Koeien vreten ruim een uur minder op hete dagen

Op hete dagen vreten koeien korter en minder. Dit is direct te merken aan de liters en gehaltes.

In de zomer van 2018 heeft een student op het ouderlijk melkveebedrijf in Oldetrijne zijn afstudeeronderzoek gedaan tijdens een hitteperiode. Tijdens dit onderzoek registreerden sensoren in het oor dagelijks de vreet- en herkauwactiviteit. Ondanks de ventilatoren in de stal en dat het rantsoen fris aan het voerhek lag, veranderde de activiteit van de koeien duidelijk wanneer de temperatuur opliep.

Bij de start van de proef was het 26 graden en registreerden de sensoren gemiddeld 9,7 vreeturen per koe per dag. Zodra de temperatuur opliep tot 36 graden, vraten de koeien gemiddeld nog maar 8,3 uur op een dag. Dat is ruim één uur vreettijd per koe per dag minder. Uit bovenstaande grafiek blijkt dat de koeien minder tijd besteden aan vreten bij hoge temperaturen. Geen wonder dus dat ook de melkproductie op hete dagen onder druk komt te staan.

Figuur 1. Vreetactiviteit werd geregistreerd door oorsensoren bij de koeien, het gemiddelde is hier gepresenteerd.

 

De stal koel houden en voeropname stimuleren is absoluut noodzakelijk in de zomer. Daarnaast kunt u deze rantsoenmaatregelen toepassen:

  • Verhoog de energiedichtheid van het rantsoen, bijvoorbeeld met pens bestendig vet.
  • Verstrek een buffer aan de koeien, maar meng het nooit met broeiremmer.

Onze adviseurs helpen u graag om de juiste strategie voor uw bedrijf te bepalen.

Grote verschillen in VEM en eiwitgehaltes bij de eerste snede graskuilen

Februari was zeer zacht waardoor eind februari op droge percelen mest kon worden uitgereden. In maart was het koud en nat waardoor er weinig mest kon worden uitgereden. April was ook vrij koel en nat. Er viel in zowel maart als april duidelijk meer regen dan normaal en daarbij bleef het kouder dan gemiddeld. Gevolg was dat er op onbemeste percelen te veel gras stond om nog mest aan te kunnen wenden.

Een nat voorjaar

De maand mei kende afwisselend droge en natte periodes. Mei begon met zonnige droge dagen, waardoor vooral in Zuid en Oost-Nederland volop gemaaid werd. In het Noorden stond op veel percelen nog te weinig. Van 5 tot 12 mei was het erg nat, waardoor het gras flink groeide. Vanaf half mei is er geen regen meer gevallen. In het begin van deze week was het nog bewolkt, maar later scheen de zon volop. In de rest van het land kon de eerste snede in deze week dan ook onder goede omstandigheden worden in gekuild.

Tabel1: Voederwaarde eerste snede graskuil van de afgelopen jaren

Maaimoment grote invloed op de voederwaarde

De gemiddelde voederwaarde van de eerste snede graskuil wijkt niet veel af van het 10 jarig gemiddelde. De VEM is net wat hoger, het RE-gehalte net wat lager en het RC- en SUI-gehalte vrijwel gelijk aan het langjarig gemiddelde.

Tabel 2: Voederwaarde eerste snede graskuil per week maaimoment

De voederwaarde verschilt wel heel erg afhankelijk van het maaimoment. In de eerste week van mei is een mooie snede gemaaid, waardoor de voederwaarde goed is. In de tweede week van mei was het op veel plekken te nat om te maaien, terwijl het gras wel flink doorgroeide. In de derde week van mei kon de rest van de eerste snede gemaaid worden. In het algemeen stond er toen een flinke snede gras op het land. Het gevolg is dat de VEM laag uitvalt. Daarnaast is het gemiddelde RE-gehalte ook erg laag. Dit heeft mede te maken met het natte voorjaar, waardoor op sommige percelen geen drijfmest is aangewend.

Van de vroege eerste snede kuilen kan goede gemolken worden. Van de latere kuilen valt zowel het energie- als eiwitgehalte tegen, waardoor de melkproductie ook tegen zal vallen mits daarvoor gecorrigeerd wordt in het rantsoen.

Zo heeft het weiden van jongvee enkel voordelen

Het doel van jongvee weiden kan per bedrijf heel verschillend zijn. Het merendeel van de redenen om jongvee te weiden heeft te maken met de voorbereiding op het weiden als melkkoe. Het weiden van jongvee vraagt om een eigen aanpak. Met behulp van onderstaande tips voorkomt u dat de gezondheid en ontwikkeling van uw jongvee in het gedrang komen.

Waarom jongvee weiden?

  • Weerstandsopbouw maagdarmwormen
  • Leren grazen
  • Stroomdraad leren kennen
  • Water kunnen vinden
  • Ontwikkeling van spieren en skelet
  • Benutting van weidegras
  • Basiseis melkstroom

Voor ieder bedrijf geldt dat moet worden voorkomen dat het weiden van jongvee negatieve gevolgen heeft voor de ontwikkeling en de gezondheid. Met behulp van onderstaande aandachtspunten voorkom je een te zware besmetting met maagdarmwormen en zorg je er ook voor dat de dieren kunnen blijven voorzien in hun energiebehoefte. Niet alleen het grasaanbod, maar ook de weersomstandigheden zijn hier op van invloed.

Tips voor het weiden van jongvee

  • Jonge kalveren bij voorkeur pas na 1 juni naar buiten
  • Binnen 3 weken omweiden op etgroen, of binnen 5-10 weken controle op maagdarmwormen via mestonderzoek
  • Tot 10 maanden leeftijd 1kg brok per dier per dag bij blijven voeren
  • Kalveren tot 10 maanden leeftijd bij voorkeur vóór 15 september weer opstallen
  • Met twee graasperiodes gedurende de eerste twee levensjaren (minimaal 200 dagen totaal), kan het kalf voldoende weerstand opbouwen tegen de verschillende maagdarmwormen.
  • Weid bij voorkeur in twee groepen: begin met de dieren van zes tot twaalf maanden en vervolgens de dieren van drie tot negen maanden.
  • Door middel van mestonderzoek tijdens of bloedonderzoek na het weideseizoen, kan worden gecontroleerd of een behandeling tegen maagdarmwormen gewenst is. Maar ook of er wel voldoende besmetting heeft plaatsgevonden om voldoende weerstand op te kunnen bouwen tegen maagdarmwormen.

Onze jongvee specialisten denken graag met u mee. Zo voorkomen we samen dat weiden de groei en ontwikkeling in de weg komt te staan.  Ook helpen we u graag bij het maken van een weideplan voor volgend jaar.

 

Interview weidecoach Martin

Door de wisselende weersomstandigheden van afgelopen maanden kan het voor u als melkveehouder een uitdaging zijn om de koeien aan het weiden te houden. Vandaar een aantal vragen aan onze weidecoach Martin hoe hier het beste mee om te gaan.

  • Hoe kijk je als weidecoach terug op de start van het weideseizoen?

Het begin van het weideseizoen viel niet mee dit jaar. De vele regenval maakte dat veel melkveehouders de koeien later naar buiten hebben gedaan ten opzichte van voorgaande jaren. Dit is een logische keuze, alleen maakte dat de uitdaging later weer groter om te beginnen in een mooie weidesnee.

  • Het voorjaar begon erg nat. Op dit moment is het juist weer (erg) droog. Hoe is jou kijk hierop en wat zou je adviseren?  

Na het natte voorjaar sloeg het weer om. De regen die eerst in overvloed is gevallen, is binnen 3 weken omgeruild voor een droge periode. Op veel plaatsen laat zich zelfs al een dorre grasmat zien, welke op veel plaatsen in korte tijd al in bloei is geschoten.

  • Hoe speel jij als melkveespecialist in op het groeiseizoen? Er vinden op het moment grote veranderingen plaats wat betreft graskwaliteit. Waar dienen melkveehouders op te letten?

Met droogte weiden is niet gemakkelijk. Probeer in deze periode goed te monitoren of de koeien nog wel voldoende vers en smakelijk gras binnen kunnen krijgen en schakel tijdig bij met bijvoedering. Met name het aanvullen van eiwit dient niet vergeten te worden. Neem ook een keer vaker contact op met uw voerspeciallist op momenten van twijfel. Hij kan samen met u kijken wat op dat moment de beste keuze is.

  • Heb je als weidecoach nog extra tips voor warme dagen? Bijvoorbeeld 2x weiden, ’s nachts weiden of tijdelijk stoppen met weiden? 

Met warme dagen is het voor koeien en de grasopname een betere optie om te gaan weiden op momenten dat het fris is buiten. Denk hierbij aan de vroege ochtend (voor 9u) en in de avond (na 7u). Op deze momenten kan de koe beter zijn warmte kwijt en zal ze ook meer gras opnemen.

  • Wat is je advies qua bemesting? 

Kunstmest heeft geen meerwaarde op momenten dat het niet regent en er geen dauw op het gras zit. Rundveedrijfmest op weidepercelen zonder regen/beregenen is vragen om verminderde opname. Oftewel bemesten op de momenten dat er weer regen wordt verwacht!

‘Lager vetgehalte in de zomer niet te voorkomen, wel te beperken’

In het voorjaar (vanaf mei) daalt in het algemeen het vet- en eiwitgehalte van melk. Dit leidt tot een lagere melkprijs. Met name wanneer het vetgehalte tot extreem lage waarden daalt, krijgen onze verkoopadviseurs vaak de vraag of dit te voorkomen is en wat er aan gedaan kan worden. Hieronder een overzicht van alle factoren die sterk van invloed zijn op het vetgehalte in de zomer.

Daglengte

Een laag vetgehalte in de zomer ontstaat door een combinatie van veel factoren. Het vetgehalte wordt bepaald door de verhouding tussen melkproductie en vetproductie. Wanneer de melkproductie wordt gestimuleerd en de vetproductie gelijk blijft, daalt het vetgehalte. Het seizoen heeft hierop een groot effect. In de zomer wordt in verhouding meer melk geproduceerd (uit hetzelfde rantsoen) bij een gelijke vetproductie, doordat het langer licht is. Bij melkgeiten is dit effect nog groter dan bij melkkoeien. De gemiddelde gehaltes in de melk zullen altijd het hoogst zijn in het najaar (bij  korte daglengte) en laag in de zomer (bij lange daglengte).

Hittestress

Hittestress is ook een factor die een grote rol speelt in dit verhaal. Hittestress is een gevolg van hoge temperaturen in combinatie met een hoge luchtvochtigheid, waardoor dieren hun geproduceerde warmte moeilijker kwijt kunnen. Met name hoogproductieve koeien en geiten produceren veel warmte als gevolg van de vertering van het rantsoen. Hittestress heeft een negatief effect op de (ruw)voeropname en de activiteit van dieren. Wanneer de ruwvoeropname lager is, verandert de verhouding tussen bouwstoffen voor melkproductie en vetproductie. Milde hittestress treedt al op vanaf 19-21 graden Celsius. Bij milde hittestress laten koeien nog geen duidelijke signalen van hittestress zien, maar er is al wel een effect op de productie, het gedrag en de voeropname. Als bijkomend gevolg van hittestress dalen ook de gehaltes in de melk.

Rantsoensamenstelling

Een ander punt wat invloed heeft op de samenstelling van de geproduceerde melk, en daarbij ook  het vetgehalte, is de rantsoensamenstelling. Vers gras heeft hierop een grote invloed. In het voorjaar komt er bij veel bedrijven weer gras in het rantsoen, vaak ter vervanging van graskuil. Gras is in het algemeen lichter verteerbaar met een hogere voederwaarde tot gevolg. Hierdoor wordt de verhouding tussen melkproductie en vetproductie anders, waardoor het vetgehalte daalt. Dit hangt af van de voederwaarde van graskuil en gras. De voederwaarde van gras is erg variabel. Dit wordt bepaald door de botanische samenstelling in combinatie met de bemesting en het groeistadium. Naarmate het gras een hoger VEM-gehalte heeft, is de melkproductie hoger met een lagere vetgehalte tot gevolg.

Graslengte

De lengte van inscharen speelt eveneens een grote rol. Bij korter gras is de voederwaarde hoger dan wanneer datzelfde gras langer is. Bij een hogere VEM van gras, zal de voeropname en de melkproductie hoger zijn met een lager vetgehalte tot gevolg. Daarnaast zal gras bij een hogere stikstofbemesting sneller groeien en een hogere verteerbaarheid hebben. Dit leidt eveneens tot een hogere melkproductie met een lager vetgehalte. Bij beweiding kunnen koeien ook nog selecteren welk deel van het gras ze eerst vreten, waardoor vaak eerst de licht verteerbare delen worden gevreten en hierdoor het vetgehalte nog verder daalt.

Bij zomerstalvoeren is het gras in het algemeen langer en kunnen koeien niet selecteren.  Hierdoor is het vetgehalte vaak iets hoger als bij beweiding. Verder is het vetgehalte natuurlijk afhankelijk van de bijvoeding in de weideperiode. Ook met het aandeel bijvoeding (ruwvoer, bijproducten en krachtvoer) kan gestuurd worden op meer melkproductie of meer vetproductie.

Gezonde koeien belangrijker

Een laag vetgehalte in de zomer is helaas niet te voorkomen. Het is belangrijk het klimaat in de stal in de zomer goed te hebben, zodat hoogproductieve dieren hun warmte goed kwijt kunnen en veel voer blijven opnemen. De samenstelling van het gras wordt voor een groot deel door de groeiomstandigheden (vocht en temperatuur) bepaald. Het is altijd afwachten hoe de groeiomstandigheden zijn. De gezondheid en de melkeiwitproductie van de koeien zijn belangrijker dan het melkvetgehalte. Het is om die reden belangrijk hittestress zo veel mogelijk te beperken zodat de koeien veel blijven vreten en goed gezond blijven.

Bewaar biest in biestzakken

Is de eerste biestproductie van koe meer dan het kalf nodig heeft? Vries de overtollige biest dan in om te bewaren. Met behulp van de Prominend biestzakken is dit heel eenvoudig en kan de biest snel worden ontdooid. Zo lukt het op tijd verstrekken van biest ook op drukke momenten en in de late uurtjes.

De voordelen van de Prominend biestzak:

  • De Prominend biestzak heeft een inhoud van 2 liter en een handige dop om te vullen.
  • De oppervlakte is veel groter als van flessen of bakken met dezelfde inhoud. Hierdoor gaat het invriezen en ontdooien veel sneller.
  • In de diepvries zijn de platte zakken stapelbaar. Dit scheelt ruimte in de vriezer.
  • De biestzakken zijn gemaakt van sterk materiaal en lekvrij.
  • Je kunt op de biestzak de brix-waarde en datum van invriezen gemakkelijk noteren.

 Goed en snel ontdooien mét behoud van kwaliteit

Gebruik een grote emmer of wasbak en vul deze met water van maximaal 50 graden. Ontdooien in water van hogere temperaturen beschadigd de antistoffen en verminderd de biestkwaliteit. Leg de biestzak in het warme water.
Met behulp van een melkverwarmer kan de biest ook worden ontdooid. De biestzak zal in dat geval na circa een half uur verwarmd zijn tot 38 graden en klaar om te voeren.

 Voorkom dat biest een bron van ziektekiemen wordt

  • Reinig het uier en de spenen van de koe voor het uitmelken van de biest.
  • Gebruik een schone ketel of dumpemmer voor het opvangen van de melk en een schone fles of speen(emmer) voor het voeren van het kalf.
  • Controleer bij de melkrobot of de leiding naar de dumpemmer/ketel vooraf gereinigd is.
  • Binnen een uur na uitmelken: voeren of koelen!
  • Bewaar gekoelde biest maximaal vier dagen afgesloten in de koelkast.
  • Bewaar ingevroren biest maximaal 12 maanden in de vriezer.

Samenwerken met de melkveeadviseur

Er kan een periode zijn dat de hoeveelheid eerste biest beperkt is of de kwaliteit slecht. Het advies is om dan met de melkveeadviseur de droogstand en het droogstandrantsoen door te nemen. Een tekort aan biest kan (tijdelijk) worden opgevangen met Prominend Colostrum®. Dit kan worden toegevoegd bij te lage brix-waarden (< 23) of bij een tekort aan liters biest. Vraag naar de handige instructiekaarten om u te ondersteunen bij een goed biestmanagement.

 

Goed voeren van gezonde kalveren leidt tot goed ontwikkelde vaarzen

De ontwikkeling in de eerste zes maanden van het kalf zijn bepalend voor de prestaties als koe. Op het melkveebedrijf van Hein en Wendy van Schooten wordt de kalveropfok er niet zo maar even bij gedaan. Een maximale ontwikkeling wordt behaald door goede zorg, Prominend kalvermelk en Fuite kalverbrok.

In het buitengebied van de gemeente Zwolle ligt het melkveebedrijf van Hein en Wendy van Schooten. In 2010 is de huidige ligboxenstal gebouwd en kon het bedrijf uitbreiden naar 160 melkkoeien en 100 stuks jongvee. Op deze locatie hebben ook de opa en vader van Hein geboerd. In 2012 heeft Hein het bedrijf over kunnen nemen.

Keuze voor eigen jongvee opfok

“Doordat we zelf onze kalveren opfokken weten we waar we mee bezig zijn. De gezondheidsstatus is vooraf bekend en we kunnen bewuster onze toekomstige melkkoeien selecteren”, dit geeft Hein als pluspunten. 

“De eerste zes maanden van het kalf zijn cruciaal voor de ontwikkeling en groei. Deze periode komt maar één keer voorbij, er is geen tweede kans”, zo stelt jongveeopfok specialist Jan Fuite . “We voeren het kalf in deze periode zo goed mogelijk naar behoefte. De eerste weken is dat hoofdzakelijk melk, maar de focus verschuift vervolgens naar de krachtvoer- en ruwvoeropname. We zien gewoon graag mooie kalveren”, geeft Hein aan.

Een gezond kalf met behulp van goed biestmanagement

Volgens Hein is de gezondheid van het kalf een sleutelfactor. Alleen een gezond kalf kun je meer melk en brok voeren. Zelfs lichte diarree in de eerste weken kan later nog voor grote problemen zorgen en zo de brokopname remmen. “Dit proberen we daarom zoveel mogelijk te voorkomen”, vertelt Hein. “Dit doen we met name door ons biestmanagement. Zo meten we bijvoorbeeld de Brix-waarde van de biest en vriezen alleen biest in als deze voldoende antistoffen bevat. Hebben we een keer biest  met te weinig antistoffen, dan vullen we dat aan met biest uit de diepvries. Ook hebben we de gebouwen voor het jongvee op orde.”

Prominend Super in de kalverdrinkautomaat

Alle kalveren krijgen Prominend Super melkpoeder. Jan legt uit dat dit een melkpoeder is met een hoog aandeel magere melk en extra antistoffen. De antistoffen zijn een directe bijdrage aan de weerstand van het kalf. Ook wordt gedurende de melkperiode onbeperkt hooi en kalverbrok aangeboden.
Op het melkveebedrijf worden de kalveren vanaf twee weken gevoerd met een kalverdrinkautomaat. “De automaat is ondertussen zeventien jaar oud, maar doet het nog prima. We hebben hier voor gekozen omdat het mij veel werk uithanden neemt en de kalveren altijd van een constante kwaliteit melk voorziet. Het is vooral makkelijk wanneer er veel kalveren tegelijk worden geboren”, zo vertelt Hein. “Daarnaast is het afbouwen van de melk met een drinkautomaat ideaal”, vult Jan aan. Geleidelijk afbouwen van melk stimuleert de opname van kalverbrok en ruwvoer in de aanloop naar het speenmoment. “Wanneer de kalveren van de melk zijn hoor ik ze niet en vreten ze veel brok en hooi”, beaamt Hein. “Doordat de kalveren op de drinkautomaat meerdere porties gedurende de dag kunnen opnemen, kunnen we ze ook gemakkelijker hard voeren. Op de top van het voerschema krijgen de kalveren acht liter met de juiste concentratie poeder”.

Regelmatig kalibreren geeft zekerheid

De drinkautomaat wordt door Jan met regelmaat gekalibreerd. Dan wordt bepaald of de automaat de juiste hoeveelheid poeder, water en reinigingsmiddel geeft. Doordat de automaat regelmatig gekalibreerd wordt, weet ik dat hij doet wat hij moet doen”, geeft Hein aan. “Daarnaast is het kalibreren van de automaat vaak ook het moment dat we dan bij de kalveren alles even langs lopen. Deze aanpak helpt ons het gewenste resultaat te behalen: gezonde kalveren die later ook als ze zelf eenmaal gekalfd hebben goed zullen presteren”.

Voor meer informatie of een bezoek van één van onze jongveeopfok specialisten kunt u contact met ons opnemen.

 

Winnaar prijsvraag Pork&Poultry Beurs

Afgelopen februari is de Pork & Poultry beurs geweest in Den Bosch. Tijdens deze beurs is er een prijsvraag geweest vanuit Gebrs Fuite.

Door middel van een woordzoeker dienden deelnemers uiteindelijk een woord in de puzzel over te houden wat correspondeerde met het laatste woord van een winnende zin.
Één van de winnaars van de prijsvraag is de fam. Kampert te Harskamp. Zij hebben als prijs een ingelijste foto van hun varkensbedrijf gewonnen.

Hier een kleine sfeerimpressie van het bedrijf.

“Werken aan bigoverleving, waar begint het en waar houdt het op?”

“In simpele stappen naar een hogere big-overleving”

Dit was de opening van Rainier van Gelderen (Porcbusiness B.V.) tijdens één van de thema-avonden van Pigbusiness.

De bronst

“Voorafgaand aan de (eerste) bronst is het zo dat het dier vanuit “weelde” berig moet gaan worden. Dieren die in deze fase ziek zijn geweest en/of sterk zijn afgevallen maken een grote kans op een faling: matige bronst, geen bevruchting, opbreken van de vroege dracht en matige bigkwaliteit. De cyclus begint dus met een goede voorbereiding op de (eerste) bronst, waar goed ontwikkelde follikels moeten zorgen voor kwalitatief goede eicellen die vrij komen. Na de eisprong verandert ieder follikel naar een geel-lichaam. Deze produceren progesteron (drachthormoon). Dit hormoon is van invloed op de overlevingskansen van de vroege dracht”, zo legt Rainier ons uit.

Er zijn veel verschillende factoren van invloed op de kwaliteit van de bronst . Zo kunnen onregelmatigheden in de voeding, de gezondheid, de fokkerij, de huisvesting als ook het management een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de bronst en daarmee de vruchtbaarheidsresultaten. Denk aan verontreinigingen van voer of water. Of bijvoorbeeld het klimaat in de dekstal en kraamstal. Sparren met de diverse erfbetreders, zoals de voeradviseur als ook de dierenarts, hoe verantwoord (bij) te sturen is daarom aan te bevelen.

Na de geboorte

Hierover zegt Rainier dat tijdens de separatietijd de pasgeboren biggen goed opgevangen moeten worden. De Pigsaver (een van de ideeën van HBIVV) kan dan een goed hulpmiddel zijn. Ook de hoeveelheid en kwaliteit van de biest is te sturen door een goede toepassing van split suckling. Hierdoor heeft elke vitale big een veel grotere kans om uit te groeien tot een “full value pig”.

“Het verhogen van de bigoverleving is de ambitie en de motivatie om het elke dag beter te willen doen”, aldus Rainier.

Nieuw: Speen Structo Ferm Dieet

Na de succesvolle introductie van Speen Structo Ferm heeft Gebrs Fuite opnieuw een nieuw speenvoeder ontwikkeld. Dit voeder is speciaal ontwikkeld voor biggen die (erg) gevoelig zijn voor diarree na het spenen. 

Op ongeveer twintig procent van de zeugenbedrijven komt geregeld diarree in het kraamhok voor. Speendiarree staat in de top 3 van meest gemelde problemen bij de Online Monitor voor varkensgezondheid volgens de GD. Genetica, speenleeftijd en andere factoren zijn hierbij van invloed.

Hoe kan Structo Speen Ferm Dieet helpen?

Het moment van spenen is voor biggen een stressvolle situatie. Tijdens stress momenten krijgen ziekteverwekkers de kans om toe te slaan. Daarom is het enorm belangrijk om de voeropname na spenen zoveel mogelijk op peil te houden zodat de weerstand ondersteund blijft.

De Structo Speen Ferm Dieet van Fuite bevat:

  • Grondstoffen vrij van mycotoxines
  • Toevoegingen om stress te verminderen
  • Veel vezels en structuur; houden de mest soepel en geven daar volume en stevigheid aan.
  • Unieke grondstof die ook in babyvoeding wordt gebruikt: tegen darmkrampjes, winderigheid en diarree.

Meer weten? Onze verkoopadviseurs denken graag met u mee.

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?