Betere bigvitaliteit door TopHeat

Rondom spenen zijn veel zaken belangrijk: goede beerstimulatie, 16 uur veel licht in een vast patroon, veel water, een niet te hoge temperatuur in de inseminatiestal en uiteraard de voeding. De beste resultaten bereiken we niet alleen met extra voedingsaandacht in de dekstal. Tijdens de gehele cyclus van de zeug moet de voeding op en top voor elkaar zijn.

 

Snelle energiebronnen beperken voeropname

Na spenen moeten de zeugen snel weer in een positieve energiebalans komen. Zodat de productie van de vruchtbaarheidshormonen goed op gang komt. Deze hormonen stimuleren het afrijpen en vrijkomen van de eicellen. Van oudsher worden hiervoor snelle energiebronnen zoals suiker en dextrose gebruikt. Echter de glucosepiek uit suiker en dextrose beperkt de maximale voeropname. Onze ervaring is daarom dat een vet-eiwitkern een meer geschikte energiebron is in deze periode.

Wel extra energie, geen dip in de voeropname

Met een vet-eiwitkern krijgt de zeug extra energie. Echter is er veel meer insuline nodig om dit te verwerken. Daarnaast vreten zeugen makkelijker door omdat de vet-eiwitkern niet verzadigend werkt. Om eenvoudig een vet-eiwitkern te kunnen voeren ontwikkelden wij Topheat. Een vet-eiwitkern die als topdressing aan het dekstalvoer kan worden toegevoegd. Daarnaast heeft het assortiment van Gebrs. Fuite speciale dekstalvoeders waarin de vet-eiwitkern is toegevoegd.

Praktijkervaring

Voeren van een vet-eiwitkern rondom spenen levert in de praktijk goede resultaten op. Zeugen worden beter berig en het percentage dat succesvol draagt is hoger. De ervaring is dat het percentage kleine biggen afneemt en de bigvitaliteit toeneemt. Zwaardere en vitalere biggen vinden na de geboorte sneller de speen met biest en leggen hiermee ook de basis voor een betere groei als big en als vleesvarken.

TopHeat

Topheat is verkrijgbaar in poedervorm met een unieke vet-eiwitkern met extra vitamines en mineralen. Wij adviseren TopHeat 2x daags over het voer te verstrekken, met een dosering van 150 gram per keer.

Vliegen bestrijden doe je zo!

Stijgende temperaturen hebben als gevolg dat we in de buurt van dieren meer vliegen aan treffen. Het aantal vliegen kan zo hoog worden dat ze overlast veroorzaken. Daarnaast verspreiden vliegen ziektekiemen van dier tot dier. Kortom iets om goed aan te pakken!

Vliegen zijn een bron van overdracht van ziekteverwekkers bij jonge dieren zoals biggen, kalveren en lammeren. Vliegen eten niet alleen mee van het voer, maar spugen er ook in. Zo verspreiden vliegen niet alleen zichzelf, meer ook ziekteverwekkers (wist je dat een vlieg wel 500 tot 1000 eitjes kan leggen).

 

Tip 1:

Zorg voor een goede hygiëne in de stal. Een vlieg heeft een sterke voorkeur voor voer, warmte en vocht. Zorg voor zo min mogelijk voerresten en natte plekken. Kijk ook kritisch naar “koeken” in de mestkelder.

Tip 2:

Begin met het bestrijden van maden. Zo doorbreken we de cyclus en voorkomen we dat deze maden vliegen worden. Tel je nu ongeveer 10 vliegen op een dier of muur, dan komen er de komende tijd nog eens 50 vliegen bij! Wij adviseren om Neporex te gebruiken. Dit middel is eenvoudig toepasbaar en breed inzetbaar. Neporex is verkrijgbaar bij Fuite in emmers van 5 kg en 20 kg. U kunt het dus eenvoudig mee bestellen bij uw bestelling!

Tip 3:

Om het gewenste resultaat te halen op uw bedrijf is het van belang om niets over het hoofd te zien en de middelen op de juiste manier toe te passen. Vraag onze specialisten voor een passend advies op uw bedrijf.

 

Verhoog maiskwaliteit met extra Kali

Kalium is een belangrijk element voor een goede groei van de maisplant. Bovendien draagt een goede kalivoorziening bij aan een betere droogte resistentie en het zetmeelgehalte in de maïs.

 

Minder Kali uit drijfmest

Weet u eigenlijk hoeveel Kali via drijfmest is bemest? Door de afbouw van derogatie, is op derogatie- bedrijven minder drijfmest beschikbaar om gras- en maisland te bemesten. Bovendien dalen de gemiddelde gehaltes van Kali in rundveedrijfmest al jaren. Terwijl het voor een goede plantontwikkeling, droogteresistentie en zetmeelgehalte essentieel dat er voldoende Kali bemest wordt op maisland.

 

Verhoog uw maiskwaliteit door Kali toe te dienen

Na de drijfmest volgt de (rijen)bemesting met stikstof.  Door dan ook extra kali te bemesten  kunt u de onttrekking compenseren. Door de maïsteelt onttrekt u minimaal 300 kg K20 terwijl u bij een gift van 40 kuub drijfmest (met gemiddelde gehalten) 200 kg kali bemest. Wij raden aan om 100 kg zuivere Kali (Kali-40 of Kali-60) per ha maisland aanvullend te bemesten. Dit is voldoende bij gemiddelde kali gehaltes in drijfmest.

 

 

 

Prominend Colostrum nu ook in voordelige 3 kg verpakking verkrijgbaar

Prominend colostrum is een ziektevrije ingedroogde koebiest met gegarandeerde kwaliteit verrijkt met ei-antistoffen. Prominend Colostrum verbetert de biest kwaliteit en ondersteunt zo de weerstand van het pasgeboren kalf.

Ook als een koe helemaal geen biest heeft is de Prominend Colostrum een prima alternatief.  Doordat deze gemakkelijk op te lossen is in koemelk of e.v.t. water.

Product eigenschappen van Prominend Colostrum:

  • Gegarandeerde immunoglobulines
  • Vrij van besmettelijke ziekten

Product voordelen:

  • Verbetert biest kwaliteit
  • Ondersteunt in geval van biest tekorten

De Prominend Colostrum is nu ook verkrijgbaar in een 3 kg verpakking. Dat is bijna 20 % voordeliger dan de kleine Prominend Colostrum verpakking. Benieuwd naar dit product? Onze kalveropfokspecialisten vertellen er graag meer over!

Denk aan uw droge koeien in de zomer

Hittestress wordt veroorzaakt door luchtvochtigheid en temperatuur. Koeien kunnen niet goed zweten en raken daardoor moeilijker hun warmte kwijt. Door hittestress dalen de productie en de gehaltes. In de regel wordt er veel gesproken over melkvee en weinig over droge koeien als het gaat om hittestress.

 

Welke signalen geven droge koeien met hittestress?

Om warmte kwijt te raken zullen koeien de ademfrequentie verhogen om zo warmte kwijt te raken. Ook zien we dat ze minder snel gaan liggen. Zo kunnen ze warmte kwijt raken met behulp van de lucht die langs het lichaam stroomt. Als de nachten koel(er) zijn daalt de lichaamstemperatuur van de koe nog. Stijgen de nachttemperaturen dan wordt het moeilijker voor de koe. De uitdagingen rondom hittestress liggen daardoor met name in de tweede helft van de zomer. Als gevolg hiervan kalven koeien 2-8 dagen vroeger af en zijn de kalveren lichter dan normaal.

 

Wat kunnen we doen om droge koeien te ondersteunen?

Voeding:
Zorg dat de drogestof opname op peil blijft. Belangrijk hierbij is om een het rantsoen fris te houden en daarom is het raadzaam dagelijks te voeren.

Water:
Water is zeer belangrijk om te koelen. Zorg dus voor goede toegang tot voldoende fris en schoon water. De wateropname kan met 29% toenemen bij een temperatuurstijging van 20 naar 30 graden Celsius.

Omgeving:
Koelen door middel van ventilatoren is raadzaam bij droge koeien. Mest daarnaast vaker de strostal uit. Indien de strolaag dikker wordt kan deze veel warmte produceren en vasthouden.

Droogstandslengte:
De droogstand is belangrijk voor het uierweefsel om zich te  Dit proces duurt 6-8 weken. Onderzoek laat zien dat door vroegere kalfdatum, en dus niet volledig hersteld uierweefsel, de melkproductie over de hele lactatie achterblijft. Zet daarom nu de koeien 7 tot 8 weken droog om het uier de kans te geven zich goed voor te bereiden ook als de koe vanwege de hitte eerder kalft.

 

Voor verdere vragen of advies vraag één van onze adviseurs.

Stabiele broksoorten zorgen dat het soepel loopt in de stal

VOF Kapper – Lammers te Zutphen heeft een melkveebedrijf in combinatie met een goedlopende horecatak. Het bedrijf wordt geleid door Ben en Irma Lammers in samenwerking met zoon Benjamin. Het bedrijf telt 70 melkkoeien en 40 stuks jongvee. De horecatak bestaat uit een winkel en catering voor feestjes. Daarnaast worden voor zo’n vijfhonderd maaltijden per dag gesneden aardappels en groenten geleverd aan instellingen in de buurt. “Zeker de helft van onze tijd zit in het horecagedeelte, maar daar is de winstverdeling ook naar. In de stal moet het soepel lopen, zodat we tijd hebben om aan de slag te kunnen in de keuken”, aldus Ben.

‘Onze grond beter leren kennen’

Het bedrijf is extensief met 10.500 kilogram melk per hectare. De VOF kiest er voor om eigen krachtvoerproducten te verbouwen. Van de 64 hectare is het grootste gedeelte in gebruik als grasland. Naast gras wordt er zomergerst, mais, deels MKS, voederbieten en luzerne geteeld. In 2023 zijn er ook veldbonen geteeld. “Dat was mooi om te proberen, maar de opbrengst viel tegen terwijl er wel veel gewasverzorging nodig was”, aldus Benjamin. Dat het bedrijf slaagt in het verbouwen en inzetten van eigen krachtvoer blijkt ook uit de cijfers. In 2023 lag het voerverbruik op 16,5-17 kg aangekocht krachtvoer per 100 kilogram melk, bij een gemiddelde BSK van 47.

“We doen mee aan het project Vruchtbare Kringloop Achterhoek. Dat houdt ons scherp en geeft inzicht”, verteld Ben verder. “We leren onze grond zo beter kennen en anticiperen daar op door specifiek te bemesten en in ons geval gips te strooien. De pH van de grond was goed, maar het calciumgehalte te laag.”. Zo hebben we afgelopen jaar voor het eerst luzerne geteeld. Aan de hand van grondmonsters hebben we extra Kali bemest, met zichtbaar resultaat en een goede opbrengst”, aldus Benjamin. Het bewust bezig zijn met bemesting is volgens Benjamin nog een kans voor veel bedrijven.

Broksoorten stabiel houden bij rantsoenwijzigingen

De koeien worden gemolken met een Lely A4 melkrobot. De 70 koeien zijn goed voor 10.000 kg melk per koe met 4.70% vet en 3.75% eiwit. Relatief veel melk en vooral veel kilogrammen vet en eiwit uit één melkrobot dus. Het basisrantsoen bestond afgelopen winter uit: graskuil, luzerne, MKS, voederbieten en veldbonen. In de melkrobot krijgen de koeien twee verschillende productiebrokken, waarvan één gemengd met maisvlokken . De verse koeien krijgen daarnaast de eerste 120 dagen eigen gerst op de krachtvoerbox.

In de zomer wordt er veel geweid. Het weidegras wordt aangevuld met snijmais en een derde snede gras met daarin de tweede snede luzerne. In de 15 jaar dat melkveespecialist Freek Giessen bij familie Lammers komt, zijn de krachtvoersoorten maar zelden gewijzigd. “We kunnen sturen door de ene soort te verhogen en de andere te verlagen. In mijn ogen is het juist goed voor de koe om de broksoorten stabiel te houden” geeft Freek aan. “Bij een rantsoenwijziging verandert er al genoeg, ik laat de brokken dan juist graag hetzelfde”.

 

Een optimaal gemengd rantsoen

Onze melkveevertegenwoordigers komen geregeld bijelkaar om kennis en ervaringen met elkaar te delen. ‘Gemengd voeren’ stond in april als thema op de agenda. De collega’s zijn aan de slag gegaan met onder meer de kuilen, de mengwagen en het rantsoen. Hieronder leest u het antwoord op een aantal veelvoorkomende vragen uit de praktijk.

 

Welke signalen wijzen op selectie aan het voerhek?

  • Het vreetgedrag verraadt veel. Als koeien niet recht van boven vreten bijvoorbeeld. Je ziet koeien graven, schuiven en gooien met het voer.
  • Wanneer er een uur na het voeren gaten in het gevoerde mengsel verschijnen.
  • Of wanneer er veel voer (meel) aan de neusspiegels van de koeien plakt tijdens het eten
  • Als je zowel dunne als dikke mest ziet: geen homogeen mestbeeld.
  • Uiteenlopende lichaamscondities binnen de koppel kunnen ook het gevolg zijn van selectief vreten.
  • Drukte aan het voerhek op het moment van voeren. (Dit kan ook een teken zijn van te krap (rest)voer)

 

Welke invloed heeft de laadvolgorde op het gemengde rantsoen?

Van “grof naar fijn”, van “nat naar droog” of juist andersom? Er bestaan verschillende theorieën over de juiste laadvolgorde. Van klein naar groot mengen geeft in de praktijk het beste resultaat: doe je de koffiemelk als eerste in het kopje dan mengt het vanzelf. De laadvolgorde is zelfs van invloed op de mate van broei aan het voerhek. Om broei te voorkomen kun je het water het beste vóór de kuil in de mengwagen doen.

 

Hoe voorkom je bolletjes in het voer?

Als het om gemengd voeren gaat, zien we wel eens ongewenste bolletjes graskuil in het voer. De eerste variant ontstaat in de opraapwagen, doordat het gras tussen de messen van de volle opraapwagen door wordt gedrukt. Het tweede type bolletjes ontstaat tijdens het mengen. Plakkende natte kuilen hebben hier sneller last van. Tips om het ontstaan van deze tweede variant bolletjes te voorkomen zijn;

  • Voorkom een te volle mengwagen
  • Gebruik een tegenmes in de wagen
  • Zorg voor scherpe messen in de mengwagen

 

Welke mengwagen mengt het beste?

Er bestaan drie types mengwagens; een horizontale mengwagen, een verticale mengwagen en een zogeheten peddelmenger. Alle mengwagens kunnen goed mengen wanneer aan de juiste (type afhankelijke) voorwaarden wordt voldaan. Voor iedere mengwagen geldt dat overbeladen van de wagen een goed mengproces verhinderd. Bij het bepalen voor hoeveel koeien de wagen geschikt is spelen diverse factoren mee. Zoals; het aantal kuubs, het type vijzel en de te mengen componenten.

Niet alleen het aantal kuubs, maar ook het type vijzel en de te mengen componenten bepalen voor hoeveel koeien de wagen geschikt is om goed te mengen. Om te weten hoe vol de wagen kan, moet je er in kijken. Immers niet de hoogte van de bak, maar de hoogte van het laatste mes bepaalt hoe vol de mengwagen kan worden geladen. Iedere mengwagen kan een goed gemengd rantsoen voordraaien, wanneer onderstaande factoren goed op elkaar zijn afgestemd:

  • Mengwagen inhoud en type vijzel
  • Deeltjeslengtes rantsoencomponenten
  • Toerental en mengtijd

Een berekend rantsoen komt alleen tot zijn recht, wanneer dit ook als zodanig wordt gevreten. Het mengen en voeren van de koeien is van grote invloed op wat iedere koe werkelijk opneemt. De melkveespecialisten van Gebrs Fuite denken graag met u mee. Zo zijn er schudboxen aanwezig om het gemengde rantsoen te controleren. Ook onze timelapse camera’s zijn heel handig om het vreetgedrag (ook ’s nachts) in beeld te brengen.

Onze melkvee collega’s helpen u graag met hun kennis en ervaring.

De lever: dé energiegenerator van de koe!

Een negatieve energiebalans aan het begin van de lactatie is onvermijdelijk. Een orgaan dat we daarbij niet moeten onderschatten is de lever. Deze kan namelijk lichaamsvet omzetten in glucose wat als energiebron dient.

 

Negatieve energiebalans risicomoment voor ontstaan leververvetting

 

Een negatieve energiebalans aan het begin van de lactatie is onvermijdelijk. Immers de voeropname is nog niet maximaal en de melkproductie piekt. Hierdoor ontstaat een tekort aan glucose en wordt lichaamsvet gemobiliseerd als energiebron. Wanneer een koe veel lichaamsvet mobiliseert, kan de lever dit onvoldoende verwerken. Dit kan leiden tot leververvetting.

 

Wat is het risico bij leververvetting?

 

Door een vervette lever kan minder glucose geproduceerd worden. Terwijl dit juist belangrijk is voor een goede productie en een goed werkend afweersysteem. Tevens zal een vervette lever minder goed werken als filter van het bloed. Dat is nadelig voor de weerstand. Leververvetting is daarnaast een belangrijke oorzaak van vruchtbaarheidsproblemen.

 

Hoe draagt Choline bij aan een gezonde koe?

 

Een hulpmiddel om de lever schoon te houden is Choline chloride. Pensbestendige choline chloride kan bijdragen aan een betere gezondheid van de lever. Het ontvet de lever waardoor de kans op ketose, oftewel slepende melkziekte aanzienlijk verkleind wordt. In meerdere start- en transitievoeders zetten we choline in, om de energievoorziening te optimaliseren. Vraag onze adviseurs welke voeders choline bevatten om uw koeien te ondersteunen.

 

Betere benutting eigen ruwvoer door inkuilmiddel

Volop drukte rondom het maaien van de eerste snede. Voldoende, smakelijk ruwvoer, van goede kwaliteit is de basis voor uw melkveebedrijf. Goed en smakelijk ruwvoer betekent gezonde dieren met een hogere melkproductie en een beter voersaldo!

Recent onderzoek door Groeikracht toont aan dat door het gebruik van een inkuilmiddel de drogestof-verliezen ongeveer worden gehalveerd. Bovendien is de kuil sneller stabiel. Zie figuur 1.

Figuur 1. Minder drogestof-verliezen door gebruik inkuilmiddel. 

Doordat de kuil sneller stabiel is met het gebruik van een inkuilmiddel gaat er ook minder kostbaar eiwit verloren uit uw ruwvoer verloren.

 

Ook tijdens het inkuilproces treden verliezen op. Enkele tips om verliezen te voorkomen:

  • Maai niet te kort (minimaal 6 cm). Tekort maaien belemmert de hergroei en verhoogt het risico op vervuiling met grond en mest resten.
  • Kuil niet te droog in. Droger gras verhoogt de kans op broei en schimmel (bij uitkuilen). Kuil ook niet te nat. Een lagere DS-gehalte geeft een slechtere eiwitbenutting en een lager melkeiwitgehalte. Ideaal is een DS-gehalte tussen 40 – 50%!
  • Goed aanrijden van de kuil is van groot belang voor een goede conservering.
  • Sluit de kuil direct goed af. Gebruik plastic in combinatie met een onderfolie en dek de kuil goed af met een beschermkleed en gronddek.
  • Gebruik altijd een conserveringsmiddel. Welk middel u kiest is afhankelijk van het DS-gehalte.
  • Zorg voor voldoende voersnelheid.
  • Werk met een recht snijvlak.

 

Gebrs. Fuite levert diverse inkuilmiddelen

 

Inkuilmiddelen van Pioneer

Welk middel u inzet is afhankelijk van het droge stof gehalte. Nat gras (tot 30% DS) moet snel geconserveerd worden om voederwaardeverliezen te voorkomen. Hiervoor gebruikt u Pioneer 1188.

Is het gras wat droger, rond de 35-45 % DS,  dan kan ook verlies optreden door schimmels en broei bij uitkuilen. Dan is Pioneer 11G22 een uitstekende keuze. Bij droge kuilen van meer dan 45% DS is de kans op conserveringsverliezen duidelijk minder maar ligt de kans op broei en schimmel op de loer. Dán gebruikt u Pioneer 11A44.

 

Inkuilmiddelen van Barenbrug

Inkuilmiddelen van Barenbrug zijn o.a.:

  • Bonsilage Plus
  • Bonsilage Forte
  • Bonsilage Fit Gras

Vragen of advies? Neem contact op met onze verkoopbinnendienst  of vraag uw melkvee-adviseur.

Effectieve en eenvoudige vliegenbestrijding

Als gevolg van de oplopende temperaturen treffen we in de buurt van dieren weer de eerste vliegen aan. Wist je dat een vlieg wel 500 tot 1000 eitjes kan leggen. Als er niet wordt ingegrepen neemt het aantal vliegen snel toe. Lees hier hoe je grote overlast kunt voorkomen.

 

Bron van ziekteverwekkers

Naast het veroorzaken van overlast zoals tijdens het melken of bij de emmers, spenen of drinkautomaat voor jonge dieren, verspreiden vliegen ook heel gemakkelijk ziektekiemen van dier tot dier. De stalvliegen spugen namelijk eerst in hun voedsel voor ze het opeten.

 

Tip 1: Hygiëne 

Zorg voor een goede hygiëne in de stal. Een vlieg heeft een sterke voorkeur voor voer, warmte en vocht. Regelmatig uitmesten en restvoer tijdig vervangen helpt.

 

Tip 2: Maden bestrijding

Start in april met het bestrijden van de maden. Zo wordt de cyclus doorbroken en voorkomen we dat deze maden vliegen worden. Tel je nu ongeveer tien vliegen in de stal, dan komen er de komende tijd nog eens vijftig bij. Wij adviseren om  Neporex te gebruiken. Dit middel is eenvoudig toepasbaar en breed inzetbaar. Neporex is verkrijgbaar bij Fuite in emmers van 5 kg en 20 kg. U kunt het dus eenvoudig mee bestellen bij uw bestelling!

 

Tip 3: Vraag uw verkoopadviseur

Vraag uw verkoopadviseur voor een passend advies op uw bedrijf. Om het gewenste resultaat te halen is het van belang om niets over het hoofd te zien en de middelen juist toe te passen.

 

 

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?