Afrekeningen moeten tot op de cent nauwkeurig kloppen

Veel varkenshouders die betrokken zijn bij Fuite zullen hem weleens aan de telefoon gehad hebben: Henk Zwinselman. Inmiddels is hij alweer zes jaar de drijvende kracht achter de boekhouding van de mesterijen van Gebrs. Fuite. 

Wie is die Henk?

Boerenzoon Henk Zwinselman is afgelopen zomer 60 jaar jong of oud geworden. Al meer dan 40 jaar is hij werkzaam bij bedrijven die affiniteit hebben met de landbouw.  Met zijn administratieve werk ondersteunt hij de  buitendienst van zowel het varkens- als het pluimveeteam. Cijfers en overzichten zijn echt Henk z’n ding. “Je een keer vergissen is helemaal niet erg” volgens Henk “als je er maar van leert wat je verkeerd hebt gedaan”.

 

Wat spreekt je aan bij Gebrs. Fuite?

“Het is een familiebedrijf waar korte lijnen zijn en waar wordt mee gedacht in oplossingen. Bij een beurs genoteerd bedrijf ben je bezig op korte termijn voor de aandeelhouder en niet voor het rendement van de afnemers”.

Wat zijn de dagelijkse werkzaamheden?

Als ondersteuning worden berekeningen van de afgeleverde koppels gemaakt. Niet de hoogste opbrengstprijs is belangrijk, maar wel het hoogste rendement. Dat is eenvoudig inzichtelijk te maken op papier. Iets minder kosten kan per saldo voordeliger zijn. Vleesvarkens iets anders in de gewichtsklasse kan bijvoorbeeld een extra opbrengst geven. Vaak zijn de resultaten nog te verbeteren, bijvoorbeeld omdat de ventilatie niet optimaal werkt. Ook een ander type varken kan zorgen voor een beter resultaat.

Wat wil ik bereiken?

Gebrs. Fuite heeft vleesvarkens en speenbiggen op contract. Hiervoor maakt Henk ook de afrekeningen aan het einde van de rondes. Zijn motto daarbij is: afrekeningen moeten tot op de cent nauwkeurig kloppen. “Ik probeer van 1 en 1 3 te maken. Dat kun je door begrijpelijk overzichten te maken, waarbij mijn collega’s en de afnemers in één oogopslag de uitkomsten kunnen zien en de uitslag kunnen vergelijken met de begroting en verwachtingen” stelt Henk. “Ik zou graag willen bereiken dat de intensieve veehouderij uit de negatieve spiraal komt. Door te laten zien hoe de hele sector met zijn passie voor goed ondernemerschap, samen met het dier- welzijn aspect, kunnen we dit doel bereiken” besluit Henk zijn betoog.

Hoe zorg ik voor een goede start bij de verse geiten?

Voor velen staat de aflamperiode voor de deur of is deze zelfs al begonnen. Tijdens de aflamperiode is het erg belangrijk om de groep aflammende dieren goed in de gaten te houden. Hoe zorg ik voor een soepele overgang van hoogdrachtige naar melkgevende geiten? Hieronder een aantal tips.

  • Ruwvoeropname leidend. Bij het verhogen van de krachtvoergift van de melkgeiten in de transitie periode is de ruwvoeropname leidend. Zorg dat de geiten voldoende opgevreten zijn en verhoog de krachtvoergift niet te snel, zo voorkomt u verteringsproblemen.
  • Zonder stress op de melkstal. Maak goede afspraken met alle melkers over het rustig hanteren van dieren die kort geleden hebben gelamd. Zorg ook voor hulp bij het aanleren van de jaarlingen op de melkstal.
  • Vaker hetzelfde probleem? Als bij meerdere geiten dezelfde problemen ontstaan (b.v. aan de nageboorte blijven staan, baarmoederontsteking of slepende melkziekte) is het belangrijk om te achterhalen waar dit vandaan komt. U kunt dan meteen maatregelen nemen voor de resterende koppel hoogdrachtige dieren.
  • Meer restvoer is normaal. Accepteer meer restvoer bij uw geiten in transitie. Vaker vers voer verstrekken zorgt voor een hogere voeropname. Ook na aflammen hebben geiten nog tijd nodig om tot de maximale voeropname te komen.

Stuur op voersaldo en maximaliseer opbrengst per koe

Zicht hebben en houden op de geldstromen binnen uw bedrijf is en blijft een belangrijk aandachtspunt. Zeker nu de krachtvoerprijzen op een historisch hoog niveau zijn gekomen. 

Met toestemming overgenomen uit een artikel van bedrijfskundig adviseur Jelmer Sietzema van Alfa Accountants en Adviseurs:

Op veel bedrijven wordt al gevoerd van de graskuil van 2021. De kuilanalyses zijn op diverse bedrijven slecht: een ruw eiwit onder 140 gram per kg drogestof is geen uitzondering en de daarmee samenhangende VEM schiet vaak ook ernstig tekort. De eerste ervaringen met drogestof-opname en melkproductie per koe vallen dan ook niet mee. Daar komt bij dat de voernota zo’n 25-30% hoger is dan een jaar terug. Een aantal ondernemers schiet door dit dure voer in een reflex van sturen op lagere voerkosten per kg melk. De onderbuik zegt namelijk: ‘Wat ik niet uitgeef, hoef ik ook niet terug te verdienen’. Soms terecht, maar vaak niet! Door eenzijdig te sturen op voerkosten per kilo melk, verlies je mogelijk de focus op de totale omzet en blijkt straks in maart dat je onvoldoende voersaldo hebt behaald om al je uitgaven te kunnen betalen.

Focus op voersaldo

Goed bekeken zijn voerkosten en melkopbrengsten de enige variabelen waar je elke dag invloed op uit kunt oefenen. Door terug te rekenen welke vaste uitgaven je hebt over het jaar en de vaste inkomsten zoals betalingsrechten en beheersvergoedingen daar van af te trekken, kun je op bedrijfsniveau berekenen welk voersaldo je nodig hebt om rond te komen en je buffer weer aan te vullen. Dit geeft richting aan de meest optimale strategie voor de komende winter. Als voorbeeld een fictief bedrijf met een jaarproductie van 1 miljoen kilo melk.

Vanuit de variabelen melkproductie, voerprijs en voerverbruik is de beste voerstrategie te bepalen.

Het voorbeeldbedrijf kan kiezen uit meerdere opties (gerekend met een melkprijs van 0,39 cent):

Bovenstaand bedrijf haalt het beste liquiditeitssaldo bij een strategie waarbij de productie wordt verhoogd. Let wel op dat deze strategie ook gevolgen heeft voor energiekosten (ca. 1 cent per kg melk), mestafzet en fosfaatrechten. Het optimum is voor ieder bedrijf verschillend en moet ook passen bij de capaciteit van de koeien, de ondernemer en de omstandigheden. Met bovenstaande rekenmethode heb je een goede basis om je doelstellingen voor de winterperiode vast te stellen.

Het volledige artikel van Alfa is hier te lezen

Écht sturen op voersaldo doe je door minimaal wekelijks de werkelijk gevoerde kilo’s, de werkelijke voerprijzen en de werkelijk geleverde kilo’s melk in elkaar om te rekenen. Dit is mogelijk in FuitEffect. Onze verkoop adviseurs geven u hier graag meer informatie over.

     

    Snijmais 2021 past goed naast graskuilen van dit jaar

    Door het koude weer in april, is het een laat voorjaar geworden. Mei begon ook koud en nat. Het bleef de hele maand mei wisselvallig en nat waardoor de mais eind mei op veel plekken geel kleurde. Sommige mais kon door het natte weer in het Noorden pas begin juni worden gezaaid.

     

    Relatief nat seizoen toch goede afrijping

    Het gehele groeiseizoen bleef het relatief nat, waardoor de mais goed kon herstellen van de trage start. De opbrengsten waren daardoor goed. Door het late groeiseizoen was de afrijping ook later maar met het mooie droge zonnige weer in september verliep de afrijping goed.

    Laat geoogst wel goede voederwaarde

    Ondanks de late afrijping, is het DS-gehalte gemiddeld en het VEM- en zetmeelgehalte goed. (zie tabel 1). Door de goede afrijping in september en oktober is het verschil in zetmeelgehalte tussen natte, en droge snijmais dit jaar klein. De goede voederwaarde van de snijmais past goed naast de gemiddeld matige graskuilen van dit jaar.

    Wat te doen bij dunne mest?

    De mest van uw koeien verteld ons veel over de gezondheid van de koeien en de benutting van het rantsoen. Koeien die dun op de mest zijn, is regelmatig onderwerp van gesprek. Wanneer is dunne mest ook werkelijk een probleem? En waardoor kan dit worden veroorzaakt?

    De dikte van de mest wordt bepaald in de dikke darm. Een verstoring van de darmfunctie kan op meerdere manieren aanleiding geven tot dunne mest. De oorzaken zijn te verdelen in infectieus en niet-infectieus. Grofweg rantsoen en niet-rantsoen gerelateerd (Zie tabel 1.) Een verminderde onttrekking van water of juist een verhoogde waterafgifte aan de darminhoud zal dunnere mest veroorzaken. Kalveren met E.coli-diarree zijn daar een duidelijk voorbeeld van. Maar ook een fermentatiestoornis in de pens en daardoor de doorstroom van onverteerd voer naar de darm, kan leiden tot dunne mest. Selectie, een tekort aan structuur zijn weer mogelijke onderliggende oorzaken.

    Eerst de oorzaak achterhalen

    Wanneer er naast dunne mest ook andere gezondheidsklachten zijn (denk aan verminderde voeropname, verminderde herkauwactiviteit, koorts of een afgenomen melkproductie), dan is het belangrijk om eerst de oorzaak te achterhalen en dan pas in actie te komen. Regelmatig zien we dat de krachtvoergift of eiwitvoorziening abrupt wordt teruggeschroefd of stopgezet wanneer dunne mest wordt gezien. Echter bij voorbaat de koe haar energie- of eiwitvoorziening afnemen, heeft bij het merendeel van bovenstaande oorzaken (tabel 1.) eerder een negatief dan een positief effect op de gezondheid én de productie van de koe.

    Complete analyse helpt je vooruit

    Het in beeld brengen welke koeien wel en welke koeien geen dunne mest hebben, is vaak al verhelderend. Het rantsoen en het verloop van de klachten vormen ook nuttige informatie. Het zeven van de mest zal daarnaast zeer informatief zijn. De voeradviseurs van Fuite willen dit graag voor u doen. Blijkt na het zeven de mest weliswaar dun, maar wel goed verteerd? Dan is een infectieuze oorzaak waarschijnlijker dan bijvoorbeeld pensverzuring. Het rantsoen aanpassen om de pensfunctie te verbeteren is in dat geval niet wenselijk en niet nodig. Zie je dunne mest in de stal, raadpleeg dan een van onze voeradviseurs om samen gericht de oorzaak te achterhalen en het probleem van dunne mest te verhelpen.

    Fuite maisrassenlijst 2022 nu beschikbaar

    Jaarlijks worden nieuwe rassen van landbouwgewassen beoordeeld door CSAR een onafhankelijke stichting.  De resultaten van de verschillende maisrassen zijn inmiddels bekend. Op basis daarvan heeft Gebrs. Fuite een rassenlijst samengesteld. 

    Bestel tijdig en voorkom teleurstelling

    De keuze voor een maisras wordt bepaald door meerdere factoren. Bijvoorbeeld de grondsoort, ziekteresistentie en opbrengst. Denk tijdig na over welk ras bij uw bedrijf past. Niet van alle rassen is evenveel zaad beschikbaar. Bovendien profiteert u tijdelijk van aantrekkelijke vroeg bestel prijzen.

    De voorkeurs maisrassen van Gebrs. Fuite zijn:

    Ultra vroeg

    Resolute: zeer vroeg afrijpende mais met een goede opbrengst. (FAO 190)

    Zeer vroeg

    Pagageno: plant met beste beginontwikkeling en hoge opbrengst. (FAO 200)
    LG 31.205: vroeg afrijpende mais met een hoge opbrengst. (FAO 205)
    P 8057: gezonde, stevige plant met hoge voederwaarde. (FAO 210)
    LG 31.219: gezond gewas met goede zetmeel opbrengst. (FAO 220)

    Middenvroeg

    Genialis: gezond gewas met goede landbouwkundige eigenschappen en beste opbrengst. (FAO 230)

    Korrelmaïs / CCM

    Megusto: gezond gewas met goede beginontwikkeling en hoge korrelopbrengst. (FAO 220)

    De verkoop adviseurs helpen u graag om een passende keuze te maken voor uw bedrijf.

    Met AMS en vlokken streven naar een gezonde, oudere koe

    Hemelsbreed ligt het melkveebedrijf van de familie Hammer maar een paar kilometer bij de fabriek van Gebrs. Fuite vandaan. Op het erf wonen 3 generaties, Erik en Aletta met hun gezin en ook de ouders van Erik zijn hier woonachtig. Het vrije wonen, goed zorgen voor je dieren daar genieten ze hier van. 

    Inmiddels is de oudste zoon, Kelvan, toegetreden tot de maatschap. “We zijn een echt familiebedrijf” vertelt Erik “als het zo uit komt doen we allemaal wat”. “Door een combinatie van fokkerij en management proberen we elk jaar een stapje vooruit te maken. Wat ik zeker nog graag zou willen bereiken is dat onze koeien nog ouder worden” vult Kelvan aan. “Een oudere koe die haar werk makkelijk aan kan dat is ons streven”.

    Smakelijke brok en feed first verhogen aantal melkingen

    Sinds twee jaar worden 70 stuks melkvee gemolken door een DeLaval robot. De jaarproductie ligt op 11.218 kg met 4,36 vet en 3,79 eiwit. Tijdens een studiereis met Fuite naar Zweden wist Erik het wel; “als we nog eens overstappen naar melken met een robot dan moet het een DeLaval zijn”. En zo geschiedde. “We hebben bewust gekozen voor feed first” vult Aletta aan. “We hoeven maar zelden koeien op te halen en zitten gemiddeld op 2,8 melkingen en 13,5 kg melk / melking”. Op advies van melkveespecialist Rolf Drent worden in de robot luxe en zeer smakelijke brokken gevoerd zodat de loop op de robot nog eens extra gestimuleerd wordt.

    Gerstvlokken stimuleert melkeiwit en gezondheid

    Het rantsoen bestaat naast kuilgras uit bierbostel, perspulp, gehakseld koolzaadstro, een soja/raap/tarwe mengsel en gerstvlokken. Met de voermengwagen kan hier eenvoudig een goed gemengd rantsoen van worden gemaakt. “Die vlokken ja dat stimuleert het eiwit en de liters” aldus Kelvan. “Doordat de gerst als vlok in de pens terecht komt voer je veel geleidelijke pensenergie” vult Rolf aan. “Dit houdt de pens en dus de koe gezond. Het is belangrijk om een koe ook te voeren naar haar prestaties zodat ze niet alleen de hoge productie vol kan houden maar zelf ook in een uitstekende conditie blijft”.

    Hoe kan ik ontmenging van mijn TMR voorkomen?

    Bij het voeren van een uitgekiend rantsoen is uw grootste uitdaging om te zorgen dat íedere koe dit rantsoen ook daadwerkelijk opvreet. De taak voor u als veehouder: een rantsoen verstrekken waarbij geen selectie plaatsvind. 

    Goed mengen voorkomt selectie

    Bij een gemengd rantsoen of TMR is één van de uitdagingen om het rantsoen goed gemengd te krijgen. Alleen dan kunnen koeien krachtvoerachtigen slecht uitselecteren. Als u alle voedermiddelen zoals ruwvoer, grondstoffen en mineralen los toevoegt in de mengwagen, is dit relatief foutgevoelig.

    Verschil in volume van grondstoffen maakt mengen lastig

    Een voorbeeld: wanneer u voor 100  melkkoeien een rantsoen maakt met onder andere 2 kg soja en 60 gram krijt, voegt u aan zo’n 3.000 kg ruwvoer 200 kg soja en slechts 6 kg krijt toe.

    laadlijst laadlijst mengwagen
    eenheid per koe 100 koeien
    Graskuil 40% ds kg 32,5 3250
    Snijmais 35% ds kg 11,4 1143
    Soja kg 2 200
    Raap kg 1 100
    Maisvlokken ongemalen kg 1,5 150
    Natriumbicarbonaat kg 0,2 20
    Krijt kg 0,06 6
    Mineralen kg 0,1 10

    Tabel 1. Indicatieve laadlijst, hoeveelheden uitgedrukt op productbasis.

    Los van elkaar zijn de grondstoffen en mineralen in het voorbeeld dus zeer kleine hoeveelheden vergeleken met het ruwvoer. Daardoor is het lastig om deze allemaal gelijkmatig door het rantsoen te mengen.  De kans is groot dat niet elke koe hetzelfde te krijgt en moet u 8 verschillende grondstoffen laden.

    Bedrijfseigen maatmeel zorgt voor homogeen rantsoen

    In een maatmeel, waarin alle losse grondstoffen al goed voorgemengd zijn én dus samen een groter volume hebben, is het veel eenvoudiger alles gelijkmatig door het ruwvoer te mengen. Dit levert u werkgemak en tijd op, u hoeft immers 5 keer minder een product te laden, en de kans op laadfouten is vele malen kleiner. Ook zal wat de koeien vreten beter overeenkomen met wat u denkt dat ze vreten

    Dagelijks bijsturen blijft mogelijk door onderscheid te maken tussen een eiwit- en energie meel. Doordat de fabriek van Fuite compleet ingericht is op het maken van maatmeel, kan indien nodig iedere levering de samenstelling van het maatmeel gewijzigd worden.

    Onze melkveespecialisten helpen u graag bij het beoordelen van het mengresultaat en het uitrekenen van het juiste rantsoen met de voedermiddelen die u beschikbaar hebt. 

    Nauwkeurig doseren van het voetenbad loont

    Voetenbaden zijn belangrijk in de strijd tegen besmettelijke klauwaandoeningen. Het regelmatig voetenbaden blijft een onmisbaar onderdeel van de totale aanpak van met name Mortellaro. De juiste dosering is echter essentieel. Eenmalig de tijd nemen om de correcte hoeveelheid water en toevoegmiddel vast te stellen, zal in een aantal gevallen een verrassende uitkomst opleveren. 

     

    Meer is niet altijd beter

    Het voetenbad verandert snel in een besmettingsbak wanneer de werkzame stof te laag gedoseerd wordt. Anderzijds heeft een te hoge dosering een irriterende werking op de klauwhuid. Deze aantasting  van de huid zorgt er juist voor dat bacteriën de huid nog eenvoudiger kunnen binnen dringen. Bij hoge concentraties kost het vanwege de pijnlijkheid ook extra moeite om de koeien door het bad te laten lopen. Dit is onwenselijk en bovendien ook onnodig.

     

    Praktische uitvoering om de juiste dosering te bepalen

    1. Vul het voetenbad met emmers water om te bepalen wat de inhoud van het bad daadwerkelijk is.
    2. Vervolgens zal de hoeveelheid toe te dienen middel moeten worden uitgerekend.

    Een rekenvoorbeeld: een bad heeft een inhoud van in totaal 200 liter. De gewenste concentratie voor bijvoorbeeld formaline is 4%.

    200 liter * 0,04 = 8 liter formaline. Deze 8 liter voegt u toe aan 192 liter water.

    (Totaal volume voetenbad x de aanbevolen concentratie voor het bad = aantal liters dat aan het bad moet worden toegevoegd)

     

    Ook handig om te weten

    • De ideale afmeting voor een bad is 300 x 85 x 13 cm (l x b x h) Dit zorgt er voor dat iedere klauw twee keer in het bad staat.
    • Na 200 passages moet het voetenbad worden ververst.
    • Onder de 15°C werkt Formaline niet.

     

    Ook als het gaat om de klauwgezondheid op uw bedrijf denken we graag met u mee. Uw vertegenwoordiger kan indien nodig altijd contact opnemen met onze dierenarts voor advies.

    Praktijkreacties over Topheat

    Een jaar geleden heeft Fuite Topheat geïntroduceerd. De hoogste tijd om reacties ‘uit het veld’ te delen:

    Door het bijvoeren van dextrose in de dekstal raken zeugen snel verzadigd. Het gevolg is dan dat de totale voeropname wat tegen valt. Daarom ontwikkelde Fuite de Topheat. Dit is een vet/eiwit kern die gebruikt wordt om bij zeugen de eicelrijping en de berigheid te stimuleren. De Topheat bevat ook extra vitamines en mineralen.

    Enkele reacties over het gebruik in de dekstal:

    Een zeugenhouder zegt: “Mijn percentage ‘gedekt binnen 7 dagen’ is met 4% gestegen en ook het afbig percentage is toegenomen.” Deze extra energiegift rond spenen en dekken betaalt zich terug. Een andere zeugenhouder zei: “Ook magere zeugen worden berig want ze vreten gewoon door.” Ook behouden de zeugen beter hun gewicht.

    Wat tevreden gebruikers zien in de stal:

    “Mijn aandeel kleine biggen is gezakt” zegt een zeugenhouder. “Ook het afbiggen duurt korter.” Iemand anders zegt: “Mijn biggen zijn vitaler en vinden de uier gemakkelijker.”

    Door deze positieve respons hebben we bij Fuite besloten om naast het traditionele dekstalvoer ook een dekstalvoer aan te bieden met de Topheat veteiwit kern als energie bron. Dit maakt het voeren van gespeende zeugen in de dekstal een stuk gemakkelijker voor de medewerkers

    Voor meer informatie over Topheat: klik hier 

    ×

    Hallo!

    Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

    × Hoe kan ik je helpen?