Doordat de afgelopen winter en lente erg nat zijn geweest hebben veel percelen schade opgelopen. Zijn er percelen met een matige botanische samenstelling of met kale plekken? De maanden augustus en september zijn bij uitstek geschikt om grasland te vernieuwen.
Voordelen van graslandvernieuwing in het najaar
De bodemtemperatuur is nog relatief hoog, terwijl de grasgroei van het bestaande gewas minder hoog is dan in het voorjaar. Bij doorzaai kan het nieuwe zaad zich optimaal ontwikkelen. De onkruiddruk is bij zowel herinzaai als doorzaai nu laag.
Vernieuwen of herstellen?
Bij minder dan 60 procent goede grassen, bij bodemverdichting of meer dan 20 procent kweekgras is vernieuwen aan te raden. Zaai bij zo’n perceel opnieuw gras in of wissel af met een andere teelt. Is het aandeel goede grassen – te herkennen aan de rood paarse voetjes – tussen de 60 en 80 procent? Kies dan voor graslandherstel.
Afb. 1. Keuzeschema; grasland vernieuwen of herstellen?
Het is aan te raden om de pH van grasland op peil te brengen vóór het vernieuwen. Een lage pH vertraagt immers de grasgroei. Voor het scheuren van grasland gelden verschillende regels en voorwaarden. Deze zijn te vinden op de website van RVO.
Ik wil grasland vernieuwen. En nu?
Het aanbod van grassen en vlinderbloemige gewassen, zoals klavers, is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De toepassing van het grasland heeft invloed op de keuze van het grasmengsel. Gaat het om blijvend of tijdelijk grasland? En wilt u dit maaien, beweiden of beide?
In het Overijsselse Notter melkt Edwin Jansen samen met zijn vrouw Erna 90 koeien. Daarnaast houden ze 14.000 vleeskuikens die worden gehouden volgens het Beter Leven Keurmerk. “Het is goed te combineren, als we niet hoeven op te zetten of af te leveren kosten de kuikens maar een half uur arbeid per dag” geeft Edwin aan. Efficiëntie en stabiliteit staan hoog in het vaandel bij deze veehouders.
Vooraanzicht van het bedrijf met helemaal rechts de kuikenstal.
Aan de voergang.
Jaarrond dezelfde graskuil
De koeien en bijbehorend jongvee worden gehouden op 48,5 hectare grond. Daarvan wordt 9 hectare gebruikt voor maisteelt. Het overschot aan graskuil wordt ook wel verkocht. Het bedrijf past geen weidegang toe en maait iedere vier a vijf weken. De eerste en de tweede snede worden als lasagnekuil verdeeld over twee kuilplaten ingekuild. Zo is er jaarrond de beschikking over een en dezelfde kuil van goede kwaliteit. Standaard wordt ook een inkuilmiddel toegevoegd aan de kuil. “In deze tijd van het jaar is broei en schimmel toch een risico. Met inkuilen kan ik er preventief wat aan doen. Het is jammer om die kans dan niet te pakken”, aldus Edwin.
De kuilplaten worden keurig bijgehouden.
Overstap naar robots bevalt uitstekend
Sinds drie jaar worden de koeien gemolken met twee GEA melkrobots. Het was aanvankelijk toch een hele omschakeling en wel wennen. Na het eerste jaar zijn de koeien gaan stijgen in productie: van 9.000 kg melk in 2021 naar 11.700 kg melk in 2024. De arbeidsindeling op het bedrijf is ook veel flexibeler geworden met het robotmelken. “Voor het ontbijt werk ik het dagelijkse werk bij de koeien af. In de loop van de ochtend neem ik dan tijd voor zaken als bekappen, droogzetten en voeren.” vertelt Edwin. “Met de komst van de robot hebben we ook de ruimte gekregen om vrije tijd te pakken wanneer het ons uitkomt. Een feestje om 15.00 uur is nu geen punt meer”.
Lage bezetting op de robots maakt dat koeien zich vlot kunnen laten melken.
Lage robotbezetting draagt bij aan resultaat
Een groot voordeel van de GEA robots vindt Edwin de ruimte om de koe heen. Weinig hekwerk en goed zicht op de robots. Het bekende putje van Gea bevalt ook goed. Het is prettig werken doordat je zelf rechtop kunt blijven staan. Bij de inrichting is meteen rekening gehouden met separatiemogelijkheden. “Een koe bekappen is zo gebeurd als de koe al klaar staat” geeft Edwin aan. Het werk kan met behulp van de separatie efficiënt plaatsvinden en hierdoor houdt je plezier in het werk. De bezetting van 45 koeien per robot helpt ook mee aan het resultaat, zo staan er geen wachtrijen en elke koe heeft ruim de mogelijkheid om zich drie keer per dag te laten melken.
De bekapbox in een vaste opstelling
Robotspecialist Engberts controleert regelmatig de krachtvoerinstellingen.
Niet de productie alleen, maar het saldo is belangrijk
De gemiddelde melkproductie op de laatste MPR bedroeg 35.1 kg melk met 4.49% vet en 3.53% eiwit, goed voor 2.8 kilogram vet en eiwit per koe. Rundveespecialist Robert-Jan Engberts wijst op het feit dat de gehalten er goed bij blijven ondanks de toename in liters. “De koeien zijn gezond en goed in hun doen, dat zie je ook terug in de resultaten.“ Het rantsoen bestaat uit gras met een derde mais. Dit wordt aangevuld met mineralen, extra eiwit en maisvlokken. Op de robot wordt een startbrok en een productiebrok gevoerd. Een zo hoog mogelijke productie is niet het doel op zich. Het gaat bij Edwin om het saldo. Gedurende de afgelopen jaren is de productie gestegen van 9800 kg naar 11.700 kg melk. Het krachtvoerverbruik per 100 kilogram melk is hetzelfde is gebleven. De voerkosten per 100 kg melk gingen van 14ct naar 10,4ct waardoor het saldo per koe per dag van €9 naar €13 ging.
Het darmstelsel van de koe bestaat uit de dunne darm (ca 25 meter) gevolgd door de dikke darm (ca 10 meter). Wanneer we het over darmverzuring hebben, gaat het over de dikke darm. Nadat voerdeeltjes de vier magen gepasseerd zijn, komen ze eerst in de dunne darm terecht. Hier vindt vertering en opname van voedingsstoffen plaats. In de dikke darm wordt hoofdzakelijk water aan de darminhoud onttrokken. De dikke darm is van invloed op de mestdikte.
Wel zuur geen buffersysteem
In de dikke darm vindt net als in de pens fermentatie plaats. Een belangrijk verschil met de de pens is dat er geen uitwisseling van bicarbonaat en zuren plaats vindt. Ook stroomt er geen speeksel de dikke darm in om de zuurproductie te bufferen. Daarnaast is de darmwand kwetsbaarder, doordat deze slechts uit één cellaag bestaat. In tegenstelling tot de dikke laag verhoornde epitheelcellen waar de penswand uit is opgebouwd.
Voornamelijk vezelfermentatie
Het fermentatieproces in de darm is dan ook veel beperkter dan in de pens. Normaal gesproken worden in de darm hoofdzakelijk nog vezels gefermenteerd. Immers alle makkelijk fermenteerbare stoffen zoals zetmeel, zijn al verteerd in de pens of dunne darm. Wanneer er echter toch onverteerd zetmeel de dikke darm bereikt, zal dit de fermentatie in de darm doen toenemen. Hierdoor worden meer vluchtige vetzuren geproduceerd, terwijl een buffersysteem ontbreekt. Er treedt verzuring op; de pH daalt en de aantallen en soorten darmbacteriën veranderen mee.
Darmverzuring herkennen
Darmverzuring is in de praktijk niet vast te stellen aan de hand van het mestbeeld of andere koesignalen. Ook “kleiklontjes” in de mest (darmepitheel) komen in zekere mate voor zonder dat er sprake hoeft te zijn van darmverzuring. Enkel de zuurtegraad (pH) en het zetmeelgehalte van de mest zijn indicatief voor de mate van darmverzuring. Het op het oog herkennen valt dus niet mee.
Is dikke darmverzuring een probleem?
Er wordt vooral in de Verenigde Staten veel onderzoek gedaan naar de mogelijke gevolgen van darmverzuring. Onderzoekers voorspellen dat wanneer de darminhoud verzuurt, dit de darmwand aantast, waardoor gifstoffen vanuit de darm naar het bloed zullen lekken. Gifstoffen zoals LPS, afkomstig van E.coli bacteriën, kunnen eenmaal in het bloed een immuunreactie veroorzaken. Een immuunreactie kost de koe veel energie en belast het afweersysteem. Een verminderde productie en gezondheid zou uiteindelijk het gevolg kunnen zijn.
Echter zijn er nog geen onderzoeken die aantonen dat deze cascade van effecten ook daadwerkelijk optreedt, zodra de darminhoud verzuurd. Dit is en blijft tot nu toe vooral een vaak herhaalde theorie. Veel onderzoeken waarbij darmverzuring wordt opgewekt, tonen juist het ontbreken van negatieve gevolgen op productie of gezondheid aan. Er is slechts een enkel onderzoek, dat een negatief effect op gezondheid en productie beschrijft. In dit onderzoek is een extreem graanrijk rantsoen gevoerd. Een rantsoen wat erg ver afstaat van onze grasrijke rantsoenen. Het is dus maar de vraag of er in Nederland terecht wordt gesproken over ernstige systemische gevolgen van dikke darmverzuring.
Focus op de pens
Wanneer de pens niet goed functioneert, heeft dit altijd effect op de productie en gezondheid van de koe. Focussen op een optimale penswerking blijft daarom het beste om te doen. Wanneer de pens goed draait, zal ook de darm automatisch minder worden belast. De rantsoenen in Nederland bestaan voor een groot gedeelte uit ruwvoer zoals gras(kuil) of maiskuil. Het is en blijft de pens waar dit ruwvoer hoofdzakelijk zal moeten worden benut.
Hittestress wordt veroorzaakt door een combinatie van een hoge luchtvochtigheid en hoge temperatuur. Koeien kunnen niet goed zweten en raken daarom hun warmte moeilijker kwijt. Door hittestress dalen de liters en de gehaltes. Hoe reageren koeien op hittestress en hoe kunnen wij ze helpen?
Hoe reguleert de koe zich?
Koeien verhogen hun ademhalingsfrequentie om zo de warmte kwijt te raken uit hun lichaam. Hierbij raken ze naast warmte ook vocht en CO2 kwijt. Hierdoor verzuren de koeien. Pensverzuring zorgt voor een daling van de pH in de pens en uiteindelijk een daling van het melkvet. Het verstrekken van een buffer, bijv. Fuite Buffermix, is dan gewenst om verzuring te voorkomen. Een optimale penswerking door een stabiel pensmilieu is immers de basis voor een goede voerbenutting en melkproductie.
Hoe kan ik mijn koeien helpen?
Door klimaataanpassingen, zoals het uitbreiden van ventilatie, ondersteun je koeien gedurende de zomermaanden. Daarnaast zijn er meerdere maatregelen te nemen die betrekking hebben op het rantsoen. Zo is het van belang om broei te voorkomen.
Hoe ontstaat broei?
Tijdens warmere dagen hebben we vaker te maken met rantsoenen die warm worden. Een hoge temperatuur en luchtvochtigheid zijn ideale omstandigheden voor bacteriën, gisten en schimmels om te groeien. Dit veroorzaakt broei in een rantsoen. De drogere kuilen zijn het meest gevoelig voor broei. Kuilen met een hoog suikergehalte hebben namelijk een groter risico om te gaan broeien, omdat het suiker een perfecte voedingsbodem is. Dit komt ook naar voren in figuur 1, de oranje lijn geeft aan hoe het suiker daalt, terwijl (de blauwe lijn) de temperatuur van de TMR stijgt.
Vier tips om het rantsoen koel te houden
Zorg voor voldoende voersnelheid. Streef naar minimaal 1 meter per week.
Maak de kuil niet te ver open, om luchtinslag en broei te voorkomen.
Voer tweemaal daags vers.
Voeg een broeiremmer aan het rantsoen toe.
Een broeiremmer zoals Selko TMR, remt de groei van micro-organismen Hierdoor zijn er minder micro-organismen die broei te veroorzaken. (figuur 2).
Wilt u meer advies over hittestress, broeigevoelige rantsoenen of het gebruik van Selko TMR, bel met kantoor of vraag een van onze melkveespecialisten.
Februari en maart waren recordwarm en zeer nat. Hierdoor kon maar moeilijk mest worden uitgereden terwijl het gras al wel flink groeide. Met als gevolg dat er op onbemeste percelen soms te veel gras stond om nog mest aan te wenden. Ook in april was het extreem nat bij wisselende temperaturen. Door de hoge temperaturen stond er al vroeg veel gras. Half april werd op sommige plekken al een goede eerste snede gemaaid. Eind april volgde een periode mooi weer waarin m.n. in het zuiden en oosten een flinke snede gemaaid kon worden.
Na een nat begin van de maand mei volgde een periode waarin volop gemaaid kon worden in de rest van het land. Uiteindelijk was mei weer recordnat. Door het extreem natte voorjaar, kon veel mais pas na half mei worden gezaaid.
2021
2022
2023
2024
GEM
DS
408
429
398
404
438
VEM
899
986
963
932
946
DVE
68
81
75
74
77
RE
140
151
150
156
156
RC
251
224
237
243
241
Sui
76
144
111
94
109
Tabel1: Voederwaarde eerste snede graskuil van de afgelopen jaren
De gemiddelde voederwaarde van de eerste snede graskuil is lager dan het 10 jarig gemiddelde. Door het zachte voorjaar groeide het gras al vroeg. Door het natte weer in april en begin mei kon echter vaak niet op het juiste moment gemaaid worden. Het VEM- en suikergehalte zijn daardoor lager.
DS
VEM
DVE
RE
RC
RAS
SUI
April
400
938
75
180
220
127
88
Mei 1-7
409
964
79
165
234
96
105
Mei 8-14
398
937
74
150
251
100
94
Na 15 mei
377
888
63
118
273
102
79
Tabel 2: Voederwaarde eerste snede graskuil per week maaimoment
De voederwaarde van de april kuilen valt tegen. Dit komt mede door een hoger RAS-gehalte. Door het natte weer is er meer grond mee ingekuild. Daarnaast is in het algemeen de opbrengst flink geweest, waardoor de VEM ook lager uitvalt. Dit is m.n. duidelijk zichtbaar bij de voederwaarde van de kuilen na half mei. Daar is zowel het VEM als RE-gehalte erg laag geworden door (te) zware snedes.
Het wordt dit jaar lastig om goed te melken van de eerste snede graskuilen. De verschillen zijn enorm groot, waardoor per bedrijf gezocht moet worden naar het optimale rantsoen. Onze verkoopadviseurs helpen u daar graag bij.
In Wijdewormer ligt het melkgeitenbedrijf van de Familie Stolp. Het afgelopen jaar is er veel veranderd om de tegenvallende resultaten te verbeteren. Hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen leest u hier.
Verrassende overstap van financiën naar geiten melken
Na 30 jaar werkzaam te zijn geweest in het bankwezen, vond Piet Stolp het tijd worden voor een nieuwe uitdaging. Als boerenzoon, besloot hij om geiten te gaan melken. Op 1 mei 2014 werden de eerste liters biologische geitenmelk afgeleverd (167 kg). Vandaag de dag wordt er met 1025 geiten zo’n 3485 kg melk per dag geproduceerd. Het bedrijf telt 300 stuks opfok geiten. De geiten worden in twee groepen gemolken in een Fullwood draaimelkstal. Er zijn zes potten en er wordt gevoerd met voerbanden. Piet runt het bedrijf samen met zijn vrouw Christina en zoon Maurits. Het rantsoen bestaat uit vers gras en graskuil balen. Daarnaast krijgen de geiten de Vlog Top brok en een mix van gerst- en maisvlokken. “De geiten hebben baat bij de vaste stabiele samenstellingen van ons krachtvoer. Zo kun je een constant rantsoen voeren”.
Hoewel men is gestart als een biologisch bedrijf, hebben de ondernemers toch de keuze gemaakt om per 1 januari 2023 over te schakelen naar gangbaar. Het tegenvallende resultaat in de beginjaren was vooral te wijten aan de te lage melkprijs. Daarnaast was de leeftijd van de veestapel opgelopen, waardoor een groot deel van de geiten zes jaar of ouder was. Mede hierdoor bleef de melkproductie achter. Een ander punt waar het bedrijf mee bleef worstelen was diarree bij de geiten. Er was gewoon geen grip op te krijgen. “Vanwege de dunne mest werden we voorzichtig met krachtvoer voeren. Zo kwam de melkproductie dus nog verder onder druk te staan”, aldus Piet.
Rust in de pens
“In het najaar van 2023 hebben we een geitenstudiedag van Gebrs Fuite bezocht”, vertelt Piet. Zo kwamen we in contact met Raymond Jansma. Hij is toen bij ons langs geweest om de situatie op ons bedrijf te bespreken. De vertering bleek duidelijk van slag. De eerste uitdaging was om die weer op orde te krijgen. “Met gerstvlokken hebben we rust in de pens gebracht, waardoor het mogelijk is om weer voldoende krachtvoer te gaan voeren”, licht Raymond toe.
Met gerstvlokken weer vooruit
De familie Stolp vertelt dat het moment dat de gerstvlokken zijn ingezet, het begin van de vooruitgang markeert. Afgelopen winter is vervolgens twintig procent van de geiten vervangen voor jonge instroom wat ook positief heeft uitgepakt. De duurmelkers zijn mooi doorgegaan. De gemiddelde dagproductie is ruim een halve liter gestegen in vergelijking tot een jaar geleden.
Samen kritisch blijven
Hoewel het op dit moment goed loopt in de stal, geeft Piet aan een kritische sparringpartner wel te waarderen. “Een voeradviseur die meer doet en weet dan een standaard vertegenwoordiger past bij ons. Zo kunnen we samen scherp blijven”, aldus Piet. Het huidige doel is om de liters verder te verhogen om zo nog meer kilo’s vet en eiwit af te kunnen leveren.
Gezamenlijke bezoekjes aan een gedeelde klant, een groepsapp met de veehouder en een cursus DairyNet. GEA Dairy Management-specialist Youp Wassing en robotspecialist Martin Brandsma van Gebrs. Fuite Veevoeders zorgen voor korte lijntjes om samen de veehouder verder te brengen.
Youp:
“Onze samenwerking begon in 2022. Melkveebedrijf Stuijt stapte toen over naar Gebrs. Fuite Veevoeders, in de hoop de productie weer op de rit te krijgen. Martin en ik zijn daar samen mee aan de slag gegaan. We hebben naar de koeien gekeken, het rantsoen en de instellingen onder de loep genomen en zijn zo samen tot de nodige aanpassingen gekomen.”
Martin:
“In heel korte tijd steeg de productie met wel een liter of 7. Goed voor het vertrouwen en een goed begin van de samenwerking! Het laat ook wel zien dat het werkt om samen op te trekken, daar waren we allebei meteen van overtuigd. Ik weet als robotspecialist best wat van de krachtvoerinstellingen, maar het aanpassen laat ik toch liever aan Youp over, hij is de expert. Door te overleggen weet je ook van elkaar wat de ander doet, en werk je elkaar niet onbewust tegen.”
Youp:
“Twee jaar later schakelen we nog steeds heel regelmatig, uiteraard ook met de veehouder, om samen steeds verder te komen. We zien elkaar regelmatig op het bedrijf en hebben ook een groepsapp met zijn drieën, zodat we altijd op de hoogte zijn. Als ik iets aanpas, of als me iets opvalt, laat ik dat altijd aan Martin weten en vice versa.”
Martin:
“Ik maak graag gebruik van de kennis van Youp. Ik wil op de hoogte zijn van de robots en programma’s en daarbij is
het juist belangrijk om ook anderen in te schakelen. Zo heeft Youp me net bijgepraat over DairyNet, het nieuwe
managementprogramma van GEA en plannen we binnenkort een cursus DairyNet voor mijn collega’s van het
robotteam. Daar ben ik heel blij mee.”
Youp:
“Ik heb zelf natuurlijk al iedere dag met DairyNet te maken en naarmate meer veehouders overstappen komt Martin
het ook steeds vaker tegen. Het is ook in ons belang, en zeker in het belang van de veehouder, om dat goed uit te leggen en te zorgen dat Martin en collega’s het maximale uit onze tools kunnen halen.”
Martin:
“Voor mij zijn natuurlijk vooral de voerinstellingen interessant. In DairyNet is dat lekker overzichtelijk en heb je veel mogelijkheden om ook de opbouw en afbouw los van elkaar in te stellen. Ik vind vooral ook het dashboard fijn, de lay-out is heel overzichtelijk en gebruiksvriendelijk.”
Youp:
“Het gebruiksgemak zien wij ook als een van de grote voordelen van DairyNet. In het dashboard heb je inderdaad
alles in één overzicht en daarnaast merken we dat de veehouders heel blij zijn met de monitoring via de
mobiele app. Zo kun je terwijl je in de stal loopt meteen even een koe checken, of aanmerken om te sorteren.”
Martin:
“Ik ben zelf ook veehouder, dus ik kijk automatisch ook met die blik. Die app is inderdaad heel fijn, en lekker
praktisch. Zeker jongere veehouders zullen die veel gebruiken. Als adviseur vind ik het ook handig dat je er heel makkelijk de juiste lijsten uit kunt halen, waardoor je heel gericht kunt adviseren. Met de uitleg van Youp kunnen we daar nog meer gebruik van maken.”
Youp:
“Ik vind het alleen maar fijn als andere erfbetreders ook met DairyNet aan de slag gaan, en daarin met hun
expertise de instellingen van de robot optimaliseren. Het is dan wel belangrijk dat ze weten hoe de app werkt en
daar zorgen we met dit soort korte cursussen voor.”
Martin:
“Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel: zorgen dat de veehouder goed kan melken en dat het lekker loopt in
de stal. Dan kun je wel denken ‘ik doe het zelf wel’, maar ik doe het liever samen. Met Youp schakelt het heel
snel, we kunnen elkaar altijd appen of bellen, en dat maakt samen met de veehouder een gouden team.”
Artikel met toestemming overgenomen uit het magazine ‘de BOER op’van GEA Farm Technologies Nederland BV.
Methaan is een broeikasgas dat o.a. vrijkomt bij de fermentatie van voer in de pens van een herkauwer. Bovaer is een bewezen veilig additief voor de koe dat de methaan emissie flink verlaagd. Ook heeft Bovaer geen enkel effect op melksamenstelling en kwaliteit. Bovaer verlaagt de methaanemissie in de kringloopwijzer met 28%!
Vergoeding voor voeren Bovaer
Vanwege vraag naar zuivel met een lagere CO2 voetafdruk, is Friesland Campina gestart met een ‘ontwikkelgroep’ leveranciers. Deze groep veehouders moet verplicht Bovaer voeren aan hun koeien waarbij Friesland Campina de kosten vergoedt.
Bovaer alleen via maatmeel of maatmineraal verstekken
Bovaer mag niet enkelvoudig verstrekt worden aan de koeien en dient gelijkmatig over de dag opgenomen te worden. Bovaer mag daarom alleen middels een maatmineraal of een maatmeel verstrekt worden aan de koeien. Deze voeders zijn bij Gebrs. Fuite leverbaar.
Voor verdere vragen kunt u overleggen met uw Fuite verkoopadviseur.
Op melkveebedrijf Duker Masteling in Nijeveen worden 120 koeien met het bijbehorend jongvee gehouden. Het bedrijf wordt gerund door Richard, Wendy en Sofie. Onlangs zijn ze gestart met het verstrekken van stro + brok aan de jongste kalveren.
Meteen na de geboorte biest van hoge kwaliteit
De kalveren krijgen zo snel mogelijk na de geboorte vier liter biest van goede kwaliteit (brix > 23). Om te zorgen dat een kalf ook daadwerkelijk vier liter biest opneemt, werkt men met een sonde. “Sinds we hiermee begonnen zijn, zien we duidelijk betere resultaten”, vertelt Richard. De kalveren gaan na twee weken van de eenlingboxen naar strohokken met een drinkautomaat. Hier krijgen de kalveren tot acht liter Prominend Super en daarnaast onbeperkt stro + brok aangeboden.
Na spenen ontstaat vaak een speendip
Bij kalveren tot een maand of vijf oud is de pens nog niet volledig ontwikkeld. Deze kalveren hebben behoefte aan een droog en structuurrijk rantsoen met voldoende eiwit. Helaas valt het in de praktijk tegen om ieder jaar geschikt ruwvoer te winnen voor het jongvee. Kalveren laten het echter snel zien wanneer er iets niet klopt. Denk bijvoorbeeld aan hangbuikjes (peerbuikjes), ruig in het haar zitten of te dunne mest. Vaak is een te natte kuil en te weinig structuur in het rantsoen de oorzaak van deze verschijnselen. Een nat (zuur) product met weinig structuur kan de jonge pens niet of nauwelijks verteren.
Constant rantsoen en hoge opname bij stro + brok concept
Ook op melkveebedrijf Duker Masteling was er geen geschikt ruwvoer beschikbaar voor de kalveren. Daarom is er gekozen voor het “Fuite Stro+Brok rantsoen”. Dit rantsoen is eenvoudig door de veehouder zelf te mengen (wat onnodige kosten bespaart) en biedt de perfecte verhouding aan energie, eiwit en structuur. Het mengsel kan door de kalveren volledig worden benut en daarnaast is er altijd een mooi constant rantsoen voor de kalveren beschikbaar. ‘Door de smakelijke brok is de opname ook heel goed. We zien vitale kalveren die vaak aan het voerhek staan te vreten. Ook zien we duidelijk meer herkauwende kalveren en mooie mest’, geeft Sofie aan.
Geen speendip meer door hoge opname
“Tot vijf maanden worden onze kalveren onbeperkt gevoerd, daarna krijgen ze droge kuil en wordt de brokgift afgebouwd. Toen Jan met het idee kwam om stro met brok te gaan voeren bij de kalveren was ik eerst nog niet zo enthousiast” geeft Richard aan. “Ik twijfelde of het wel smakelijk genoeg zou zijn. Maar we zien nu dat zelfs de kalveren in de eenlingboxen het al goed beginnen te vreten. Daarnaast zien we door de hoge opname geen speendip meer als we de kalveren van de melk halen”. Door de goede benutting van de jeugdgroei wordt de basis gelegd voor een optimale ontwikkeling. “Door de groei optimaal te benutten en tijdig te insemineren realiseren we momenteel een afkalfleeftijd van ons jongvee van 24 maanden’, geeft Sofie aan.
Wilt u ook advies over jongvee? Neem contact op met één van onze kalveropfokspecialisten.
Rondom afkalven daalt de drogestof opname. Daarmee daalt ook de totale opname van nutriënten zoals energie en eiwit. Zomerse temperaturen maken het veelal nog uitdagender om de drogestof opname van droogstaande koeien op peil te houden. Echter goede opname is cruciaal om de pens goed te laten functioneren en daarmee de energie voorziening voor de koe op peil te houden.
Cruciale rol voor de pens bij voorkomen leververvetting
Het verbranden van lichaamsvet rondom afkalven is een fysiologisch proces. Toch willen we conditiedaling zoveel mogelijk beperken. De mobilisatie van te grote hoeveelheden lichaamsvet zal namelijk leiden tot leververvetting. Opname van voldoende energie is daarom van cruciaal belang. Voor een goede voeropname is een goed werkende pens nodig. Ook tijdens de droogstand is het daarom nodig om het rantsoen van voldoende pensenergie en pens-eiwit te voorzien. Hoe beter de pensbacteriën gevoed worden, des te beter de pens draait en de voeropname ook begin van de lactatie op peil zal blijven.
Het belang van B-vitamines
B-vitamines spelen een essentiële rol in de energievoorziening. Anders dan bij eenmagige dieren produceren herkauwers B-vitamines zelf. Dit vindt plaats in de pens. Alleen als de pens goed werkt, worden er voldoende B vitamines geproduceerd. In geval van een lagere voeropname, door minder goed werkende pens, of stress, is het aan te raden om bepaalde B-vitamines bij te voeren. Let hierbij wel op dat deze pensbestendig zijn, om hun werking ook te kunnen garanderen. Choline is een B vitamine dat de lever ondersteunt. Choline is betrokken bij het omzetten van lichaamsvet naar energie voor de koe. Het is daarom een B vitamines met een belangrijke functie tijdens de transitieperiode.
Sturen via voeders
Voor een goede voorbereiding voor de lactatie en probleemloos afkalven is het gebruikelijk en noodzakelijk om droogstandsmineralen bij te voeren. De Fuite droogstandsmineralen verbeteren de afweer, zorgen voor minder kans op melkziekte en minder aan de nageboorte blijven staan.
Daarnaast is de droogstand de voorbereiding voor de lactatie. Rondom afkalven gaan koeien afvallen, waardoor de lever extra wordt belast. De energiebehoefte van de verse koe is juist erg hoog. Om aan deze energiebehoefte te voldoen, moet de droge stofopname al voor afkalven maximaal zijn en de lever goed functioneren.
Voor extra ondersteuning van de droge stofopname, de energiestofwisseling en de lever rondom afkalven heeft Gebrs. Fuite een nieuw mineraal ontwikkeld: Droogstands Turbomineralen!
Door Droogstands Turbomineralen te voeren wordt naast de voordelen van droogstandsmineralen ook de droge stof opname gestimuleerd en de lever ontlast, zodat de koeien een soepelere transitie doormaken en probleemloos een hogere piekproductie realiseren. De Droogstands Turbomineralen zijn daarnaast aan re raden op bedrijven waar de droge koeien een boven gemiddelde conditie hebben en in perioden waarin meer stress optreedt zoals hittestress!
Tevens zijn de start voeders van Gebrs. Fuite uitgerust met een B vitamine complex om de start in de lactatie te bevorderen.
Voor een passende advies voor uw koeien kunt u contact opnemen met onze voeradviseurs.
×
Hallo!
Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl