Gisteren werd duidelijk dat de tijdelijke regeling eiwitbeperking in krachtvoer niet door gaat. Dit betekent dat rantsoenen dit najaar níet gewijzigd hoeven te worden ten behoeve van regelgeving.
Door droogte is het eiwitgehalte in voorjaarskuilen van dit jaar lager dan de voorgaande jaren waarmee gerekend werd. Ook is er in een aantal regio’s minder gras gegroeid. Daardoor zou er meer eiwit via krachtvoer aangevuld moeten worden om een goed rantsoen te maken. Verruimen van de normen van de tijdelijke regeling zou het resultaat qua stikstofbesparing significant beperken, aldus minister Schouten. Daarom heeft zij afgezien van deze tijdelijke beperking op het eiwitgehalte in krachtvoer.
Dit houdt in dat het hele melkvee assortiment van Gebrs. Fuite, inclusief eiwitrijke krachtvoeders en enkelvoudige voedermiddelen als soja- en raapschroot ook dit najaar gevoerd mag worden.
In het kort
Tussen september en december 2020 is er géén eiwitbeperking op krachtvoeders van kracht
Ons gehele assortiment mag dit jaar gevoerd worden aan het vee
De hittestress van de afgelopen tijd zorgt dat de biestkwaliteit tegenvalt. De vraag naar onze Prominend Colostrum is toegenomen onder veehouders die biestkwaliteit meten.
Met de periodes van hitte merkten deze veehouders dat de biestkwaliteit vaker slecht is. Veehouders die normaal gesproken vooral goede biest hebben (Brix ≥23), meten al vanaf de perioden van hittestress veel vaker lagere waardes. Soms meten zij zelfs waarden van slechts 12 waarbij er praktisch geen antistoffen meer in de biest zitten.
Hoe bepaal ik de biestkwaliteit? Collega Anita legt het uit:
Wat is eigenlijk goede biest?
Op het oog kan de kwaliteit van biest niet vastgesteld worden. Een gele kleur of een dikke biest betekent niet per se een betere kwaliteit. Daarom is het verstandig om de biest regelmatig te meten zodat u inzicht krijgt in de variaties van de hoeveelheid antistoffen in de biest binnen uw veestapel. Voor veel veehouders is het meten van biest de eerste stap op weg naar het optimaliseren van de kalveropfok.
Biest gift aan pasgeboren kalf verhoogt weerstand
De praktijk leert dat een ziek kalf vaak slechte biest heeft gehad. De slechte biest vervangen door goede biest uit voorraad of eenvoudig opwaarderen met Prominend Colostrum zorgt voor een betere weerstand van uw kalveren.
Hoeveel biest moet een kalf krijgen?
Om een kalf voldoende bescherming te geven moet de concentratie antilichamen in het bloed tenminste 15 gram per liter zijn. Om deze concentratie te bereiken moet middels 4 liter biest tenminste 210 gram antilichamen aan het kalf verstrekt worden. Bijv. Brix = 23 = 58 g/liter. 58 x 4 liter = 232 g antilichamen. Geef het kalf meteen na geboorte ong 2 liter biest. Geef na zes tot acht uur nog 1,5 tot 2 liter eerste biest, zodat het kalf dan in totaal ten minste 4 liter eerste biest heeft opgenomen.
Meer weten? Onze kalveropfokspecialisten helpen u graag!
Hoe zorg ik er voor dat de biest opname goed verloopt?
U kent het ezelsbruggetje wel; veel, vlug, vers en vaak. Enkele praktische tips:
door een grotere hoeveelheid biest neemt het aantal kalveren met te weinig weerstand. Meer biest betekent dus meer weerstand.
na de geboorte daalt de opname capaciteit van de darmen van het pasgeboren kalf snel. Meteen na geboorte biest verstrekken is dus een must
het kan niet vaak genoeg gezegd worden; een goede hygiene is een must om uw kalveren een probleemloze start te geven.
Gebroeders Fuite en hun partners hebben deel genomen aan een serie webinars over de varkenshouderij. Deze werden gehouden in samenwerking met de Chinese Wens-groep.
De eerste werd verzorgd door André Damveld van Liprovit, de dochteronderneming en toeleverancier van Gebroeders Fuite. De tweede en derde door de adviseurs varkenshouderij van de Gebroeders Fuite, Herman Janssen en Klaas Bergsma. Ook Edy Bouman van toeleverancier Twilmij heeft een bijdrage geleverd.
Naar de webinars werd door gemiddeld 15.000 mensen gekeken. Ook werd er heel actief deelgenomen aan de discussies. De reacties zijn heel positief.
Als laatste van de reeks webinars kwam een tevreden Fuite klant aan het woord.
Steeds meer varkenshouders staan voor de uitdaging om grote aantallen levend geboren biggen groot te brengen bij de eigen moeder / zeug. Een uitdaging hierbij is dat kraam zeugen gemiddeld te weinig spenen hebben in verhouding tot het aantal levend geboren biggen.
Biggen beschikken over warm en koud buffet
Toepassen van het 2/40 systeem (bekijk hier de video) houdt in dat drie tomen biggen bij twee zeugen worden grootgebracht. Starten met dit systeem kan bij biggen vanaf tien dagen oud. “Vanaf dat moment beschikken uw biggen over een warm en koud buffet”, zo stelt collega Klaas Bergsma. Ze kunnen aan de uier drinken en daarnaast wordt een melkvervanger aangeboden.
Door gestructureerd management in de kraamstal toe te passen kan de uniformiteit van de afgeleverde biggen verhoogt worden. Er vindt namelijk minder overdracht van ziektekiemen plaats en dat verhoogd vitaliteit en gezondheid. Zoals u weet is er steeds meer maatschappelijke aandacht voor biggensterfte. Dat maakt het extra interessant om te streven naar een laag sterftecijfer. Nog afgezien van het werkplezier dat een goed lopende kraamstal oplevert.
Gebruik vernieuwd Pigger Feeder concept maar vergeet uw zeug niet
Onze Pigger Feeder kan eenvoudig tussen de hok afscheiding bevestigd worden. De melk is lang houdbaar en eenvoudig in de Pigger feeder te plaatsen. Een onbeperkte opname van melkvervangers en prestarter gaat niet ten koste van de opname van moedermelk doordat biggen ‘lui’ worden, zoals varkenshouders soms vrezen. Het werkt juist andersom. Als biggen veel aanvullend voer opnemen in de kraamtijd, drinken ze juist meer melk en stimuleren ze zodoende de melkproductie van de zeugen. Het één versterkt juist het ander. Veel melk onder uw zeugen is dus een vereiste om maximaal toom rendement te behalen.
Ondanks dat de minister van LNV heeft toegezegd de plannen van de sector door te rekenen en de gezondheidsrisico’s extra te onderzoeken, blijft tot op moment van schrijven óók staan dat de maatregel in principe in gaat vanaf 1 september. Pas kort voor deze datum komt er definitief uitsluitsel over deze regeling.
Ook Fuite heeft bezwaren tegen deze maatregel qua uitvoering én effectiviteit op stikstofbesparing. Toch moeten er ook stappen gezet worden om klanten de mogelijkheid te geven aan deze maatregel te voldoen indien deze werkelijk op 1 september in gaat.
Onze voerspecialisten zullen hun melkveehouders helpen het rantsoen op orde te krijgen voor de maatregel. Uiteraard staan waarborging van diergezondheid en welzijn, en beperken van effecten op uw bedrijfsresultaten en vee daarbij voorop. Mocht u nog vragen hebben over deze maatregel dan helpen onze adviseurs u graag verder.
Vertegenwoordigd in brancheorganisatie Nevedi, zijn ook namens Fuite bezwaren geuit tegen deze maatregel. Ook wordt het protest- en lobbywerk ondersteund door veevoedkundige kennis. Fuite zal het voer (blijven) leveren dat veehouders bestellen om de diergezondheid en het dierwelzijn van hun vee te waarborgen. Meer leest u in het persbericht van Nevedi van 4 augustus: Nevedi wijst voermaatregel af
Als veehouder sta je voor de uitdaging maximaal melk te produceren met eiwit van eigen land. Met een innovatieve eenjarige grasklaver mengsel oogst je moeiteloos en goedkoop in korte tijd 30% meer eiwit van eigen land dan van blijvend grasland.
Opbrengst booster Zelfs tijdelijke graslandmengsels hebben het nakijken in vergelijking met ProtaPlus als het om opbrengst gaat. Met ProtaPlus oogst je 20% meer droge stof van je land dan met elk ander tijdelijk grasland. Het succes zit hem in de combinatie van snelst groeiende klavers en de beste 1-jarige grasrassen. De klavers nemen de stikstof op uit de lucht. Dit heeft de volgende drie voordelen:
Je hoeft minder stikstof te bemesten
Je produceert meer eiwit
Je verbetert de bodem voor een volgend gewas
Minder zorgen bij droogte Met ProtaPlus heb je minder zorgen over een droge zomer. Met de diepe penwortel van de klavers haalt het gewas vocht en voedingsstoffen uit de diepere lagen van de bodem. Bijkomend voordeel van de penwortels is dat de bodem losser wordt. Dit verbetert de bodemstructuur en je kunt je perceel makkelijker bewerken. Bovendien is de bodem hierdoor ook beter bestand tegen een fikse regenbui.
Geschikt voor tussenteelt Heb je snel veel ruwvoer nodig dan is ProtaPlus de oplossing. Je zaait het tussen twee teelten in voor een periode van 6 tot 12 maanden. Je haalt van het perceel twee tot drie snedes, die je direct kunt voeren of kunt inkuilen. Het gewas is zeer geschikt als tussenteelt na een graanoogst. Je zou dus je ruwvoerpositie veilig kunnen stellen door in te zaaien op een perceel van een collega akkerbouwer in de buurt.
In februari en de eerste helft van maart is er extreem veel regen gevallen. Hierdoor kon pas laat mest uitgereden worden. De tweede helft van maart was koud, maar droog en zonovergoten. Alle neerslag viel in de eerste 14 dagen van maart. In april viel zeer weinig neerslag en was de temperatuur hoog. Het was de zonnigste april maand sinds het begin van de weer metingen. Door het warme weer werd er eind april op plekken al gemaaid.
In de laatste dagen van april en de eerste dagen van mei was het wisselvallig weer. Vanaf 5 mei was het weer uitermate zonnig en droog. Bij hoge maximumtemperaturen koelde het ’s nachts af tot rond het vriespunt. Ook mei was zeer droog en zonnig, waardoor er prima ingekuild kon worden.
Tabel1: Voederwaarde eerste snede graskuil van de afgelopen jaren
Het zeer zonnige droge weer in combinatie met de koude nachten heeft er toe geleid dat de eerste snede graskuilen zeer droog zijn met een hoge pH en een lage NH3-fractie tot gevolg. Deze kuilen zijn dan ook erg broeigevoelig.
Daarnaast bevatten deze kuilen extreem veel suikers, een laag Ruw Eiwitgehalte en een zeer laag P-gehalte! Het gevolg is dat het eiwit zeer goed benutbaar is (hoge DVE en lage OEB), maar dat het risico op pensverzuring groot is. Wanneer de dieren goed gezond gehouden kunnen worden door deze kuilen goed in te passen in het rantsoen, kan er op deze kuilen zeer goed gemolken worden. Daarbij is het lage eiwit- en P-gehalte een groot aandachtspunt.
Een schone omgeving van het kalf draagt bij aan een lagere infectiedruk. Breng het kalf daarom zo snel mogelijk na geboorte naar een schoon eenlinghok of iglo! Stop bij voorkeur geen kalf in een eenlinghok wat niet is schoongemaakt. In de mest van het vorige kalf overleven ziektekiemen als e.coli, rota/coronavirus en crypto. Zonder schoonmaken begint het volgende kalf met een hogere infectiedruk. Dat geeft vergroot risico op diarree. Maak daarom eenlinghokken en iglo’s schoon, bij voorkeur met een hogedruk reiniger en laat deze buiten 14 dagen staan! UV-straling doodt namelijk de ziektekiemen.
Collega Anita geeft nog meer tips in deze vlog:
Bent u de eenlinghokken of iglo’s binnen 14 dagen opnieuw nodig? Zorg ervoor dat het hok dan schoongemaakt + ontsmet is om er toch zeker van te zijn dat het volgende kalf geen valse start krijgt. Meteen na deze werkwijze kan het hok opnieuw gebruikt worden. Benieuwd hoe u eenlinghokken en iglo’s snel en makkelijk ontsmet? Vraag hier het ontsmettingsprotocol aan!
Nu de meeste aandacht niet meer naar de lammeren uitgaat (er is vaak weer genoeg ander werk wat uw aandacht vraagt), is het toch goed om even stil te staan bij uw lammeren. Groeien ze voldoende of misschien zelfs te veel? Wat is er nodig om uw dieren goed voor te bereiden op het dek moment?
Een lam kan bij de bok als ze 7 maanden oud is en minimaal 35 kg weegt. Daarnaast is het zeer belangrijk dat het dier in een optimale conditie verkeert.
Het dier:
wordt makkelijker drachtig;
heeft voldoende kracht om de dracht goed aan te kunnen;
en heeft genoeg potentie om een goede melkproductie te realiseren.
Enkele tips:
Voert u onbeperkt? Als de conditie van uw koppel toeneemt is het verstandig om te schakelen naar beperkt voeren.
Voert u beperkt? Naast de conditie van uw koppel is ook het soort ruwvoer bepalend voor de hoeveelheid brok die u uw lammeren voert.
Groepsindeling. Dieren indelen op grootte en gewicht zorgt voor evenwichtige koppels met minder rangorde problemen. Bovendien kunt u een groep mindere dieren meer bijvoeren dan de groep in ruime conditie. Zo streeft u ernaar alle dieren zoveel mogelijk in optimale conditie dekrijp te hebben.
Luizen. Al in deze tijd zien we hier en daar luizen in koppels lammeren voorkomen. Behandel deze tijdig. Luizen zorgen voor veel irritatie en kunnen de weerstand van de lammeren negatief beïnvloeden.
Hitte. Ook uw lammeren hebben last van hitte. Zorg daarom ook in de lammerenstal voor voldoende ventilatie(pas ook ventilatiesystemen waar nodig op tijd aan!), mest tijdig uit en controleer ten minste dagelijks de drinkwatervoorziening zodat lammeren ten allen tijde beschikking hebben over schoon drinkwater.
Q-koorts enten. Lammeren die voor 1 augustus drie maanden oud zijn moeten Qkoorts geënt worden. Zorg er ook bij de lammeren voor dat in de dagen voor en na enten geen andere stressmomenten plaatsvinden (hitte, uitmesten, selecteren enzovoorts).
Bij hittestress ziet u de liters in de tank en gehaltes al snel dalen. Zo is de stress voor de geit én het financieel verlies direct zichtbaar. Beperk dit met deze voedingsmaatregelen.
Er zijn verschillende oorzaken voor het dalen van de melkproductie en gehaltes gedurende de zomer.
Voeropname daalt door temperatuur stijging in de zomer. Minder voer in de geit = minder melk en gehaltes uit de geit.
Energiebehoefte stijgt in de zomer. Hitte vraagt veel energie van een geit en verzwakt haar weerstand. De zichtbare stress bij de dieren in de vorm van hijgen, pompen en veel staan is direct zichtbaar.
Stressmomenten. Doordat de weerstand van de geit tijdens en na hittestress lager is, hebben stressmomenten zoals uitmesten een grotere impact op geiten dan tijdens koelere dagen. Vermijd daarom stress zoveel mogelijk vlak voor, tijdens en vlak na een hittestress periode. Een geit heeft na een periode van stress ook tijd nodig om op krachten te komen.
1.Voeropname stimuleren.
Bij hitte vreet een geit minder, terwijl ze méér energie nodig heeft. Ook moet het totaalrantsoen in balans blijven om de pens gezond te houden.
Voer op de koele momenten van de dag – bijvoorbeeld s’ avonds laat
Voorkom broei, in de kuil maar ook aan het voerhek. Gebruik Selko TMR om opwarming aan het voerhek tegen te gaan.
Overleg met uw voeradviseur of het nodig is om aanpassingen in het rantsoen te doen om uw vee dagelijks voldoende energie op te laten nemen. Zij kunnen inschatten of bepaalde toevoegingen in uw rantsoen meerwaarde bieden en of het eventueel nodig is om uw rantsoen energiedichter te maken zodat productie beter op peil zal blijven.
Natriumverliezen aanvullen.
Een geit verliest natrium door hijgen, terwijl ze juist méér natrium nodig heeft voor de vorming van buffer in haar speeksel om de pens gezond te houden. Ook willen geiten bij hitte soms meer selecteren waardoor een buffer goed is. Door natriumbicarbonaat te voeren vult u natriumverliezen aan én verstrekt u een buffer.