlijk laat gezaaid worden. Uiteindelijk was mei weer zeer nat.

Juni was vrij koel waardoor de mais vervolgens langzaam groeide. Juli was een natte maand, waarin de mais goed groeide. Door het late zaaien en de koude maand juni kwam de mais zeer laat in de bloei. Augustus was zeer warm, zonnig en droog waardoor de kolfzetting en vulling weer goed was. Ook de afrijping verliep voorspoedig.  Zoals in onderstaand overzicht te zien is resulteerde het wisselvallige weer in relatief grote verschillen in voederwaarde.

Tabel 1: voederwaarde snijmais 2024 t.o.v. voorgaande jaren.

HOGE VEM-waardes

Door de late inzaai is er duidelijk minder drogestof aan snijmais geoogst. De planten zijn zeer snel gegroeid, terwijl de kolven goed ontwikkeld zijn. Hierdoor is het gemiddelde zetmeelgehalte in de kuilen erg hoog en het RC-gehalte erg laag (zie tabel 1) . Met als gevolg dat de gemiddelde VEM-waarde een record hoogte heeft. De snijmais levert aan de andere kant dan ook veel minder structuur op . Aangezien de graskuilen dit jaar gemiddeld genomen juist structuurrijker zijn, past de snijmais dit jaar goed naast deze graskuilen.

Een drukke ochtend, de zon komt op en de mensen beginnen langzaam te ontwaken. Terwijl de mensen zich haasten naar hun werk, zijn onze chauffeurs al onderweg. Op de landelijke “dag van de chauffeur” staan we eens in het bijzonder stil bij onze collega chauffeurs. Wat maakt het leven van onze chauffeurs leuk? Wat gebeurt er achter het stuur? Hieronder lees je het verhaal van collega Dennis. Hij is sinds twee jaar werkzaam bij Fuite.

Hoe ben je bij Fuite terecht gekomen? En was je al bekend met de sector?

Dennis was nog niet bekend met de sector. Hij was hiervoor werkzaam in de tapijtindustrie in Genemuiden. Hij reed vaak langs Fuite en had interesse om bij Fuite te komen werken. Er kwam een vriend van Dennis werken bij Fuite en zo is het balletje gaan rollen. In eerste instantie was er geen vacature als chauffeur, maar een dag later werd Dennis opnieuw gebeld. Er mocht dan wel geen vacature zijn als chauffeur, echter in de fabriek konden ze wel wat handjes gebruiken. Zo heeft hij eerst een halfjaar in de fabriek gewerkt. Dit was zeker een voordeel, zo had hij al kennis gemaakt met de verschillende voersoorten. Ondertussen heeft hij zijn rijbewijs gehaald als chauffeur. Inmiddels rijdt hij al bijna 2 jaar lang heel Nederland door.

Je hebt onlangs een nieuwe vrachtwagen gekregen.
Is er veel verschil met het andere model?

De meeste chauffeurs rijden een Volvo FH, nog een enkeling een Volvo FM. Ook in de Volvo FH serie zitten verschillen.  Dennis rijdt als eerste de nieuwe variant FH.
Vergeleken met de andere Volvo FH modellen zit er weinig verschil in.

• In de spiegels zit een dodehoeksensor
• Een extra camera bij het achteruitrijden

Hoeveel ritten doe je gemiddeld op een dag? Heb je dan liever lange ritten of korte ritten? Wat doe je om actief en wakker te blijven tijdens lange ritten?

Het mooiste aan Fuite is dat je nooit weer waar je heen moet. Het is iedere keer een verrassing. De ene dag doe je 3 korte ritten en de andere dag heb je 2 lange ritten. Het kan voorkomen dat je op één dag bij een melkvee-, pluimvee- en varkensklant komt. Dit houdt het werk afwisselend en leuk!

“Onderweg is het een kwestie van opletten, dit houdt je zeker wakker.”

Je bent onderweg veel alleen. Hoe hou je toch contact met collega’s? En leren jullie ook van elkaar?

“We hebben een leuke groep collega’s en onderweg bellen we veel. Of we hebben contact via de “bak”. Als we naar het zuiden rijden, rijden we samen op.”

Voordat we vertrekken overleggen we vaak over de adressen. Bij sommige adressen kom je voor het eerst, terwijl andere collega’s er al zijn geweest. Zo bespreek je waar de silo’s staan en hoe je het beste het erf op kunt rijden. Je kunt elkaar op deze manier helpen.

Op zaterdagochtend drinken we met de chauffeurs een kopje koffie bij het tankstation die op dat moment vroeg wegrijden. We rijden dan samen op en komen rond hetzelfde tijdstip weer aan de zaak.

Heb je een blunder meegemaakt op de boer?

Af en toe vergeet je de slang goed aan te draaien. Deze vliegt er dan vanaf. Het voer ligt dan op de grond i.p.v. in de silo.

Wat is de grootste uitdaging achter het stuur? (rijden bij gladheid of regen of achteruit)

Elke dag is een uitdaging!
Het is iedere dag belangrijk om heelhuids terug te komen op de zaak. Daarnaast moet je het voer lossen in de goede silo. Vooral als je meerdere voersoorten in de oplegger hebt zitten. Het is dus van belang om altijd scherp te blijven.

Heb je een favoriet adres?

De afwisseling houdt het leuk! Elk adres is weer anders en heeft zijn eigen voersoort.

“Tuurlijk ken je adressen waar je wat lekkers aangeboden krijgt”.

Over welke sector zou je graag meer willen weten en waarom? (melkvee, varkens, pluimvee, vleesvee)

Hoe meer je op het erf komt, hoe meer je leert. “Als ik ergens een vraag over heb, dan vraag ik het aan de boer. Zo leer je steeds meer over de sector.”

Meer chauffeurs van Fuite leren ‘kennen’? Lees hier het verhaal van Martin

Gemiddeld groeien kalveren zo’n 700 gram per dag. Uit ervaring blijkt dat meer dan 1000 gram groeien per dag ook haalbaar is. Kalveren die in de eerste acht levensmaanden harder zijn gegroeid, doen het niet alleen als kalf, maar ook later als koe beter.

Voordelen van maximale jeugdgroei

Een goed gegroeid kalf levert een mooie prijs voor de (stier)kalveren. Maar juist ook voor de kalveren die we aanhouden is maximale groei zeer waardevol. Gedurende de eerste levensmaanden kan een kalf enorm hard groeien. Wanneer deze groeipotentie wordt benut, zal dit resulteren in een sterkere en beter ontwikkelde vaars. De aanleg van het uierweefsel vindt bijvoorbeeld gedurende de eerste levensweken al plaats.

1: 3 Verschillende groeicurves resulteren in 3 verschillende inseminatie- en afkalfleeftijden. Bron Valacon

Uit onderzoek blijkt dat iedere 100 gram groei per dag extra circa 100 kg meer melk oplevert in de eerste lactatie. De groei voor spenen bepaalt voor ruim 20% de verschillen in melkproductie als vaars. (Bron: Schothorst (SFR) , Soberon, et al. 2012).  Daarnaast zien we dat kalveren die gedurende de eerste weken achterblijven in groei, deze ontwikkeling niet meer inhalen. Ook de uitval (tot op latere leeftijd) is hoger bij dieren die langzamer zijn gegroeid.

De belangrijkste tips voor een optimale jeugdgroei

Welke praktische maatregelen kunt u nemen op uw bedrijf om een hogere jeugdgroei te behalen?

• Geef direct na de geboorte 4 liter eerste biest met een brixwaarde van ten minste 23. Eventueel aangevuld met Prominend Colostrum® wanneer de hoeveelheid of de brix niet toereikend is. Hoe kan ik de brixwaarde verhogen?
• Voorkom kalverdiarree en luchtwegaandoeningen met behulp van een zorgvuldig biestmanagement en voldoende goede voeding.
• Speen de kalveren op een leeftijd van minimaal twee maanden oud.
• Voer onbeperkt kalverbrok om de kalveren zo soepel mogelijk door de speenfase te helpen.
• Voorzie kalveren vanaf dag één van voldoende, bereikbaar en schoon drinkwater.
• Kies voor kalvermelk en kalverbrok met voldoende goede kwaliteit ruw eiwit.
• Verstrek naast voldoende brok ook ruwvoer zoals hooi of stro voor een goede pensontwikkeling.

Gebrs. Fuite is een vooruitstreven familiebedrijf dat haar naam te danken heeft aan de kwalitatief hoogstaande producten die zij levert aan haar klanten. Vanuit onze productielocatie produceren wij op eigen wijze een breed assortiment diervoeders.

Voor onze locatie in Genemuiden zijn wij op zoek naar een: Logistiek medewerker.

Wat wordt jouw rol?
Je bent verantwoordelijk voor een optimale verwerking van de inkomende en uitgaande stukgoederen.

Wat vragen wij van jou?

Je communiceert gemakkelijk en bent een teamspeler. Daarnaast zorgt je werkmentaliteit ervoor dat je graag je mouwen opstroopt.

Wat bieden we jou?

• Fulltime dienstverband
• No-nonsense bedrijfscultuur die zich kenmerkt door vertrouwen en korte lijnen
• Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden op basis van kennis en ervaring

Spreekt deze rol jou aan? Dan komen wij graag met jou in contact!
Neem vrijblijvend contact op met Helmich Fuite > 06- 17 97 44 26 of mail naar reactie@fuite.nl.

Gebrs. Fuite is een vooruitstreven familiebedrijf dat haar naam te danken heeft aan de kwalitatief hoogstaande producten die zij levert aan haar klanten. Vanuit onze productielocatie produceren wij op eigen wijze een breed assortiment diervoeders.

Voor onze locatie in Genemuiden zijn wij op zoek naar een: Mechanisch monteur.

Wat wordt jouw rol?
samen met je collega monteur ben je verantwoordelijk voor het onderhoud in onze fabriek. Dit houdt in dat je:

• reparaties/onderhoud uitvoer aan het gehele proces (vanaf innamelijn, transportlijn, perslijn tot de uitgifte)
• meedenkt over de optimalisatie van productlijnen en renovaties
• het veiligheidsprogramma Ultimo bijhoudt en optimaliseert

Wat vragen wij van jou?
Als Mechanisch monteur moet je in staat zijn accuraat en zelfstandig te werken. Je weet waar je inzet gewenst is voordat anderen het vragen en speelt hier meteen op in door de juiste acties te ondernemen. Je communiceert gemakkelijk en bent een teamspeler. Daarnaast zorgt je werkmentaliteit ervoor dat je graag je mouwen opstroopt.

Wat bieden we jou?

• Fulltime dienstverband
• No-nonsense bedrijfscultuur die zich kenmerkt door vertrouwen en korte lijnen
• Aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden op basis van kennis en ervaring

Spreekt deze rol jou aan? Dan komen wij graag met jou in contact
Neem vrijblijvend contact op met Gerard van Raalte (hoofd technische dienst) voor vragen of een kennismakingsgesprek > 06- 11 04 00 19

Gebrs. Fuite b.v. is een vooruitstrevend familiebedrijf dat haar naam te danken heeft aan de kwalitatief hoogstaande producten die zij levert aan haar klanten. Vanuit onze productielocaties produceren wij op eigen wijze een breed assortiment diervoeders.

Voor onze locatie in Genemuiden zijn wij op zoek naar een fulltime:

Bulkwagen chauffeur

Profiel en funcie-eisen:
Als chauffeur ben je op één van onze eigen vrachtauto’s verantwoordelijk voor het correct en efficiënt uitleveren van de producten aan onze klanten. Als chauffeur ben je mede het gezicht van het bedrijf.

• Je bent in bezit van een geldig rijbewijs CE
• Je bent klantgericht en communicatief vaardig

Interesse?
Neem contact op met Helmich Fuite > 06- 17 97 44 26

Wat gebeurt er als een koe ziek wordt en wat heeft ze eigenlijk nodig om weer gezond te worden? Waarom zakt de productie bij de ene koe volledig weg en bij een andere koe veel minder?

Wat houdt ziek zijn in?

Mensen, dieren, planten; alle levende organismes kunnen ziek worden. De eenvoudigste definitie is ‘niet gezond zijn’.  Ziek zijn heeft de volgende kenmerken:

• Het normale functioneren (en presteren) wordt in geval van ziekte altijd belemmert.
• Ziek zijn duurt een bepaalde tijd. Het is een proces van dagen, soms weken of nog langer. Het heeft altijd een begin, een verloop en een eind. Variërend van volledig herstel tot sterfte.
• Vaak gaat ziek zijn gepaard met zichtbare verschijnselen, maar niet altijd.

Voor ieder van ons zal het herkenbaar zijn dat zodra de koorts gezakt is bij een flinke griep, je nog niet direct weer de oude bent. Je zult eerst moeten “aansterken” voor je alles weer kunt zoals je gewend was. Deze periode van herstel geldt ook voor dieren.

Infectieziekten zoals Blauwtong

Ziekte kent veel verschillende oorzaken. In de melkveehouderij hebben we geregeld te maken met infectieziektes. Ziekte wordt dan veroorzaakt door ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen of parasieten. Blauwtong is hier een voorbeeld van. Ook het gros van de uierontstekingen, kalveren met diarree of luchtweginfecties worden door een ziekteverwekker van buitenaf veroorzaak.

Het afweersysteem

De koe heeft net als wij mensen een eigen verdedigingsmechanisme om ziekteverwekkers aan te pakken. Dit is het afweersysteem of immuunsysteem. (Men spreekt ook wel over “de weerstand” of “de afweer”). Het afweersysteem is er op gebaseerd om lichaamsvreemd (bijvoorbeeld een virus of bacterie) te onderscheiden van lichaamseigen. Zodra er iets lichaamsvreemd wordt gedetecteerd, vindt er een kettingreactie aan gebeurtenissen plaats om de indringer te elimineren. Bij de verschillende activiteiten van het afweersysteem zijn diverse vitamines, mineralen, maar ook aminozuren betrokken.

Ontsteking en koorts

Wanneer er een bacterie of virus het lichaam binnenkomt, komt deze in aanraking met witte bloedcellen. Deze zullen vervolgens signaalstoffen produceren, waardoor een ontstekingsreactie in gang wordt gezet. Een ontstekingsreactie kenmerkt zich door roodheid, zwelling, warmte en pijn op de plek van de ontsteking. Dit alles heeft te maken met de verhoogde doorbloeding op die plek. Zo kunnen zo snel mogelijk nog meer witte bloedcellen (soldaatjes) zich naar het aangedane weefsel verplaatsen. Wanneer een ontstekingsreactie vrij heftig is, zal deze ook de functie van dat orgaan of het aangedane weefsel belemmeren. Wanneer een deel van de vrijgekomen signaalstoffen de hersenen bereikt, verandert in de hersenen de setpoint van de thermoregulatie. Dit is het mechanisme achter koorts.

Een daling van de voeropname

Het is, zelfs voor insecten, een vast gegeven dat zodra het afweersysteem geactiveerd raakt, de eetlust direct verminderd. Een verminderde eetlust leidt tot een verminderde voeropname. Een verminderde herkauwactiviteit is dan ook een van de allereerste koesignalen dat er iets mis is. Bedrijven met activiteitsmeters hebben dit vaak snel in beeld.

Een lagere melkproductie

Een geactiveerd immuunsysteem verbruikt al gauw één tot drie kilo glucose per dag. Wanneer je er van uit gaat dat een liter melk zo’n 72 gram glucose kost, is dat dus de energie goed voor zo’n veertien tot veertig liter melk.

Het immuunsysteem komt op de tweede plek, na de hersenen, als het gaat om  voorrang op de energiebron glucose. De glucosetoevoer naar zowel het verteringsstelsel, het bewegingsapparaat, de voortplantingsorganen als ook de uier heeft minder prioriteit en neemt bij een actief immuunsysteem af. Het effect op de melkproductie is vaak goed merkbaar en kan aanzienlijk zijn.

Conclusie

Zieke dieren nemen minder voer en dus minder energie, eiwit, vitamines en mineralen op. Het afweermechanisme verbruikt hier tegelijkertijd juist veel van en kan en zal alleen goed functioneren wanneer met name de energievoorziening toereikend blijft. De mate waarin er productieverlies optreedt, hangt hier nauw mee samen.

Tussen de bossen in het Gelderse Uddel ligt het melkveebedrijf van de familie Versteeg. De maatschap bestaat uit Arend en Diana Versteeg, hun dochter Wilma en zoon Bert. Het bedrijf telt 60 koeien met 50 stuks jongvee, op 40 hectare grond. Mts. Versteeg teelt op ruim de helft van hun percelen voedergewassen. Door het wegvallen van de graslandverplichting kan de teelt van (meer) voedergewassen ook op uw bedrijf interessant zijn.

“Je moet er bovenop zitten bij de teelt van voedergewassen”

Naast de 25 hectare grasland, teelt de familie Versteeg snijmais, sorghum, tarwe, voederbieten erwten en gerst. De teelt wordt gedaan in eigen beheer en Arend is hiervoor verantwoordelijk. “Het is belangrijk om de grondsoort en kwaliteit van de bodem goed te kennen”, zo geeft hij aan. “Je moet er gevoel voor hebben en er bovenop zitten, anders hoef je er niet aan te beginnen. Dan is het denk ik verstandiger om het uit te besteden aan een akkerbouwer of loonwerker.”

Voederbieten kunnen mooie aanvulling in rantsoen zijn

Naast gras en mais leveren voederbieten een belangrijk aandeel in het winterrantsoen. Ze zijn goed verteerbaar en zeer smakelijk. Het levert daarnaast een enorme drogestofopbrengst per hectare op. Door volgend seizoen een deel van de bieten met de mais in te kuilen, zouden de bieten jaarrond gevoerd kunnen worden geeft melkvee adviseur Harm-Peter Keizer aan. “Het plan is om een later maisras te telen. Zo krijgen de bieten de kans om door te groeien en kunnen ze op hetzelfde moment geoogst en ingekuild worden als de mais. Voederbieten zijn een mooi product, maar hierbij geldt wel dat ze in verstandige mate gevoerd moeten worden”.

Rechtstreeks voeren komt bedrijf efficiëntie ten goede

Het bedrijf probeert met de teelt van de eigen gewassen de grond zo goed mogelijk te benutten. Sorghum en tarwe worden bijvoorbeeld voornamelijk geteeld als rustgewas en ten behoeve van de gezondheid van de grond. “Gras is ook mogelijk als rustgewas, maar gras hebben we al genoeg”, geeft Arend aan. Harm-Peter legt uit dat het rechtstreeks voeren van de gewassen aan de eigen koeien, de bedrijfsefficiëntie ten goede komt. Toch is het wel eens een gepuzzel om de gewassen op het juiste moment beschikbaar te hebben. “Zomers halen de koeien veel eiwit uit weidegras, in de winterperiode is een aanvulling met krachtvoer noodzakelijk omdat de eigen gewassen voornamelijk bestaan uit energieproducten”. Het teeltplan heeft veelal dezelfde volgorde. Dit is van belang om ziekten te voorkomen. Bijna ieder jaar wordt daarnaast nog een perceel geruild met een akkerbouwer voor het telen van lelies of gladiolen. Zo zijn er meer afzetmogelijkheden voor mest.

Toekomstplannen

Richting de toekomst denken de ondernemers aan mogelijke uitbreiding. Hier is inmiddels dan ook op voorgesorteerd met de hoeveelheid jongvee. Fam. Versteeg zou dan ook willen starten met robot melken. Dit geeft flexibiliteit en maakt het eenvoudiger om het melkvee met andere werkzaamheden te combineren. Wanneer de stalbezetting groter wordt, adviseert Harm-Peter Keizer te overwegen om over te stappen op gemengd voeren. Op dit moment zijn er voldoende vreetplaatsen, maar bij meer vee wordt dat anders.

Gebrs. Fuite kan maiszaden leveren van diverse leveranciers. Voor het teeltseizoen van 2025 hebben we diverse voorkeursrassen geselecteerd. Interesse in een ander voedergewas? Wij adviseren u graag.

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de biestproductie in het najaar en gedurende de wintermaanden gemiddeld lager is. De opname van voldoende goede kwaliteit biest is essentieel om gezondheidsproblemen bij kalveren te voorkomen. Juist in de koudere periode willen we de weerstand van de kalveren maximaal ondersteunen. Hoe kunt u ieder kalf toch een goede start geven?

Dan weer te veel biest, soms weer te weinig biest. Helemaal constant op vier tot zes liter lukt het nergens. Er zijn meerdere factoren van invloed op de kwaliteit en hoeveelheid geproduceerde biest. Een factor daarbij is het seizoen. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd in Texas met maar liefst 2500 Jerseys (Gavin et al., 2018). Het korter worden van de dagen en daarmee de daglichtlengte, is de verklaring voor de gemiddeld lagere (biest)productie. Het hormoon melatonine, dat afgegeven wordt als het donker is, onderdrukt namelijk de afgifte van prolactine. Prolactine is het hormoon dat verantwoordelijk is voor de productie van biest en melk.

In grafiek 1 is te zien dat in dit onderzoek de biestproductie in juni 6,6 kg per koe bedroeg. Terwijl in december de biestproductie slechts 2,5 kg per koe was. Het betreft gemiddelde waardes en  het rantsoen bleef gedurende het onderzoek stabiel.

Figuur 1.  Gemiddelde hoeveelheid biest en corresponderende daglichtlengte. Hoe korter de daglichtlengte hoe minder biest per koe. (Gavin et al., 2018)

Zo geeft u ieder kalf toch voldoende biest van goede kwaliteit

• Indien u beschikt over ingevroren biest van goede kwaliteit kunt u dit au bain-marie ontdooien en verstrekken. Op bedrijven met een ongunstige status voor Salmonella of Paratuberculose, raden wij af om biest van een andere koe dan de eigen moeder te geven.
• Indien u geen biest meer in de vriezer heeft, kunt u Prominend Colostrum toevoegen aan biest van een mindere kwaliteit.  Prominend Colostrum is veilig en gemakkelijk in gebruik. Onze jongveespecialisten hebben een handig biestprotocol voor u beschikbaar. Hierop is in één oogopslag te zien welke dosering bij welke brix-waarde hoort.
• De voeropname gedurende de droogstand heeft ook invloed op de biestkwaliteit en hoeveelheid. Wanneer de biestgift op uw bedrijf structureel onvoldoende is, is het raadzaam om samen met uw voeradviseur de rantsoensamenstelling en de voeropname in de droogstand nog eens te beoordelen.

Onze jongveespecialisten helpen u daarnaast graag bij het vaststellen van de biestkwaliteit op uw bedrijf. Voor andere vragen omtrent de biestvoorziening of kalveropfok kunt u ook contact opnemen met kantoor of uw voeradviseur. Zij brengen u graag in contact met een van onze jongveespecialisten van het Prominend team.

De laatste tijd hebben we bijna allemaal wel ervaring met blauwtong en wat het met onze koeien kan doen. Er zijn een aantal dingen die men zelf op het boerenerf kan doen.

Waarom verdient extra ondersteuning tijdens en na ziekte onze aandacht?

De ervaringen met blauwtong laten een aantal signalen bij de koeien zien. Daling in melkproductie, minder voeropname, gewichtsverlies, slechter drachtig worden, terugkomers als ook  vroeger kalvende koeien.

We weten dat door ziekte en/ of infecties koeien vaak gewicht verliezen en het moeilijk hebben. Als het afweersysteem extra aan het werk is kost dit naast energie ook aminozuren en vitamine en mineralen. Deze negatieve spiraal wordt nog versterkt doordat de voeropname daalt. Dit resulteert bijna altijd in een daling van de melkproductie. Dit maakt de ziekte duidelijker zichtbaar.

Rantsoenaanpassingen:

Als door ziekte het immuunsysteem wordt geactiveerd dan kost dit een koe ong. 1 tot 3 kg glucose per dag. Om uw koeien te ondersteunen is het verhogen van de voeropname dus een belangrijk punt om te realiseren. Dat kan met enkele aanpassingen in het rantsoen. Naast energie worden ook meer aminozuren, vitaminen en mineralen gebruikt. Daarom is het van belang op zowel energie als eiwitzijde de koeien ruimer te voeren.

• Het basisrantsoen
  Dit is het belangrijkste stuur voor de koeien later in lactatie. Hier kan het eiwit en energie worden verhoogt om de koeien te ondersteunen. Selectie dient altijd te worden voorkomen. Zo kunnen alle koeien, onafhankelijk van rangorde, een uitgebalanceerd rantsoen opnemen.
• Krachtvoerinstelling
  Krachtvoer wordt na een bepaalde periode bij de meeste koeien naar gelang productie afgebouwd. Koeien die ziek zijn en minder vreten dalen in melkproductie. Hierdoor wordt het krachtvoer ook afgebouwd. Dit kan tot gevolg hebben dat de melkproductie verder daalt. Daarom is het raadzaam voor een periode de koeien op vast voeren te zetten om ze niet te hard te straffen. Als de koeien door de dip heen zijn niet vergeten het automatisch schema weer te activeren.

Vruchtbaarheid:

Terugkomers, slecht drachtig worden en vroeg kalven zijn allemaal signalen dat koeien met hun eigen gezondheid bezig zijn. Terugkomers als ook later resorberende koeien zijn niet altijd zichtbaar. Om inzicht te krijgen in hoe de koeien in de reproductiecyclus zitten is het raadzaam om de koeien vaker te scannen. Maak hiervoor een goed plan met degene die de vruchtbaarheid begeleid op het bedrijf. Vroeger kalvende koeien en kleinere kalveren zijn een teken van stress. Dit heeft echter 2 gevolgen:

• Moeilijkere start in de lactatie
• Zwakkere, kleinere kalveren

Hier kunnen we ook iets aan bijsturen. Bij de droge koeien dient het rantsoen gecontroleerd te worden.  Het rantsoen dient voldoende eiwit maar ook zeker energie te bevatten om de koeien te ondersteunen.

Wilt u meer weten wat past in uw situatie? Onze adviseurs helpen u graag.