3 tips voor een goede lasagnekuil

Met een lasagnekuil maakt u een constante basis qua ruwvoer. Wat zijn de top 3 tips voor een goede lasagnekuil?

Bij het maken van een lasagnekuil worden meerdere snedes over elkaar heen gekuild in dezelfde kuilbult. Als dit goed gebeurt is heeft u een goede basis voor een constant rantsoen. En kan er lange tijd kuilgras gevoerd worden met gelijke samenstelling.

Deze 3 tips vormen een basis voor een goede lasagnekuil:

Tip 1: Zorg dat het uitgangsmateriaal tussen de 40 en 45% DS zit. Het slagen van een lasagnekuil wordt erg moeilijk wanneer het te nat (30% DS) of te droog (60% DS) is.

Tip 2: Top elke laag gras af met landbouwzout. Zodra de kuil dicht gaat, gaat het iets ‘zweten’ onder het plastic. Dat kan zorgen voor een vies laagje tussen de snedes. Een laag landbouwzout bovenop de kuil, direct onder het plastic, absorbeert het vocht waardoor het gras goed geconserveerd wordt. Dosering: 1kg/m2 (met een maximum van 1 kg per meter kuilhoogte).

Tip 3: Verdeel elke vracht over de gehele lengte- en breedte van de kuil. Zo wordt de samenstelling van de kuil gelijkmatig en is aanrijden gemakkelijker. Goed aanrijden is noodzakelijk om broei te voorkomen.

Succes met inkuilen! Uw koeien zullen u belonen voor uw inspanningen van nu, wanneer zij een smakelijke, constante en broeivrije kuil te vreten krijgen.

Klik hier voor onze inkuilmiddelen! 

Een persistente melkgift met twee kg maisvlokken in de basis

De namen en afstamming van zijn koeien somt Rutger schijnbaar moeiteloos op. Desgewenst vult hij die informatie aan met de triple A scores. Het typeert deze jonge veehouder; een koeienliefhebber pur sang. Waarom koos hij jaren geleden voor maisvlokken in zijn basis rantsoen? En waarom voert hij ze inmiddels ook aan zijn kalveren?

 

Rutger (34) en zijn vrouw Willeke (30) melken net buiten Hasselt 180 koeien. De gemiddelde productie ligt op 11.121 kg melk met 4.11 vet en 3,54 eiwit. Het is een echt familie bedrijf. Opa Prins begon met 8 koeien in Grafhorst. Dit groeide uit tot een bedrijf met 2 miljoen liter melk. Dat het vee van familie Prins over goede genen beschikt blijkt wel uit het feit dat de gemiddelde veestapel met 84 punten ingeschreven staat. Inmiddels hebben drie van hun koeien elk ruim 150.000 liter melk gegeven.

“In 2012 zijn we een samenwerking met onze buurman gestart. Daardoor zijn we in korte tijd flink gegroeid. Toch is groei geen doel op zich. Ons beleid is er op gericht dat de koe optimaal presteert. We doen het echt met elkaar,” benadrukt Rutger. “Mijn ouders werken mee en ook mijn broers zijn hier regelmatig. Onze kinderen doen af en toe ook al mee aan een kalverkeuring. Prachtig is dat.”

Preventief werken verhoogt productie en leeftijd

De veestapel is overwegend zwartbont met enkele roodbonte dieren. “Dat is mijn inbreng” verklapt Willeke die opgroeide op een bedrijf met MRIJ koeien. Met 95 oudere koeien is de gemiddelde leeftijd van de veestapel hoog. “Dat klopt” zegt Rutger “We verkopen veel vaarzen daar is best veel vraag naar. Bovendien probeer ik vooraf problemen te voorkomen. Alle koeien die ik droogzet gaan bijvoorbeeld ook door de bekap box” licht Rutger toe. “En waar nodig doe ik wat extra. Kitty 256 kalfde laatst zwaar af. Dan ben ik extra alert bijvoorbeeld door een keer extra te drenchen.” “Dat is ook onze drive om boer te zijn; we houden van deze plek en van onze koeien” beaamt ook Willeke.

 

Persistente melkgift met twee kg maisvlokken in de basis

Het bedrijf omvat ongeveer 100 ha (hoofdzakelijk) veengrond. “Mais verbouwen is lastig op dit type grond daarom passen maisvlokken goed in ons rantsoen” stelt Rutger. “Een aantal jaren geleden kozen we voor een relatief eenvoudig basisrantsoen” vult verkoop adviseur Hugo Lentferink aan. “In de winter kuil, maisvlokken en een beetje perspulp en bierborstel.  In de zomer komt daar vers gras en een paar kilo maiskuil bij. De verse koeien krijgen de 1e 100 dagen 2 kg maisvlokken extra en een luxe start voeder. Daarna krijgt elke koe een brok uit onze productie reeks.” “In het verleden hadden we nog wel eens een te snel rantsoen. Daar ben ik van terug gekomen. Voeren is voor mij de pens van de koe rustig houden. En steeds hetzelfde doen. Als je maar lang genoeg hetzelfde doet dan komt de melk vanzelf. De afgelopen vijf jaar voerden we standaard twee kg maisvlokken in de basis. Dat zie ik terug in een zeer persistente melkgift. Zelfs bij de groep boven 300 dagen in lactatie.” zegt Rutger.

 

Veel melk verandert de kijk op inseminatiemoment

“De afgelopen jaren ben ik anders naar het inseminatiemoment gaan kijken. Neem bijvoorbeeld koe Annie 15. Zij gaf in ruim 500 dagen 24.500 kg melk. Dan denk ik; je kunt een koe ook te vroeg insemineren. Genetisch gezien is de melkdrang van koeien toegenomen. Dan heb ik liever dat een koe 30.000 liter melk in twee lijsten geeft dan in drie.  Later insemineren kan natuurlijk alleen als koeien persistent melk geven. Daarom blijven de maisvlokken in de basis.”

 

Harde jeugdgroei met maisvlokken

“Bij de kalveren hebben we ook goede ervaringen met het voeren van maisvlokken. We voeren onbeperkt krachtvoer, in de verhouding 2 kilo brok / 1 kg maisvlokken,  naast het ruwvoer. Daarmee behalen we een groei van wel 1150 gram / dier/ dag. Aan de mest kan ik zien dat het voer goed verteerd is. Bovendien is de afkalfleeftijd van 24 naar 23 maanden gedaald” besluit Rutger.

Meer melk met een gezonde pens!

Koeien voeren is pens(bacteriën) voeren. Dit is een waarheid als een koe. Maar wat is de boodschap achter deze wetenschap? En hoe kun je eenvoudig controleren of het goed gaat?

Alleen met een gezonde pens zal uw koe duurzaam en efficiënt kunnen produceren. De pens van circa 150 liter bevat 100.000 miljard pensmicroben per liter. Dit zijn naast zetmeel afbrekende en celwand afbrekende bacteriën ook protozoen en schimmels. Het rantsoen, het totale voermanagement en de huisvesting zijn van grote invloed op de gezondheid van de pens(flora). Wat vaak opvalt is dat een zieke koe niet herkauwt en soms ligt de pens ook helemaal stil. Met de volgende koesignalen kun je zelf de pensfunctie controleren.

Belangrijke koesignalen

  1. De pensvulling. De “gevaren driehoek” in de hongergroeve, links achter de ribboog wil je liever niet zien. De pens van een koe hoort niet leeg te zijn, maar op ieder moment van de dag goed gevuld. Ook vlak voor het voeren. Een te lege pens geeft aan dat de koe de afgelopen 12-24 uur te weinig voer heeft opgenomen.
  2. De pens moet daarnaast gevuld zijn met een stevige structuurlaag of pensmat. Deze hoort met je vuist halverwege de buik maar moeilijk weg te drukken te zijn en mag niet klotsen. Om een goede pensmat te vormen en te behouden moet de koe voer verspreid opnemen. Het rantsoen moet ook voldoende structuur bevatten.
  3. De herkauwactiviteit. Zie je veel liggende koeien, waar van minimaal tweederde ligt te herkauwen? Dan is dat een goed teken. Koeien horen krachtig en met regelmatige slagen te kauwen. Circa 60-65 keer per herkauwbrok (aantal is rantsoen afhankelijk). En in totaal wel zo’n vier tot zeven uur per dag.
  4. Een gezonde pens beweegt. Dit is te voelen door je vuist in de hongergroeve te drukken. Iedere 25-35 seconden wordt je vuist bij een goed functionerende pens licht naar buiten geduwd door de penscontractie. Deze bewegingen zijn onmisbaar en hebben meerdere belangrijke functies:
  • Geproduceerd zuur richting de penswand (het bloed) afvoeren
  • Bufferend speeksel door de pensmassa mengen
  • Herkauwbolus transporteren
  • Gas afvoeren
  • Verkleinen van de voerdeeltjes ten behoeve van de fermentatie.
  • Pens bacteriën door de structuurlaag verdelen om het contact tussen microben en voer te vergroten.

 

Als de mestzeef daarnaast de ideale verdeling weer geeft tussen de bovenste, middelste en onderste zeef, dan gaat het op pensniveau ook goed. Ook geeft de mestzeef informatie over selectie, structuur en eiwit versus energieaanbod in de pens. Overleg samen met uw voeradviseur welke maatregelen u kunt nemen om de pensfunctie te verbeteren.

 

Actieve koeien door de maisvlokken

In het Brabantse Nistelrode ligt het bedrijf van de familie van der Lee. Ronnie, Monie en hun 4 kinderen wonen op het erf bij de boerderij. Samen runnen ze het bedrijf. Daarnaast is Ronnie nog 3 dagen buiten huis werkzaam als verkoper van sperma van fokstieren. 

Sinds 2012 worden de 85 koeien gemolken door twee Lely a4 melkrobots. Het rollend jaar gemiddelde ligt op 11.065 kg melk met 3,59 eiwit en 4,37 vet.  Er is 36 hectare grond (mais en gras) in gebruik.

 

Goede loop op de robot is voor mij van groot belang

“Ik werk nog 3 dagen buitenshuis. Het is fijn dat het thuis goed draait en dat de koeien zelf naar de melkrobots komen. Het scheelt mij ook dagelijks veel tijd dat ik geen koeien hoef op te halen” stelt Ronnie. “Bram adviseerde mij zeer smakelijke brokken voor in de melkrobot en dat heeft effect.”

Actieve koeien door de maisvlokken

Vanaf het voorjaar worden de koeien geweid. Het rantsoen bestaat dan uit mais, gras, maisvlokken en een maatmeel met daarin mineralen en eiwitaanvulling. Dit wordt gevoerd met een voermengwagen. “Met vlokken voer je veel pensenergie. Daarmee blijven je koeien actief. Ons week gemiddelde zit op 3,3 melkingen per koe per dag en 8,7 weigeringen” somt Ronnie op. “Maisvlokken zet ik in het rantsoen voor een goede penswerking en om het eiwit uit bijv graskuil goed te benutten” vult Bram aan.

 

We laten onze koeien hun eigen bonus verdienen

“Sinds 2 jaar maken we gebruik van een bonustabel in de voertabel van t4c. Deze tabel stellen we in voor de verse koeien tot 100 dagen in lactatie. Dit was een idee van Bram. Het was ook gemakkelijk in het voerprogramma toe te passen” legt Ronnie uit. Tijdens een bijeenkomst van het robotteam van Fuite werd gesproken over het toepassen van een bonustabel. Bram legt deze aanpak nog verder uit: “Koeien met een productie van boven de 50 liter krijgen extra krachtvoer. Zo worden deze koeien beloond en extra uitgedaagd. Dit komt de vruchtbaarheid, productie en klauwgezondheid van deze koeien ten goede. Zo komt het krachtvoer wat je voert op de goede plek”.

Hoe verklein ik de kans op een lebmaagverplaatsing?

Tijdens het weideseizoen krijgen koeien te maken met wisselende grassamenstellingen en hogere omgevingstemperaturen. Een minder constante voeropname is het gevolg. Ook de overgang van het droogstands- naar het lactatierantsoen heeft invloed op de voeropname.  Daardoor doen zich in deze periode meer lebmaagdislocaties (verplaatsingen) voor.

Wees er op tijd bij

De lebmaag van de koe is de vierde maag en het meest vergelijkbaar met onze eigen maag. De lebmaag ligt op de buikbodem en kan door gasophoping als een ballon opstijgen langs de buikwand. Mits daar ruimte voor is. Hoe langer de koe met een verplaatste lebmaag staat, des te langer het herstel. De lebmaagdislocatie naar links komt het vaakst voor en kenmerkt zich door:

  • dalende melkproductie
  • niet of nauwelijks herkauwen
  • dunne en slecht verteerde mest
  • meestal geen koorts

Soms kan de maag als een opbolling in de linker flank achter de ribboog worden waargenomen. Meestal treft het koeien in de periode 1 tot 3 weken na afkalven.

Welke risicofactoren spelen een rol?

Een verplaatsing van de lebmaag heeft altijd een onderliggende oorzaak. Koeien met een vervette lever bijvoorbeeld, lopen meer risico. Het ontstaat ook niet van het ene op het andere moment. Koeien met een verplaatste lebmaag, vreten vier dagen voordat de lebmaag zich verplaatst al bijna de helft minder per dag.

Figuur 1. DMI (DS-opname) daalt voorafgaand aan de lebmaagverplaatsing (LDA). Stippellijn = koeien die een lebmaagverplaatsing krijgen op dag 0. Bron: Van Winden, S.C.L. et al., 2003)

 

Focus op voeropname rond afkalven

Vaak zijn stofwisselingsaandoeningen zoals melkziekte en slepende melkziekte verantwoordelijk voor een verminderde voeropname en een minder goed functionerende pens. Een hoge drogestof opname (rondom afkalven) kan veel problemen voorkomen.  Enkele tips:

  • Een smakelijk droogstandsrantsoen dat voldoet aan de behoeftes van de droogstaande koe is enorm belangrijk om transitieziektes als melkziekte, ketose en lebmaagdislocaties te voorkomen.
  • Een geleidelijke rantsoenovergang na afkalven en het bewaken van een goede voeropname tijdens de eerste lactatiedagen helpt om de koeien zonder problemen door deze negatieve energiebalans-periode heen te helpen.
  • Geef daarom extra aandacht aan koeien die minder vlot zijn rondom afkalven. Denk aan tweelingkoeien, kreupele koeien, koeien met melkziekte of koeien na een zware geboorte.
  • Grijp bij de eerste tekenen van verminderde pensvulling en herkauwactiviteit al in om zo die verplaatsing van de lebmaag die anders misschien volgt, te voorkomen.
  • Wordt een lebmaagdislocatie bij meerdere koeien in de koppel vastgesteld, dan is dat een goede reden om met uw voeradviseur nog eens kritisch te kijken naar het rantsoen en de drogestof opname gedurende de transitieperiode.

Vliegensvlug van start met vliegenbestrijding

In de zomerperiode zijn in de buurt van dieren ook vliegen te vinden.  Veel  vliegen zijn hinderlijk voor uw geiten en voor uzelf. 

Start tijdig met het bestrijden van vliegen

Vliegen zijn een bron van overdracht van ziekteverwekkers bij uw geiten en uw lammeren. Verstandig dus om ze tijdig te bestrijden.

Figuur 1 toont de levenscyclus van vliegen. Het beste is om op tijd te beginnen met het bestrijden van de maden. Deze maden komen uit de eieren die een vlieg legt. 100 vliegen in april betekent dat er al 500 maden zijn!

Door op tijd te starten met vliegenbestrijding voorkom je:

  • het verspreiden van ziekteverwekkers
  • dat er groei vertraging optreedt
  • dat er stress ontstaat bij uw dieren

Vliegen bestrijdingsmiddelen

Mooie resultaten geitenhouders 2021

Onze geitenhouders leverden in het afgelopen jaar gemiddeld 1163 kg melk.  Met bijna 90 kg vet en eiwit zijn de resultaten van de deelnemende bedrijven aan Fuiteffect nagenoeg gelijk gebleven vergeleken met 2020.

Ten opzichte van vorige jaren zien we een stijging (zie tabel 1) in het vet- en eiwitgehalte . Over 2021 was dit gemiddeld respectievelijk 4,16% en 3,55%.

Tabel. 1. Resultaten 2020 vergeleken met 2021.

 

Hoewel de kilo’s krachtvoer / 100 kg melk daalden is de melkproductie gelijk gebleven. De voerwinst (incl. ruwvoer) over 2021 is gedaald met €33,- naar €540,- per geit. Ondanks de goede melkprijs is de winst onder druk komen te staan door de gestegen voerprijzen.

Het wisselvallige weer maakte het niet eenvoudig om goed ruwvoer te winnen in het afgelopen seizoen. Toch waren de geitenhouders in staat om samen met hun Fuite adviseur te zorgen voor gezonde geiten die maximaal konden presteren.

Adviseurs van Gebrs. Fuite staan altijd klaar om u als geitenhouder te ondersteunen en uit te dagen in het optimaal laten presteren van uw geiten.

Pigger Appetite: zeer smakelijk biggenvoer

Fuite ontwikkelde de Pigger Appetite. Dit is ‘het eerste fruithapje’ voor biggen. 

Waarom kiezen voor de Pigger Appetite?

  • zeer smakelijk
  • licht verteerbaar
  • ondersteunt de spijsvertering
  • ondersteunt vroege voeropname
  • voor een uniforme koppel

“Een dag vrij neem ik niet, behalve als er een koeienkeuring is”

Procesoperator Henk is geboren en getogen op een melkveebedrijf in Mastenbroek. Zijn broer nam het ouderlijk bedrijf over. Het carrière pad van Henk bracht hem bij uiteenlopende bedrijven. Zo zat Henk in de betonboringen, grondverzet en werkte hij op een melkveebedrijf.

Het is alweer 7 jaar geleden dat het melkveebedrijf waar Henk werkte stopte. Bij Fuite was toen net een derde productie unit in gebruik genomen. Henk besloot te onderzoeken of werken als operator iets voor hem was.

Hoe ziet jouw werkdag er ongeveer uit?

“Het werk is erg afwisselend. Je hebt natuurlijk het productie (brok) draaien. En verder het laden van bulkauto’s, schoonmaken en klein onderhoud” somt Henk op. “Ik mag werken in een leuk ploegje operators. Allemaal nuchtere jongens met boerenverstand zeg maar. In ‘onze’ fabriek maken we het hoogste aantal verschillende soorten en diameters brok. In de praktijk betekent dit dat we vaker de productielijn spoelen of een matrijs wisselen. Dan is het fijn als je makkelijk met elkaar kunt schakelen.”

Een goed gevoel dus bij het werken bij Fuite?

“Ja zeker. Overal is natuurlijk wel eens wat. De open communicatie bij Fuite in combinatie met de korte lijntjes dat spreekt mij aan. Laatst was er een aanpassing nodig van een productielijn. Aan de kantinetafel kan iedereen dan vrijuit suggesties aandragen. Ik neem ook eigenlijk nooit een dag vrij. Behalve dan als er ergens een koeien keuring op het programma staat. “ Lachend vult Henk nog aan; “Als ik een dag vrij ben dan weet mijn vrouw wel hoe laat het is.”

Dus je hebt wel gevoel bij de agrarische sector en de Fuite klanten?

“Fokkerij heeft mijn hart. Ja, ik zie graag een mooie koe. Ik ben nog altijd lid van de veeteelt studieclub in Hasselt. Als er een keuring of fokvee dag is dan neem ik graag een kijkje. Helaas hebben we de afgelopen twee jaren weinig bezoek gehad op de fabriek. Het was altijd leuk als er veehouders langs kwamen. Vooral ook omdat bezoekers altijd onder de indruk zijn van hoe schoon het is in de fabrieken.”

Is het maken van brok een proces dat verandert door de jaren heen?

Sinds een aantal jaren maken we VLOG en VLOG Euro voeders. Dat is echt een separate lijn met voeders. Omdat de lijntjes kort zijn bij Fuite is er veel samenspel tussen de productie en de vertegenwoordigers. Dan proberen we eens wat uit; bijvoorbeeld een bepaalde brok persen met extra stoom. We maken nu ook de FERM – voeders. Een uniek varkensvoer. Toch wel leuk dat wij dit als enige in Nederland kunnen produceren. Ik denk dat we hier als Fuite met elkaar gepast trots op mogen zijn.”

Voer een productievere zeug naar behoefte

In dit tweede artikel over speenbaarheid van biggen benadrukken we het voeren van zeugen naar behoefte. Immers de nutritionele behoefte van een zeug die 18 biggen draagt is veel hoger dan bij een zeug die 13 biggen draagt.

 

Toenemende voerbehoefte bij stijgende productie

Melkkoeien en melkgeiten houden we voor de melk. Hoe meer melk ze geven, hoe meer voer ze opnemen. Tijdens de dracht geven ze (meestal) volop melk door, soms zelfs tot de partus. Melkproductie, voeropnamecapaciteit en groei van de vrucht kunnen zelfs zoveel energie vragen, dat ze in een negatieve energiebalans komen. Bij zeugen is dat anders; als ze melk geven zijn ze niet drachtig. En tijdens de dracht ‘produceren’ ze biggen.

tekst gaat verder onder afbeelding

 

Voer drachtige zeug ruim en verhoog geboortegewicht biggen

Het voerschema voor dragende zeugen ziet er uit zoals hieronder weergegeven (afb 1). Wij adviseren om het voerschema af te laten hangen van de conditie van de zeug. Een indeling die gemaakt kan worden is; mager, normaal, ruim. In de praktijk worden voerschema’s (bijna nooit) gebaseerd op het productieniveau van de zeug. Toch is de energetische en nutritionele behoefte afhankelijk van het aantal biggen. Bij een zeug die drachtig is van 18 biggen ligt dit (veel) hoger dan bij een zeug die drachtig is van bijvoorbeeld 13 biggen.

 

In het vorige artikel hebben we gezien dat, bij een gelijk geboortegewicht (van 1,35 kg) er in het eerste geval 6,75 kg big meer geboren wordt. We weten (bijna nooit) van hoeveel biggen een zeug drachtig is. Omdat we onze steeds productievere zeugen optimaal willen voeren, is het van belang ‘het zekere voor het onzekere’ te nemen en onze dachtige zeugen goed te verwennen met een goede kwaliteit voer.

Vooral het lysinegehalte (dvlys) is een belangrijke parameter. Het gaat daarbij om de zogenaamde ‘daily intake’: kilogrammen x gehaltes. Om goede biggen te kunnen spenen is het van (levens)belang dat biggen zwaar, uniform en vitaal geboren worden. Bij Fuite leveren we dan ook hoogwaardige en constante samenstellingen dragend zeugenvoeders. Juist in deze uitdagende (grondstoffen)markt is het verleidelijk om concessies te doen aan de keuze van grondstoffen en gehalten, maar dat kost u op den duur meer dan u daarmee bespaart.

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?