Continuïteit voor een optimale melkproductie

Onlangs organiseerde Gebrs. Fuite een studiedag voor geitenhouders. Tijdens deze bijeenkomst deelde Ruud Vullers zijn visie op hoe continuïteit invloed heeft op de melkproductie. Een geit is anders dan een koe. Maar wat is er anders en waar kunnen we op sturen? Beiden zijn herkauwers, waarbij de pens de belangrijkste van vier magen is. Waar zit het verschil?

In figuur 1 is het onderscheid tussen de verschillende herkauwers al mooi weergegeven. De geit staat centraal, met twee grote verschillen ten opzicht van een rund. Te weten het vreetgedrag en de grootte van de netmaag.

 

 

Andere vertering

De geit vreet vaker en kleinere porties. Ze stuurt in de natuur tussen bladmateriaal en stengel. Wat ook mede haar drang om te selecteren kan verklaren. De netmaag van de geit is veel kleiner in vergelijking met een koe. Hierdoor stroomt het voer sneller door naar de darm. Er is sprake van een hogere passagesnelheid van het voer in de geit. Deze combinatie zorgt ervoor dat de geit daadwerkelijk een andere en snellere vertering heeft. Door de hogere passagesnelheid is de voeropname ook hoger in relatie tot het lichaamsgewicht.  Bij het maken van rantsoenen voor geiten moet rekening worden gehouden met deze verschillen in de vertering ten opzichte van de koe.

Nemen we het totale rantsoen van de geit in ogenschouw vreet ze ongeveer 1 kg droge stof aan ruwvoer en 2 kg droge stof(of meer) aan krachtvoer. Krachtvoer is daarmee het hoofbestanddeel van het rantsoen en de samenstelling hier van is dus van wezenlijk belang.

Een goede melkproductie is het gevolg van een stabiele en optimale vertering van voer. Wisselingen in de samenstelling van het voer, kunnen daarom het beste zo veel mogelijk worden vermeden.

Verschillende grondstoffen hebben verschillende afbouw karakteristieken. Dit betekend dat niet de nutriënten maar de karakteristieken van de grondstoffen de effectiviteit van de vertering bepalen.  Door de hogere passagesnelheid is het van belang om structuurbronnen te voeren om de passage iets te remmen. Echter is de behoefte naar snel verteerbare koolhydraten niet te onderschatten. Als we dit niet doen hebben we het risico dat het voer onverteerd de darm bereikt. Vaak hebben we het over diarree met als oorzaak pensverzuring. Echter als het voer onverteerd in de darm komt, vindt hier (te)veel vertering plaats, wat ook voor diarree kan zorgen, door darmverzuring.

Samengevat: willen we in de vertering de passagesnelheid van het voer wat remmen, en tevens de snel verteerbare energie verhogen om te zorgen dat het voer in de pens verteerd kan worden. Onze geiten specialisten beoordelen graag samen met u de samenstelling van uw ruwvoeders en krachtvoeders. Voor een stabiel en hoogwaardig rantsoen voor uw geiten.

 

 

 

 

 

Zeer hoge zetmeelgehaltes snijmais

Het voorjaar van 2023 was koud en nat. Hierdoor kon pas laat mest uitgereden worden. In het zuiden en oosten kon begin mei gezaaid worden. Door het natte weer werd in het noorden en westen vaak pas half mei mais ingezaaid. Er is dus in het algemeen niet vroeg gezaaid. Door het zeer droge weer in juni stokte de groei van de maisplanten ook nog eens.

Vanaf begin juli viel er weer volop regen, waardoor de mais zeer snel verder groeide. Ondanks de late inzaai en trage start, verliep de afrijping voorspoedig. Half oktober was toch vrijwel alle mais geoogst.

HOOG ZETMEEL!

Door de late groei is er in het algemeen wat minder massa geoogst. De kolven waren wel goed ontwikkeld. Hierdoor is het gemiddelde zetmeel gehalte erg hoog  en het RC-gehalte laag (zie tabel 1). Het gevolg is dat de gemiddelde VEM erg hoog is, maar dat de snijmais dus minder structuur levert. Aangezien het DS-gehalte ook hoog is, zal het zetmeel voor een groter deel pas in de darmen verteren. Er zal dus vaker structuur bijgevoerd moeten worden om darmverzuring te voorkomen en uw vee gezond te houden!

 

Hoog aandeel vet houdt conditie kalveren goed op peil

Melkveehouder Wim van Eck voert zijn kalveren sinds deze zomer geen koemelk uit de tank meer, maar poedermelk. De kalveren krijgen het nieuwste melkpoeder: Prominend Gold. ‘De conditie van de kalveren is super’, constateert Van Eck.

Tussen Zeist en Bunnik (Utrecht) ligt het melkveebedrijf van Wim van Eck. Wim melkt samen met zijn zoon Gerwin 114 koeien. In 2018 heeft de familie van Eck de overstap naar robot melken gemaakt. De productie is de laatste jaren gestegen naar jaarrond 10.500 kilo melk met 4,17 procent vet en 3,41 procent eiwit. Het bedrijf boert op 51 hectare grond, waarvan vijf hectare mais en acht hectare natuurland. De koeien worden geweid en er wordt perspulp en bierborstel bijgevoerd. Het jongvee wordt op een externe locatie opgefokt.

 

Onze doelstelling is een makkelijke, sterke koe fokken

Bij de familie Van Eck wordt er sinds enkele jaren ingekruist met Fleckvieh. Doordat zoon Gerwin destijds fulltime buitenshuis ging werken, was de beschikbare arbeid beperkt. Een makkelijke, sterke koe fokken werd daarom de doelstelling. Via de Fleckvieh-studieclub kwam Wim in contact met MKD. Sinds vijf jaar alweer haalt MKD de kalveren op. Dit bevalt goed omdat Wim bij het ophalen direct kan zien hoeveel een kalf weegt en welke prijs dat oplevert. Melkveehouders krijgen daarnaast via een terugkoppeling van MKD te zien hoe de eigen kalveren het op de kalverstal doen ten opzichte van de rest. Deze terugkoppeling wordt door Wim erg positief ervaren. Wanneer de kalveren tot de top tien procent behoren wat betreft groei, wordt dit beloond met tien euro bonus per kalf. Wim vertelt dat zijn kalveren afgeleverd worden met gemiddeld 55,8 kilo op een leeftijd van 17 dagen. Een mooi resultaat.

Met Prominend Gold eenvoudig veel energie voeren

De kalveren kregen altijd koemelk uit de tank gevoerd. Deze melk werd dan opgewarmd d.m.v. au-bain-marie. Sinds deze zomer is de overstap gemaakt naar poedermelk en voert Wim het nieuwste melkpoeder Prominend Gold. De kalveren krijgen nog steeds twee keer daags vier liter, met een concentratie van 145 gram in een liter. Prominend Gold bevat 22 procent eiwit en maar liefst 25 procent vet. Wim is erg tevreden over hoe de kalveren het doen. ‘De conditie van de kalveren is super omdat ik veel energie voer door het hoge aandeel vet. Ik was bang dat het meer werk zou zijn om de melkpoeder klaar te maken, maar het is juist veel gemakkelijker. Ik ben nu flexibeler in het voeren van de kalveren en het is direct klaar’.

Poedermelk voordeliger dan koemelk

Doordat Wim tijdens het klaarmaken goed op de aanmaaktemperatuur let, lost het poeder mooi op. ‘Wanneer de melk wordt aangemaakt op 45-50 graden komt alles in de melk, zoals de eiwitten, vetten, magere melk en mineralen, goed tot zijn recht’, vult Maike aan. Maike Elberse is  jongveespecialist bij Fuite. ‘Het voeren van poedermelk ten opzichte van koemelk is voor ons 5 cent per liter gevoerde melk voordeliger’, vertelt Wim. Een extra voordeel voor hem is dat hij per afgeleverd kalf tien euro extra ontvangt nu hij Prominend voert en aan MKD de kalveren levert. ‘Deze samenwerking bevalt super goed’, zegt Wim.

 

Begeleiding van vertegenwoordiger

Met enige regelmaat lopen Wim en Maike samen een ronde langs de kalveren. ‘Hierbij wordt goed naar de kalveren gekeken. Hoe is de gezondheid? Zijn er problemen? Wat is de groei? Hoe is het klimaat? Het houdt Wim scherp en zo kijken we samen of er geoptimaliseerd kan worden. We overleggen bij een bak koffie hoe we dat het beste kunnen doen’, vertelt Maike. Wim: ‘Toen we net waren gestart met het voeren van de Prominend Gold merkte ik dat de kalveren het niet zo goed deden als op de koemelk. Maike kwam direct langs en controleerde hoe ik de poeder bereidde. Het bleek dat ik maar 120 gram poeder in een liter voerde. Dit verklaarde de resultaten bij de kalveren. Het advies van Maike was om 1 op 6, dus 145 gram in een liter gaan voeren. Ik ben na haar bezoek de juiste hoeveelheid gaan voeren en ik zag de kalveren weer groeien zoals ik dat gewend was. Dit bevestigde voor mij dat de bezoeken van de vertegenwoordiger niet alleen voor een gezellig bakje koffie zijn.’

 

Honderd duizenden kilometers verder gaat Martin nog altijd als een speer

Ook onze collega’s hebben het afgelopen jaar weer menige kilometer gemaakt met de bulk- of zakgoed auto. Voor dag en dauw vertrekken ze uit Genemuiden en vaak is het al laat als ze weer terug zijn. De tweede donderdag van december is traditiegetrouw de dag van de chauffeur. Een mooie aanleiding voor een gesprek met Martin. Eén van de chauffeurs bij Gebrs Fuite.

In november 2011 maakte Martin de overstap naar Gebrs. Fuite. In het begin reed hij nog elke dag op een andere auto maar inmiddels heeft hij zijn eigen Volvo FM om mee op pad te gaan.  Als we hem spreken voegt Martin er met gepaste trots en een grote glimlach aan toe:  ‘begin volgend jaar krijg ik een Volvo FH’.

Dat is ook meteen het antwoord op de eerste vraag die we Martin voorleggen.

 

Welk merk vrachtwagen spreekt je het meest aan?

“Een Volvo. Maar ja dat komt natuurlijk ook omdat ik er bijna dagelijks inzit” stelt Martin.

 

Welk pechgeval heb je liever onderweg; een lekke band of een kapotte verwarming?

Dan kiest Martin toch voor een lekke band. Want dat is nu eenmaal sneller te verhelpen. Wellicht dat de winterse weersomstandigheden op dit moment ook wel een beetje mee spelen.

 

En als je moet kiezen tussen een lange rit of lossen in de buurt?

“Elke dag lange ritten naar het zuiden of naar Duitsland wordt op een gegeven moment eentonig, maar iedere dag korte ritten ook. Als ik dan toch een keuze moet maken, dan kies ik voor de lange ritten. Je bent tenslotte chauffeur geworden om te rijden. ’s ochtends rij je in Friesland en ’s middags rij je richting de Veluwe. De afwisseling van deze ritten houdt het werk leuk!”

 

Wat drink je het liefst tijdens het laden of lossen? Koffie of thee?

“Koffie, dat is een makkelijke keuze”. Noot van de redactie; mochten er lezers zijn die graag iets in de oven schuiven; Martin lust er wel een punt eigengemaakte appeltaart bij 😉

 

Was chauffeur worden een bewuste keuze of meer toeval

Het was een bewuste keuze om chauffeur te worden. Martin heeft vroeger de landbouwschool gevolgd. Hij wilde zelf namelijk boer worden. Omdat hij niet uit een boerenfamilie kwam, zat dat er helaas niet in. Na de landbouwschool is hij aan het werk gegaan bij een loonbedrijf. Jaren later kwam hij in contact met chauffeurs van Fuite. Zij gaven aan dat Fuite nog chauffeurs zocht. Zo is het balletje gaan rollen.  En nu is het dus mogelijk om twee passies te combineren. “Ik vind het leuk om chauffeur te zijn en onderweg kan ik altijd even een kijkje nemen in de stal. Prachtig om zo ‘feeling’ te houden met de sector”.

 

Waar maak je jouw kilometers het liefst? Op de snelweg of op platteland weggetjes?

Op het platteland, je komt overal en je hebt een mooiere omgeving. Op de snelweg zie je alleen maar bomen. Het voordeel van de snelweg is dat je sneller op je bestemming bent, maar de hele dag op de snelweg rijden is niks. Natuurlijk heb je de snelweg wel nodig om binnendoor te komen. 😉

 

Een kleine link naar onze sector: speklap of kipsaté?

Kipsaté, dat vindt Martin gewoon lekker.

 

Tot slot: ga je liever vaak naar hetzelfde adres of heb je gedurende de week graag wisselende adressen?

“Wisselende adressen, omdat je dan steeds andere mensen spreekt. Dan blijft je werk afwisselend en leuk. Bovendien komen we als chauffeurs van Fuite in alle regio’s van Nederland. Dat maakt het interessant en divers.”

 

Meer medewerkers van Fuite leren ‘kennen’? Lees bijvoorbeeld het verhaal van onze varkens specialist; Edwin Zielman

Meer varken met minder voer

Als Fuite vinden we lange termijn relaties erg belangrijk. We ervaren al geruime tijd dat klanten hierdoor onder aan de streep het hoogste rendement behalen. Dit resulteert erin dat we willen en kunnen investeren in kwalitatieve producten. Onlangs hebben we een aantal zaken samengevoegd in een vernieuwd vleesvarkens assortiment waarvan we u graag op de hoogte stellen.

Vleesvarkens geen ‘ondergeschoven kindje’

Met regelmaat komen in de sector uitspraken voorbij als: ‘dat maakt voor de vleesvarkens niks uit’, ‘voor de vleesvarkens kan dat wel’ en ‘als ze een keer vaker happen hebben ze het ook wel binnen’. Zo kijkt Fuite niet naar vleesvarkensvoeding. In plaats daarvan kiest Fuite ervoor om alle granen in alle vleesvarkensvoeders te schonen. Daarnaast wordt FERM toegevoegd. Dit is vloeibare pro-biotica. Dit wordt geproduceerd in onze Liprovit fabriek. De toevoeging met FERM zorgt ervoor dat varkens elke dag een hoog aandeel melkzuurbacteriën binnen krijgen. Dit bevordert de darmgezondheid en vertering. Bovendien maken we gebruik van graanvlokken van eigen makelij welke licht verteerbaar zijn en de smaak van onze voeders bevorderen.

Monitoring voeropname

In de praktijk beïnvloeden meerdere zaken de voeropname dag. Deze dagelijkse nutriënt opname is erg belangrijk voor (de voorspelbaarheid van) het eindresultaat. Door monitoring van voeropname kunnen we dit kort volgen en indien nodig bijsturen in voersoort, schakelmoment en curve.

Onze vleesvarkens specialisten praten u graag bij over ons vleesvarkens concept.

 

Met Ferm en structuur naar hogere zeugoverleving

De uitval bij zeugen verschilt sterk per bedrijf. Het varieert van minder dan 3 procent tot boven de 15 procent. Natuurlijk is het vinden van een dode zeug in de stal zeer vervelend. Maar ook een verlies aan tijd, arbeid en geld dat in de zeug geïnvesteerd is. Ook valt er een gat in de planning als het een drachtige zeug betreft.

 

Oorzaken uitval zeugen:

Uit diverse onderzoeken komen de volgende oorzaken van uitval (naast euthanasie) naar voren:

  • Hartfalen
  • Diverse vormen van (chronische) stress (o.a. temperatuur, rangorde gevechten etc.)
  • Darmdraaiingen
  • Maagzweer
  • Gescheurde milt
  • Mycotoxine-intoxicaties

Er is t.a.v. zeugenuitval geen verband te ontdekken tussen hoog productieve zeugen, de vorm van groepshuisvesting of het type zeug c.q. zeugenras. Uit datasets blijkt dat er in Nederland gemiddeld 7% zeugenuitval is.

 

Het is een flinke kostenpost:

Hoewel zeugenuitval weinig aandacht krijgt is het een flinke kostenpost. Allereerst is het verlies aan slachtopbrengst van de zeug. Hoe langer een zeug drachtig is bij uitvallen hoe hoger de kosten zullen zijn. Om de gemiddelde waarde van een uitgevallen zeug te bepalen gaan we van onderstaande uitgangspunten uit:

  • 50% van de zeugen valt uit tijdens de dracht
  • 50% van de zeugen valt uit tijdens periode van niet drachtig zijn.
  • Aankoopkosten van een gelt (incl. kosten ontvangst tot 260 dagen leeftijd)

 

Uit bovenstaande punten komt naar voren dat 1% zeugenuitval een waarde vertegenwoordigd van: € 6,50- per gemiddeld aanwezige zeug.  De zeugenuitval verlagen op een bedrijf met zeugen levert dus al snel veel geld op.

 

Hoe helpt voer zeugenoverleving vergroten?

 

In Zeugen Dracht Structo van Gebrs. Fuite passen we succesvol de onderstaande zaken toe om zeugenoverleving op uw bedrijf te verhogen:

  • Geschoonde granen → Zeer laag risico op mycotoxine-intoxicaties
  • Supplement Pigvit Zeug → Rustgevend en Pigvit Zeug heeft stress verlagende effecten.
  • Stimuleert de productie van maagsap = betere vertering.
  • Antibacteriële werking op grampositieve bacteriën
  • Fermentmix toegevoegd → Betere maag- en darmgezondheid door melkzuur en melkzuurbacteriën
  • Structuur gemalen → Betere maaggezondheid en fors lagere kans op maagzweren.
  • Meer vezel is lagere kans op darmdraaiingen.
  • Kortom een betere maag- en darmgezondheid van de zeug.

Informeer bij uw verkoop adviseur hoe u Zeugen Dracht Structo succesvol in kunt zetten op uw bedrijf.

Hoge voederwaarde kuil op papier maar met wisselend resultaat

Het voorjaar van 2023 kenmerkte zich door wisselende weersomstandigheden. Hoewel de omstandigheden lastig waren, is er wel een flinke hoeveelheid goed ruwvoer gewonnen. Dit zien we in hoge voederwaardes en een goede verteerbaarheid (zie ook tabel 1).

Wat de rundveespecialisten van Fuite veelal tegenkomen in de praktijk is goed verteerbare, natte kuilen met een lage pH. De kwaliteit van de graskuilen is super, mits het rantsoen goed in elkaar zit. Toch valt de melkproductie in het algemeen niet mee en is de mest wisselend van goed tot te dun.

Hoge verteerbaarheid maakt toevoegen structuur noodzakelijk

Door de hoge verteerbaarheid bestaat het risico dat de kuil de pens passeert zonder dat deze goed benut wordt met dunne mest tot gevolg. Per bedrijf is het verschillend hoe hierop ingespeeld kan worden. Combineren met een structuurrijkere zomerkuil kan goed uitpakken, maar moet wel mogelijk zijn. Andere opties zijn het bijvoeren van gehamerd stro, luzerne of koolzaadstro.

 

Neem maatregelen bij lage pH om benutting te verbeteren

De kuilen zijn veelal nat in de kuil gekomen. De pH ligt hierdoor lager en de kuilen hebben een hoog gehalte aan melkzuur. De koe moet dit verwerken door voldoende te herkauwen. Toevoegen van buffers in het rantsoen helpt hierbij. Voor een optimale penswerking is het van belang dat er voldoende rustige pensenergie en eiwit beschikbaar is. Bij natte zure kuilen is dit niet het geval. Mogelijkheden om dit te corrigeren zijn het toevoegen van gerstvlokken, maisvlokken of bietenpulp. Onze melkvee specialisten denken daarin graag met u mee.

 

Meerdere factoren hebben invloed op het beeld in de stal

Winter- of virusdiarree speelt de laatste weken weer op. Kenmerkende verschijnselen zijn: heftige diarree en een forse daling in melkproductie. Ook komen besmettingen met blauwtong en maagdarmwormen voor. Het is dus zaak om meerdere factoren te beïnvloeden voordat er harde conclusies over het rantsoen getrokken worden.

 

Prachtige resultaten op HHH show

Onlangs vond de Holland Holstein-show weer plaats. Er kwam veel publiek naar Leeuwarden. De HHH is het enige evenement waar op nationaal niveau gestreden wordt om de beste bedrijfscollectie. Dit is een uniek keuringsonderdeel. Diverse Fuite klanten behaalden een overwinning.

In de categorie middenklassekeuringen voor rood- en zwartbont waren net als bij de vaarzen ook drie rubrieken zwart- en twee rubrieken roodbont. Heerenbrink Angelina van ALH Genetics en maatschap Steegink uit Okkenbroek (Ov.) ging er met de winst vandoor.

Winnende bedrijfscollectie

Bij de bedrijfscollecties was de winst zowel bij zwartbont als roodbont voor een klant van Fuite. In de categorie zwartbont werd de groep van maatschap Steegink uit Okkenbroek als beste beoordeeld. Bij roodbont ging de overwinning naar familie Pinkert uit Markelo (Ov.).

Tot slot werden de oudere koeien gekeurd en aansluitend werd nog een ’productieklasse’ getoond met koeien die minimaal 75.000 kilo melk hebben gerealiseerd. In de categorie zwartbont was de winst voor Zwaantje 103. Deze vijfdekalfskoe is van de familie Van der Ploeg uit Wergea (Fr.).

Aan het einde van de show worden ook de algemeen kampioenes aangewezen. De winst in de categorie zwartbont was wederom voor Angelina van Steegink.

Van harte gefeliciteerd met deze overwinningen!

 

Stabiele voeropname met gerstvlokken

In het Brabantse Grave houdt Bram Ploegmakers in samenwerking met de familie Kesseler 210 melkkoeien en 150 stuks jongvee. Ook de vader van Bram is dagelijks actief op het bedrijf. De koeien worden gemolken door drie Lely robots. “De basis van het bedrijf is dat dingen eenvoudig en simpel moeten kunnen gebeuren”, legt Bram uit. “Het gaat er uiteindelijk om dat de melk in de tank komt op een efficiënte manier.”

 

Vers gras gemengd aan het voerhek voor rust in de stal

Het bedrijf beschikt over 115 hectare waarvan 85 hectare gras en 30 hectare snijmais. Jaarlijks wordt een deel van de grond geruild met een akkerbouwer. De ondernemers hebben er heel bewust voor gekozen de koeien niet te weiden. “Er is werk genoeg, de bezetting op de robot is hoog, waarom zouden we het onszelf dan moeilijk maken?” legt Bram uit. Hoewel er geen weidegras in de koe gaat wordt er wel volop gras op stal gevoerd. Het gras wordt twee keer daags door het rantsoen gemengd. Het grote voordeel van het mengen is volgens Bram dat de opname beter verdeeld wordt over de dag. Dat komt de loop op de robot ook weer ten goede.

 

Efficiënte stalindeling

De stal is zo ingedeeld dat één persoon de werkzaamheden alleen kan doen. Zo is er bij de robot een opdrooggroep waar koeien voor het droogzetten op een schraal rantsoen komen. Vanaf die ruimte kunnen de koeien nog steeds bij de robot. In deze ruimte staat ook de bekapbox, waar alle koeien in eigen beheer bekapt worden. Voor de close-up groep is er ook een strohok naast de robot. Kalfkoeien kunnen zonder moeite gemolken worden. “Op aanraden van onze voeradviseur Vincent de Weert houden we de vaarzen en verse koeien in een aparte groep. Dit bevalt heel goed”, vertelt Bram. “Het zorgt voor meer overzicht op de koppel en de vaarzen hebben er zichtbaar baat bij”.

 

Gerst- en maisvlokken in het rantsoen

Het rantsoen bestaat op dit moment uit 40 procent snijmais en 60 procent gras. 6 kg DS komt uit vers gras en nog 2 kg DS is afkomstig uit de kuil. Het basisrantsoen wordt aangevuld met twee kilo gerstvlokken. De gerstvlokken geven rustige energie op pens niveau. Dit resulteert in een goede eiwitbenutting en gezonde koeien, aldus Bram en Vincent. De kuilen die in 2023 zijn gewonnen zijn goed verteerbaar. De ondernemers kuilen de mais daarom dit jaar wat droger in om zo het rantsoen wat rustiger te maken. Op de robots wordt naast een eiwitcorrectiebrok een productiebrok gevoerd. Aan de productiebrok zijn maisvlokken toegevoegd. Deze worden door Gebrs Fuite in elke gewenste verhouding door de brok gemengd. De verse en hoogproductieve koeien krijgen via het krachtvoerstation nog een derde broksoort bijgevoerd. De broksoorten worden niet snel gewisseld. “Als het nodig is kunnen we in de basis wat sturen met eiwit en de gerstvlokken”, legt Vincent uit. “Constant houden van voersoorten geeft rust bij de koeien en voorkomt verstoring in het opnamepatroon”.

Persistente duurzame veestapel

Balans in de koe is belangrijk en de fokkerij gebeurt op het bedrijf op basis van het triple-A systeem. Het streven is om koeien oud te kunnen laten worden. De tien honderdtonners die het bedrijf telt zijn een mooi resultaat, waaruit blijkt dat dit lukt. Over de vruchtbaarheid heeft Bram zo zijn eigen filosofie. “Zolang de koeien goed geven insemineer ik ze niet. De koeien zijn hier persistent en daarom durf ik dat aan. Ik begin pas te insemineren vanaf 90 dagen. De tussenkalftijd bedraagt 424 dagen. Dit is geen enkel probleem. Het is een strak gemiddelde en er zijn maar weinig uitlopers. Met 2.05 inseminaties zijn de koeien gemiddeld vlot drachtig”.

 

Naar de toekomst toe

De strakke bedrijfsvoering en gemaakte keuzes resulteren in een rollend jaargemiddelde van 10.010 kilogram melk per koe met 4.37% vet en 3.74% eiwit te realiseren. Deze productie wordt gehaald met krachtvoerkosten van €10.14 per 100 kilogram melk.

In de toekomst valt naar verwacht een deel van het arbeidsaanbod af. De bedrijfsvoering zal voor een deel weer anders ingericht moeten worden. Mogelijk valt vers grasvoeren dan af, het kost dagelijks toch een uur tijd. Daarnaast is het plan om scherper jongvee aan te gaan houden. Nu worden er nog veel overtollige vaarzen verkocht. Maar als je telt hoeveel voer en energie er in de jongveeopfok gaat zitten, dan valt de verkoopprijs niet altijd mee.

Weet u de voerefficiëntie op uw bedrijf?

Voerefficiëntie is een term die regelmatig op de voorgrond treedt.  Een kengetal dat in de dagelijkse bedrijfsvoering, mits deze op de juiste wijze berekend en beoordeeld wordt, van grote waarde kan zijn. Hoe je dat doet, lees je hier.

 

Betekenis voerefficiëntie

De berekende voerefficiëntie is een verhoudingsgetal dat weergeeft hoeveel melk er uit een kg drogestof voer wordt geproduceerd.  In principe geldt hoe hoger het getal, des te efficiënter het rantsoen wordt benut ten behoeve van de melkproductie. Bij een te lage voerefficiëntie zijn er kansen voor verbetering. Voerefficiëntie is daarmee ook een maat voor het totale (voer)management.

Uitgedrukt in een formule:

Voer efficiëntie = kg meetmelk per koe per dag / kg drogestofopname per koe per dag

 

De voerefficiëntie berekenen

Om de voer efficiëntie goed uit te kunnen rekenen zijn meer actuele gegevens nodig dan enkel de liters in de tank en de kilo’s aan het voerhek. Houdt bijvoorbeeld ook rekening met gesepareerde melk of pinken die in de stal lopen. Maar ook de hoeveelheid restvoer en de kilo’s brok moeten worden meegenomen. Weidegang zal daarnaast altijd leiden tot een schatting van de voeropname. Een zo goed mogelijk beeld van het aantal uren weidegang, het droge-stofgehalte en de smakelijkheid van het gras helpt nauwkeuriger in te schatten hoeveel er in de wei wordt opgenomen.

 

Welke factoren bepalen de voerefficiëntie?

Hoe goed weet de koe het rantsoen te benutten voor de productie van melk? Dat is waar het om gaat bij voerefficiëntie. Het antwoord op deze vraag is van veel factoren afhankelijk. Twee cruciale aandachtspunten hierbij zijn de pensgezondheid en de ruwvoeropname.

 

  1. Pensgezondheid
    Koeien voeren is pens-bacteriën voeren. En melk wordt niet in de uier gemaakt maar in de pens. Of de pensfermentatie goed draait, hangt voornamelijk af van dat wat er in de pens terecht komt. Iedereen weet dat een stabiel rantsoen het beste is . Maar is iedere koe in de koppel ook daadwerkelijk in staat om elke dag weer voldoende gelijke maaltijden op te nemen verdeeld over 24 uur?
  2. Ruwvoeropname en kwaliteit
    Meer dan de helft van het rantsoen bestaat uit ruwvoer. Hoeveel kg drogestof wordt er daadwerkelijk opgenomen? Het frequent aanschuiven van voer, het aantal vreetplekken en het ligcomfort zijn enkele praktische factoren die de opname rechtstreeks beïnvloeden. Maar ook de kwaliteit en smakelijkheid zijn enorm van belang. De kwaliteit van het ruwvoer heeft u voor een groot deel zelf in de hand door te sturen tijdens de oogst, de opslag en het in- en uitkuilproces.

 

Is hoger altijd beter?

Het kengetal voerefficiëntie van de koppel varieert globaal tussen de 1.1 en 1.70 kg melk per kg droge-stof bij productieniveaus tussen 24 en 38 kg melk per koe per dag. Wanneer de voerefficiëntie onvoldoende is in relatie met het productieniveau, zal een verhoging van de drogestof-opname niet automatisch leiden tot een productiestijging. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van broei, overbezetting of de pensfermentatie staat om een andere reden onder druk. Ook kan vruchtbaarheid in relatie met persistentie een rol spelen. Bij een goede voerefficiëntie is een hoger productieniveau gemakkelijker te bereiken door verhoging van de drogestof-opname. Het is echter niet zo simpel dat een hoger getal altijd beter is. Hoge waarden ontstaan ook wanneer koeien ‘ van de rug melken ’ en in negatieve energiebalans verkeren.

Aandachtspunten bij het beoordelen van het kengetal voerefficiëntie zijn:

  1. Het aantal lactatiedagen
    Het gemiddelde aantal lactatiedagen veranderd op ieder bedrijf in meer of mindere mate. De benodigde energie voor dracht en lichaamsreserves stijgt naarmate de  lactatie vordert en de melkproductie daalt. De voerefficiëntie daalt dus ook naarmate het aantal lactatiedagen stijgt.
  2. Het productieniveau
    Een hogere productie gaat gepaard met een hogere voerefficiëntie. De benodigde energie voor onderhoud voor iedere koe is gemiddeld genomen gelijk en wordt bij een hogere productie over meer liters uitgesmeerd.
  3. Vergelijk niet met andere bedrijven
    Ook genetica gezondheidsstatus en management hebben naast het productieniveau en aantal lactatiedagen invloed op de voerefficiëntie. Door de grote variatie hierin is vergelijken tussen bedrijven niet mogelijk.

De voeradviseurs van Fuite helpen graag bij het uitrekenen, beoordelen en optimaliseren van de voerefficiëntie op uw bedrijf, teneinde uw bedrijfssaldo te verbeteren.

 

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?