Sinds kort produceert Gebrs. Fuite zelf smakelijke (VLOG) muesli. Een hoogwaardige kalverbrok wordt gemengd met vlokken die geproduceerd zijn in onze eigen fabriek. De geur en smaak van de muesli is beter waardoor de opname toeneemt.
Jeugdgroei optimaal benutten door goede pensontwikkeling
Naast een goede kalvermelk is het belangrijk dat kalveren al vroeg leren om krachtvoer en ruwvoer op te nemen. Zo ontwikkelt de pens zich maximaal en wordt al vanaf de geboorte een goede basis gelegd voor de latere melkproductie.
Muesli uit eigen fabriek
De zeer smakelijke muesli bevat ontsloten vlokken uit eigen fabriek. Deze zijn rustig, maar goed verteerbaar waardoor de penspapillen goed groeien. Deze papillen zijn nodig om het voer ook na het spenen goed te kunnen benutten en zo een hoge groei te realiseren.
Deze muesli is de basis voor een gezond kalf waarvan de jeugdgroei goed wordt benut. Dat loont: want hoe hoger de groei als kalf is, hoe hoger de melkproductie als vaars.
De Muesli van Gebrs. Fuite is een zeer smakelijk compleet voer (naast melk) voor kalveren van 0 tot 4 maanden.
Wist u dat groeien naast goede voeding ook duizenden liters zuurstof per dag kost? Wanneer de aan- of afvoer van de lucht niet optimaal is, zal dit ten koste gaan van de groei en gezondheid van vooral jonge kalveren.
Ventilatie
Naast de aanvoer van zuurstofrijke lucht, is de afvoer van koolstofdioxide, warmte en vocht uit een stal minstens zo belangrijk. Het gaat bij ventilatie dan ook niet alleen om de luchtinlaat, maar ook de luchtuitlaat en de luchtverdeling. Dit kan mechanisch of handmatig geregeld zijn (natuurlijke ventilatie) en heeft een direct effect op het stalklimaat, de gezondheid en de groei van de kalveren. Het succes van de ventilatie bepaalt niet alleen de verhouding tussen zuurstof en koolstofdioxide in de lucht, maar ook:
De concentratie schadelijke gassen en dampen zoals ammoniak.
De infectiedruk, dus de hoeveelheid bacteriën, virussen en schimmels in de stal.
De aanwezigheid van tocht (groter risico bij lagere buitentemperaturen)
De luchtvochtigheid en de omgevingstemperatuur
Jonge dieren zijn extra kwetsbaar
Luchtwegaandoeningen zien we vaker bij kalveren dan bij koeien. Jonge dieren zijn ook extra gevoelig als het gaat om invloeden vanuit het klimaat. Dit kent meerdere oorzaken:
Jonge dieren hebben minder goed ontwikkelde longen in vergelijking tot oudere dieren en zijn daardoor extra vatbaar voor luchtwegaandoeningen.
Jonge dieren bouwen nog immuniteit op en zijn daarom minder weerbaar.
Jonge dieren hebben een relatief groot lichaamsoppervlak waardoor ze gemakkelijk snel afkoelen.
Wanneer de omgevingstemperatuur te hoog of te laag is, zal een deel van de energie nodig voor groei en onderhoud verloren gaan aan het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
Beoordelen van de ventilatie
De verschillen tussen de buitentemperatuur overdag en ’s nachts kunnen in deze tijd van het jaar groot zijn. Bij lagere temperaturen neemt de kans op tocht toe. In een natuurlijk geventileerde stal kan dit betekenen dat u er ’s avonds en ’s ochtends goed aan doet deuren of kleppen weer vaker dicht of juist open te doen. En wist u verder dat:
..de ideale omgevingstemperatuur voor nuchtere kalveren ligt tussen de 15 en 20 graden? Deze is daarmee fors hoger dan voor kalveren van 2-3 maanden oud.
..door middel van voelen en ruiken je zelf al veel kan beoordelen. Doe dit eens in de hokken op kalverhoogte. De situatie is vaak verrassend anders dan op de voergang.
..dode hoeken, tocht en botsende luchtstromen in de stal een goede luchtverdeling verstoren. Dit kan mooi in beeld worden gebracht met behulp van een rookproef, uitgevoerd door een van onze jongveespecialisten.
Sinds 2019 produceert Fuite zelf maisvlokken. Het is de afgelopen jaren wel duidelijk geworden dat koeien met maisvlokken in het rantsoen gemakkelijk veel liters melk met een goed eiwitgehalte produceren. Door dit resultaat heeft Fuite haar mogelijkheden van vlokken maken nu uitgebreid.
Uitgebreide bewerkingsmogelijkheden bij Fuite
Door niet alleen de grondstof, maar ook de bewerking van grondstoffen te kiezen in (maat)voeders, kunnen onze adviseurs goed sturen in het melkvee rantsoen. Fuite kon grondstoffen al malen en walsen. Met de nieuwe vlokken-lijn van Fuite kunnen naast mais, nu ook gerst, tarwe en lupinen worden gevlokt.
Dit geeft nog meer mogelijkheden om de werking van de pens te optimaliseren. De bewerkingsvorm van grondstoffen bepalen de snelheid van vertering, maar ook of de voedingsstoffen in de pens of darm beschikbaar komen voor de koe. Daardoor kan het eigen ruwvoer nóg beter benut worden. Dat komt de vorming van microbieel eiwit in de pens ten goede en levert een plus op voor de productie van liters melk en melk-eiwit. Het resultaat: een zo goed mogelijke verwaarding van het eiwit uit eigen ruwvoer.
Bent u benieuwd of vlokken ook in úw rantsoen passen? Overleg met uw adviseur of vraag hier meer informatie aan.
Na een koud en nat voorjaar liep de temperatuur begin mei flink op. Hierdoor groeide het gras flink, waardoor met name in het oosten en zuiden gemaaid kon worden. Door het wisselvallige weer vielen er vaak flinke buien op het gemaaide gras.
Hoge droge stof opbrengst maar tegenvallende eiwitgehaltes bij eerste snede graskuil
Vanaf 28 mei werd het pas zonnig, droog en warm weer, waardoor de rest van de eerste snede gemaaid kon worden. De opbrengsten waren daardoor enorm.
April
Mei
Juni
Juli
Aug
Sept
DS
425
345
463
502
464
414
RE
150
139
126
143
153
138
Suiker
167
66
81
77
72
74
VEM
984
930
869
852
871
891
DVE
81
67
66
68
69
66
NH3-fractie
8
11
9
8
8
9
Tabel 1: voederwaarde voorjaars- en zomerkuilen 2021
Het zeer wisselvallige weer heeft er toe geleid, dat de eerste snede graskuilen van mei nat zijn (zie tabel 1). Hierdoor is de gemiddelde mei kuil erg zuur (lage pH) en is de ammoniakfractie hoog. Door het late maaien is de DS-opbrengst erg hoog en zijn het ruw eiwit en suikergehalte erg laag geworden. Hoewel de gemiddelde VEM nog meevalt, zijn de DVE-waarden erg laag. De eerste snede graskuilen van begin juni hebben wel een extreem laag VEM en eiwitgehalte. Om van deze kuilen goed te melken verdient de structuur van het rantsoen aandacht en zal er veel pens-energie en eiwit bijgevoerd moeten worden.
Bijvoeren noodzakelijk bij zomerkuilen om melkproductie op peil te houden
Door het groeizame weer gedurende de gehele zomer is er veel gras gegroeid met gemiddeld een zeer laag VEM- en eiwitgehalte (zie tabel 1). Hierdoor kunnen de eiwitarme eerste snedes ook nauwelijks gecompenseerd worden met een eiwitrijkere zomer- of najaarskuil. Er zal ook bij deze kuilen veel pensenergie en eiwit bijgevoerd moeten worden om enigszins op het gewenste niveau te kunnen blijven melken.
Op 12 en 13 oktober vindt de Dutch Pork beurs plaats in Den Bosch. De Brabanthallen zijn 2 dagen lang de plek waar je alles over de varkenshouderij op één plek vindt. Ook Gebrs. Fuite is hierbij aanwezig.
Een mooie gelegenheid voor een ludieke beursactie.
Raad het gezamenlijke totale gewicht van de collega’s in de stand en win!
Herman, Rainier, Alfons en Klaas zijn te vinden op stand nummer 1B18. Vul het actie-formulier in of reageer via Facebook.
En de prijs? De collega’s zullen een dag meewerken op het varkensbedrijf van de winnaar.
De huidige voer- en vleesmarkt met zijn grillige pieken en dalen noodzaakt u nog meer om uw bedrijf te managen op basis van voerwinst optimalisatie. Verschillen van toomspeengewichten tussen bedrijven kunnen oplopen tot voerwinst- verschillen van 2-5 euro per big. Lees hier meer over hoe u de toomspeengewichten binnen uw bedrijf kunt verhogen.
Met toomspeengewichten wordt het totale gewicht van de toom biggen grootgebracht bij een zeug met spenen bedoeld. Als richtwaarde kun je 70-75 kg aanhouden bij spenen op 3 weken en bij spenen op 4 weken is dit 90-100 kg. Vervolgens moet je deze waarde delen door het aantal biggen in de toom om het speengewicht per big te berekenen.
Tabel 1: normen van toom- en bigspeengewichten
Waarom zijn toomspeengewichten belangrijk?
Zware biggen bij spenen hebben een korter groeitraject en hun maag- en darmstelsel is al verder ontwikkeld waardoor zij sneller kunnen doorschakelen op groeivoer. Ook zullen zij gezonder en harder groeien waardoor je gemakkelijker op een hoger aflevergewicht kunt afleveren. Daarnaast geeft een hogere groei per plaats een lagere kostprijs per kg groei. Dit terwijl lichte biggen op alle fronten achterop lopen en daardoor de voerwinst drukken.
3 belangrijkste invloedfactoren voor een hoger toomspeengewicht:
Het geboortegewicht en de spreiding binnen de toom
Het managen van de geboorte gewichten en de spreiding ervan binnen de toom begint al in de voorafgaande zoogperiode. Voer in de laatste dagen voor het spenen suiker, dextrose of Topheat (veteiwit kern) bij om een goede eicelontwikkeling te stimuleren. Tussen spenen en dekken is goed beercontact en het voeren van hoogwaardig dekstalvoer erg belangrijk. Voorkom in deze periode dat de zeugen loom worden doordat er teveel suiker of dextrose wordt bij gevoerd. Topheat, onze veteiwit kern is hier meer op zijn plaats als extra energie bron. Bovendien bevat het Lianol wat de lever ontlast. Vervolgens is het belangrijk om begin dracht een hoog voerniveau te handhaven. Dit bevordert de ontwikkeling van het baarmoederslijmvlies waardoor er meer oppervlak is per embryo wat de toom uniformiteit ten goede komt.
Biestopname per big optimaliseren
Biestopname is belangrijk voor de overdracht van antistoffen en de energievoorziening. Daarnaast stimuleert biest de maag- en darmflora. Uit proeven blijkt dat biggen het best presteren wanneer ze minimaal 250 cc biest hebben gedronken. De biestververdeling kan snel onder druk komen te staan vanwege de toomgrootte en beperkte mogelijkheden om partieel te zogen. Daarom hebben wij Pigger Prime Plus in ons portfolio, dit is aanvullende voeding op de biest van de zeug, verrijkt met antistoffen en boordevol energie. Het geeft kleine biggen een groei boost en meer weerstand.
Door het koude voorjaar zal de meeste mais laat zijn met afrijpen. De ruwvoerposities op de meeste bedrijven zijn dit jaar ruim. U kunt overwegen uw snijmais dit jaar hoger te hakselen. Hierdoor gaat een deel van de DS-opbrengst verloren maar de kwaliteit van de snijmais is hoger.
Tijdens een maisdemo voor onze buitendienst kwam de vraag wat het effect is van hoger hakselen op de DS-opbrengst en voederwaarden van snijmais. Hier zijn proeven naar gedaan door Pioneer. Hieronder staat het effect per 10 cm hogere haksellengte.
Per 10 cm hoger stoppelen:
– 3% ds opbrengst
+ 0,8% ds
+ 6 vem
+ 6 gram zetmeel
Dus van bv 10 cm stoppellengte naar 50 cm zou betekenen:
– 12% ds opbrengst
+ 3,2% ds
+ 24 vem
+ 24 gram zetmeel
Overleg met uw verkoop adviseur over de mogelijkheden op uw bedrijf.
Om uw bokken voor elk dekseizoen in optimale conditie en gezondheid te krijgen, introduceert Gebrs. Fuite de VLOG Bokkenbrok.
Verlaag kans op nierstenen met VLOG Bokkenbrok
Foutieve voeding kan bij bokken resulteren in nierstenen. Deze vervelende aandoening verstopt de urinewegen van de bok. Dit resulteert in meer uitval van bokken. Onze VLOG Bokkenbrok bevat alle benodigde vitamines en mineralen in de juiste verhouding voor dekbokken. Dit verkleint de kans op nierstenen en houdt de bok in optimale gezondheid.
Juiste conditie bok belangrijk voor dekresultaat
Tijdens het dekseizoen zijn bokken zeer actief en verliezen vaak gewicht. Daarom is het belangrijk dat uw bokken voor het dekseizoen in goede conditie zijn. Daarentegen zullen bokken in te royale conditie niet goed dekken of zelfs te zwaar zijn voor uw vrouwelijke dieren. Voor de juiste conditie van uw dekbokken (conditiescore 3 is optimaal) verstrekt u beperkt VLOG bokkenbrok. De hoeveelheid is afhankelijk van de kwaliteit ruwvoer. De specialisten van Gebrs. Fuite helpen u hierbij graag.
Het is een heerlijk zonnige dag als robotspecialist Dick Aalbers het erf op rijdt bij de familie de Munnik in het buitengebied van Kampen. Herman en Judith hebben vier zonen waarvan er twee werkzaam zijn in het bedrijf. Inmiddels is de 4 generatie tot de maatschap toegetreden. Het is niet verwonderlijk dat zowel Dennis als Ronald kiezen voor het boerenvak. Al van jongs af aan hebben ze interesse in koeien en trekkers. Sinds anderhalf jaar worden de koeien gemolken met twee M2erlin robots van Fullwood.
“Mijn opa Jan is begonnen als stadsboer rond 1925 en verhuisde dertig jaar later naar een boerderij op het Kampereiland aan de Haatlanderdijk / Melmerweg. In 1990 zijn we verhuisd naar de huidige locatie op de Mandjeswaard” vertelt Herman. De maatschap heeft 86 ha land in gebruik waarvan 74 ha gras en 12 ha maisland. “Al het landwerk wordt in eigen beheer gedaan” vertelt Dennis. “Alles zelf doen en dus ook de regie in handen hebben, dat past bij ons. Het afgelopen inkuilseizoen was best wel wisselvallig. Dan is het handig dat je zelf kunt bepalen wanneer je de kuil naar binnen haalt.”
Tekst gaat verder onder de foto’s.
Forse productiestijging na start robotmelken
In 2009 ging familie de Munnik een samenwerking aan met buurman Grotenhuis. De veestapels werden samen gevoegd. Het grote aantal koeien bleven ze melken in een 2×6 visgraat melkstal. “Op het laatst waren we zes uur per dag kwijt aan het melken en schoonmaken,” vertelt Herman. “En vergeet niet dat dit ook voor de koeien belastend was,” vult Ronald aan. In het voorjaar van 2020 namen ze twee M2erlin melkrobots van Fullwood Packo in gebruik. “De robots zorgen voor veel arbeidsbesparing en –gemak,” zo geeft Herman de Munnik aan. De melkproductie van de 120 stuks melkvee is het afgelopen jaar gestegen naar 11.000 kg melk met 3,80 vet en 3,50 eiwit. Dat is toe te schrijven aan gemiddeld drie melkingen per dag, uitbreiding van de stal én gericht voeren in de robots.
Simpel en gericht voeren voor hoogste saldo
Familie de Munnik past weidegang toe gecombineerd met stalvoeren. Het rantsoen bestaat verder uit hooi, mais, een halve ronde baal en een beetje soja. “Wij doen aan simpel voeren” lacht Herman. “We hebben zelfs geen voermengwagen. En als we voor iets kiezen dan blijven we daar ook bij. We wisselen niet snel.” In de robot wordt de Melk Eiwit Ferment gevoerd. Deze rustig verteerbare brok geeft stabiliteit in de pens en kan zonder problemen fors gevoerd worden naast vers gras. De verse koeien krijgen afhankelijk van hun melkgift ook Topstart brok. Deze hoogwaardige brok helpt bij een soepele start van de lactatie en ondersteunt de weerstand en vruchtbaarheid. In totaliteit wordt tot wel 16 kg brok gevoerd. “De krachtvoergift wordt tijdig afgebouwd. Door het krachtvoer naar de melkgift te verdelen komt het krachtvoergebruik gunstig uit. Met de juiste robotinstellingen kun je dat perfect verdelen” aldus Dick.
Plannen voor de toekomst
“We streven naar makkelijk melken” zegt Dennis. “Dus geen problemen in de stal. Het liefst heb ik koeien die je bij wijze van spreken niet voorbij ziet komen en die opvallen omdat ze bovenaan staan bij de MPR”. Richting de toekomst hopen de broers een 3e robot in gebruik te nemen. “Met 200 melkkoeien heb je een mooi bedrijf voor twee man,” stelt Ronald.
Voorkom productieverliezen met controle op maagdarmwormen
Al het weidend rundvee komt in aanraking met maagdarmwormen. Ook zonder dat er sprake is van duidelijke gezondheidsklachten, kunnen hierdoor productieverliezen ontstaan van enkele kilogrammen melk per koe per dag. De kunst is om weidend (jong)vee gecontroleerd met maagdarmwormen in aanraking te laten komen. Niet te veel en niet te weinig. Of dat lukt, kan aan het eind van het weideseizoen eenvoudig worden gecontroleerd.
Weerstandsopbouw zonder klachten
Een goede weerstandopbouw is noodzakelijk om schade in het dier te voorkomen en om de infectiedruk op de wei onder controle te houden. Een milde besmetting zal leiden tot voldoende immuniteit zonder klachten. Een ernstige besmetting verzwakt het dier wat zich uit in een dof haarkleed, vermageren, groeivertraging of een verminderde melkproductie. Diarree kan voorkomen, maar hoeft niet. De opbouw van een voldoende hoge weerstand duurt één tot twee seizoenen. Vaarzen en tweedekalfskoeien zijn om die reden het meest gevoelig.
Welk onderzoek?
Wanneer u uw koeien weidt, is het verstandig om jaarlijks via tankmelkonderzoek te controleren op antistoffen tegen maagdarmwormen en longworm. In specifieke gebieden kan controle op leverbot ook zinvol zijn.
Een andere mogelijkheid is om binnen 7-10 dagen na opstallen bloedonderzoek van 4-6 vaarzen uit te laten voeren. Ook voor het jongvee is dit de manier om erachter te komen of ze te veel of juist te weinig in aanraking zijn geweest met maagdarmwormen. Jongvee weiden op te schone percelen, kan er toe leiden dat ze als vaars over onvoldoende weerstand beschikken en dan alsnog nog een flinke productiedaling laten zien.
Hoestend (jong)vee aan het einde van het weideseizoen is een signaal dat er mogelijk een te zware besmetting met longworm heeft plaats gevonden. Circa tien dagen na de eerste hoestklachten, als de larven zijn uitgegroeid tot volwassen wormen, kan de longworminfectie via mestonderzoek worden aangetoond. Overleg met uw dierenarts welke behandeling effectief is.
Met de uitkomsten van het onderzoek kan gericht worden behandeld en verdere vervolgschade worden voorkomen. Overleg met uw verkoopadviseur de beweidingsstrategie voor het komende seizoen. Klik hier voor meer tips omtrent het weiden van jongvee.
×
Hallo!
Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl