Verminderde eetlust, diarree en groeivertraging bij kalveren. Een van de mogelijke oorzaken is coccidiose. Een aandoening welke wordt veroorzaakt door een parasiet.

Al het jongvee komt een keer in aanraking met deze parasiet. Dit is goed, want hierdoor krijgen ze de kans om weerstand op te bouwen. Coccidiose is echter het probleem wat ontstaat als kalveren een te grote hoeveelheid oöcysten (eitjes van de parasiet) opnemen. Dit gebeurt via met mest bevuild voer of water en bevuilde hokafscheidingen. Als de weerstand van de kalveren onder druk staat, zal een lichte besmetting ook al schade veroorzaken. De meeste klachten worden gezien tussen de 3 weken en 6 maanden leeftijd. Als kalveren eenmaal klachten hebben, loopt de infectiedruk enorm op. Die dieren scheiden miljoenen oöcysten uit met de mest.

De volgende verschijnselen passen bij coccidiose:

• Diarree, van groen tot zwart en met of zonder bloed
• Verminderde eetlust
• Persen op de mest
• Dikke doffe vacht
• Sterfte vanwege uitdroging (enkel in ernstige gevallen)

Om erachter te komen of er sprake is van coccidiose, kan de mest worden onderzocht onder de microscoop. Het is belangrijk om vervolgens naast de behandeling van zieke dieren ook aandacht te besteden aan preventie van nieuwe gevallen. De oöcyten blijven maandenlang aanwezig in de omgeving. Wanneer er eenmaal coccidiose in een hok aanwezig is, zien we vaak dat de volgende groep kalveren het ook krijgt als er geen voorzorgsmaatregelen worden genomen. Onze Prominend kalveropfokspecialisten kijken graag met u mee, hoe op uw bedrijf coccidioseproblemen het beste kunnen worden verholpen.

Alvast enkele tips:

• Vermijd overbezetting
• Verstrek vanaf de speenfase t/m 4 maanden een rustig verteerbaar rantsoen
• Plan stressmomenten niet kort na elkaar (onthoornen, spenen, verhuizen, voerovergangen)
• Voorkom dat voer het hok in wordt getrokken (lang ruwvoer is een risicofactor)
• Houd drinkbakken schoon
• Werk bij voorkeur via het all-in all out principe

Heeft u vragen? Neem gerust contact op voor een afspraak.

2020 was ook weer een droog en warm groeiseizoen. Door het mooie weer in april kon de mais vroeg worden gezaaid. M.n. april, mei en juni waren droog. Gelukkig viel er in juli wel voldoende neerslag. In augustus is er een erg lange hittegolf geweest. Mede daardoor verliep de afrijping snel en vroeg. De eerste mais werd eind augustus al gehakseld. Bijna alle mais was voor 1 oktober rijp en gehakseld!

Het zetmeelgehalte valt tegen dit jaar. Zelfs in de 25% snijmais met het hoogste DS-gehalte (431g/kg!) is het zetmeelgehalte maar 369 g/kg DS. Toch is het gemiddelde DS-gehalte 375 g/kg. Dit betekent dat de snijmais dit jaar  traag zal verteren.

Door de krappe ruwvoervoorraden is vaak al snel begonnen met het voeren van nieuwe mais. Samen met het hoge DS-gehalte resulteert dat in meer maiskorrels in de mest. Door het hoge DS-gehalte in combinatie met het lagere zetmeelgehalte, zal er extra pensafbreekbaar zetmeel (zoals maisvlokken of gerstvlokken) bij gevoerd moeten worden om de snijmais goed te benutten en optimaal te melken.

Uw eigen gegevens online inzien? Het is mogelijk in mijn fuite. 

Mijn Fuite beschikbaar voor onze klanten

Het is inmiddels alweer enkele jaren mogelijk om bepaalde zaken online te regelen en uw gegevens digitaal in te zien. Onze insteek hierbij is om informatie nog eenvoudiger en overzichtelijker met u te delen.

Nieuw functionaliteiten in mijn fuite

We zijn steeds bezig om mijn fuite te verbeteren. Ook luisteren we naar wat gebruikers zeggen en horen we graag suggesties hoe ‘mijn fuite’ nog verder verbeterd kan worden. Sinds kort zijn er nieuwe functies beschikbaar in mijn fuite.

• Het is nu mogelijk om zelf te kiezen hoe de artikelen in uw bestelpatroon worden gesorteerd. Op artikelnummer, artikelnaam of silo nummer.
• Ook is nu inzichtelijk welke facturen u al eerder heeft gedownload. U kunt zo weer verder waar u de vorige keer gebleven was.

Klinkt handig maar ik heb nog geen mijn fuite. Wat nu?

U wilt graag online bestellingen doorgeven of uw gegevens digitaal inzien? Vraag hier meteen een login aan.

Op het grootste deel van de bedrijven lopen de bokken tussen de geiten of zit hun werk er alweer op. Een goed moment om even stil te staan bij de onderstaande punten in aanloop naar het volgende aflamseizoen.

Planning melkgeiten

• BOKKEN Hoe lang laat u de bokken tussen de geiten en lammeren lopen? Straks een korter aflamseizoen zorgt niet alleen voor een lagere infectiedruk, u kunt uw groep drachtige dieren ook gerichter voeren.
• SCANNEN Wanneer en hoe vaak gaat u scannen? Een goede inschatting van het aantal te verwachten lammeren is waardevolle informatie voor een strategische planning van komend jaar.
• BEKAPPEN Bekappen geeft veel stress voor hoogdrachtige dieren, bekap daarom minimaal 2 maanden voordat de eerste geit aflamt.
• UITMESTEN Zorg dat u tijdens aflampieken niet hoeft uit te mesten, het liefst niet later dan 2 weken voor de aflampiek. Bij diepe potten is het raadzaam zeer vroeg uit te mesten, zodat de hoogdrachtige geit in een rechte positie kan vreten en drinken.
• HULP Heeft u voldoende hulp ingepland voor het komend seizoen? Een extra melker of hulp in de opfokstal kan ervoor zorgen dat u uw arbeid goed in de hand hebt. En daarmee ook de gezondheid en productiviteit van uw lammeren en geiten!

Planning lammeren

• RUIMTE Hoeveel lammeren verwacht u komend jaar en heeft u hier genoeg ruimte voor? Genoeg ruimte geeft gezonde lammeren en meer werkplezier.
• BIEST Welke biest gebruikt u en hoe gaat u deze verstrekken? Biest is een cruciale succesfactor in met name de eerste drie levensweken van een lam.
• OPVANG Per direct schoon, droog en warm opvangen is het devies. Een nat, pasgeboren lammetje is zeer vatbaar voor kou, bovendien kunnen bacteriën heel snel de open navel binnendringen.
• VENTILATIE Werkt alle ventilatie naar behoren en heeft deze voldoende capaciteit? Smerige ventilatoren (ook die in de lammerenafdeling) verliezen capaciteit en verbruiken onnodig meer stroom.
• ISOLEREN Isoleren en tochtgaten afsluiten zorgt voor een stabieler klimaat in de opfokstal. Daarnaast zal er minder bijgestuurd hoeven worden middels verwarming waardoor minder energie verbruikt wordt.
• VOERPLAATSEN Zorg ervoor dat minimaal 5 lammeren tegelijk uit een voerbak kunnen vreten tijdens de melkperiode. Geiten zijn kuddedieren en zullen elkaars voorbeeld willen volgen.
• LEEGSTAND Maak de opfokstal op tijd schoon. Leegstand van een schone stal is de beste ontsmetting!

De geitenspecialisten van Gebrs. Fuite helpen u graag zodat u goed voorbereid het nieuwe seizoen tegemoet gaat!

Diarree is hele dunne ontlasting die meerdere keren op een dag plaatsvindt. Het  kan zeer plotseling ontstaan en snel weer overgaan, of juist lang duren. Diarree is vaak het gevolg van een onderliggende ziekte een voedselinfectie of stress.

Als het gaat om drinkwater voor uw biggen zijn er drie hoofdzaken van belang:

Kwaliteit, kwantiteit en beschikbaarheid.

Kwaliteit van water:

• Let in het geval van drinkbakjes op plaats in hok (niet tegenover voerbak, dat is i.h.a. het toiletgedeelte) en (dus) bevuiling
• Bij opleg leiding (gardenasluiting) én alle nippels even door laten lopen (geldt ook voor drinknippels zogende biggen). Een brokjes voer in de nippel drukken volstaat: nippel loopt door, brokje lost op en nippel gaat vanzelf weer dicht.
• Laat uw water regelmatig onderzoeken. Fuite kan dit voor u verzorgen.

Kwantiteit van water (hoeveelheid):

• 1 nippel per 10 biggen (bij zowel droogvoer- als brijbak, nippel als drinkbakje))
• ½ liter per minuut opbrengst
• Waterdruk niet té hoog, kunnen (sommige) biggen hem niet bedienen

Beschikbaarheid van water:

In geval van nippels dan is het verstandig om te kiezen voor nippels op verschillende hoogtes. Eventueel kan de eerste dagen een stoeptegel als verhoging worden gebruikt voor de allerkleinsten.

Richtlijnen wat gewenst is t.a.v. bereikbaarheid water:

• bij biggen van 6-7 kg: hoogte drinknippel 90 graden met wand 20 cm, hoogte drinknippel 45 graden met wand 25 cm en hoogte drinkbakje (onderkant) 8-11 cm.
• bij biggen van 25 kg: hoogte drinknippel 90 graden met wand 45 cm, hoogte drinknippel 45 graden met wand 55 cm en hoogte drinkbakje (onderkant) 8-11 cm.
• Let op de kracht die nodig is om water toe te laten stromen (kunnen biggen dit, ook vlak na spenen?). Let op de waterdruk bij gebruik drinknippel. Waterdruk moet niet zo hoog zijn dat water in de neus van de biggen komt.
• De “Welzijnscheck varkens” verwoordt het zo: is water goed en makkelijk bereikbaar voor de kleinste biggen bij opleg en de grootste biggen bij einde opfok?

Op ongeveer twintig procent van de zeugenbedrijven komt geregeld diarree in het kraamhok voor. Speendiarree staat in de top 3 van meest gemelde problemen bij de Online Monitor voor varkensgezondheid van de GD.

Het moment van spenen is voor biggen een stressvolle situatie. Er gebeurt zóveel tegelijk in het nog jonge leventje. In tabel 1 worden de belangrijkste verschillen tegenover elkaar gezet.

Tijdens stress momenten krijgen ziekteverwekkers de kans om toe te slaan. Daarom is het enorm belangrijk om de voeropname na spenen zoveel mogelijk op peil te houden zodat de weerstand ondersteunt wordt.

De Structo Speen Safe van Fuite bevat:

• Grondstoffen vrij van mycotoxines
• Toevoegingen om stress te verminderen
• Veel vezels en structuur; houden de mest soepel en geven daar volume en stevigheid aan.
• Unieke grondstof die ook bij in babyvoeding wordt gebruikt: tegen darmkrampjes, winderigheid en diarree.

Stress en angst kunnen we wel verminderen met goed speenmanagement. De varkensspecialisten van Fuite kunnen u daarbij adviseren. We kunnen stress en angst helaas niet voorkomen. Om het gemak van een probleemloze speenperiode te ervaren, bieden de adviseurs van Fuite u gratis 10 zakken voer aan.

De familie Krol heeft een melkveebedrijf met 86 stuks melkvee in het Brabantse Boekel. Zij staan voor het 2^e opeenvolgende jaar in de top 10 van de hoogst productieve bedrijven in Nederland. Dit is extra knap aangezien zij tweemaal daags melken. Dit in tegenstelling tot de anderen die óf 3 maal daags melken óf met een robot. Het bedrijf realiseerde het afgelopen jaar een productie van 14.055 kg melk met 4,12 % vet en 3,53 % eiwit. Dit resulteerde in een EJR van 3115. Het bedrijf omvat 40 ha gras- en maisland.

Het is niet alleen ons vak, wij zijn liefhebbers

Naast het feit dat ze in het productie klassement staan is de familie Krol ook terug te vinden in de lijst van 10 beste bedrijven wat betreft gemiddelde exterieurscore van ingeschreven vaarzen. Er wordt  tweemaal daags gemolken in een 2×7 melkstal. Het feit dat het exterieur ook bij de landelijke top behoort geeft al aan dat het echte liefhebbers van beste koeien zijn. Hier haalt de familie Krol ook hun arbeidsplezier uit. Als je twee keer daags gaat melken dan kun je net zo goed mooie koeien melken stelt Krol. Of zoals het op een tegeltje staat;  Life is too short to milk ugly cows!

Maisvlokken maakten productie stijging mede mogelijk

De familieleden zijn van oudsher al “topmelkers” maar ze vonden het moeilijk om nog een stap te maken. Enkele jaren geleden kwam Gerrit Kerssies, als zelfstandig melkvee adviseur verbonden aan Gebrs Fuite, een keer langs. Gerrit adviseerde; voer maisvlokken i.p.v. maismeel. Inmiddels zijn we 4 jaar verder en worden de maisvlokken nog steeds gevoerd!

Deze maisvlokken kopen we bij Gebrs. Fuite om twee redenen;  het was Gerrit die ze geadviseerd heeft en natuurlijk omdat Fuite de maisvlokken inmiddels zelf maakt. Dat geeft ons de garantie dat de vlokken van constante kwaliteit zijn, want de ene vlok is de andere niet! Het was een goed advies, aldus de familie Krol. De vlokken zijn wat duurder dan maismeel, maar sinds we er mee begonnen zijn hebben we toch nog een hele stap in de productie kunnen maken stelt Krol. In 2016 zaten we op een productie van 10583 kg met 3,36% eiwit. Wat Gerrit voorspelde is gebeurt. Hij gaf vooraan aan; het geeft een plus in liters en een mooie plus in het eiwitgehalte. Dit hebben we ook gerealiseerd. Natuurlijk ligt het niet alleen aan de maisvlokken maar wij zijn er van overtuigd dat het wel een grote factor is geweest! We zijn dus blij met zijn bezoek van 4 jaar geleden.

Mogelijkheden voor optimalisatie in de toekomst

De gemiddelde leeftijd van de veestapel is 3.10 jaar wat inhoudt dat er nog “rek” in zit aangezien het de jongste veestapel in de top 10 is. Het basisrantsoen bestaat uit 2/3 mais en 1/3 kuil, aangevuld met soja en maisvlokken. In de krachtvoercomputer wordt een maatbrok verstrekt. Naar de toekomst toe zien wij ook met 2 maal daags melken nog optimalisatie mogelijkheden. Als de veestapel wat “ouder” wordt zullen ze meer melk kunnen produceren, dus dat is een doelstelling van ons. Ons doel is echter niet om in de top 10 te blijven, maar we willen veel melk produceren met goede gehaltes door middel van een gezonde veestapel. Dan draai je saldo en dat is het waar het uiteindelijk om gaat! Of zoals Gerrit altijd zegt; “Milk in the tank is money in the bank”.

Op veel melkveebedrijven staat een drinkautomaat om de vaarskalveren van melk te voorzien. Een handige machine die werk uit handen neemt. Hoe voorkomt u problemen bij de drinkautomaat? In dit artikel leest u er meer over.

Een handige medewerker

De drinkautomaat voorziet ieder kalf van de juiste hoeveelheid melk. Ieder kalf drinkt de totale hoeveelheid melk in gelimiteerde porties. Groot voordeel is dat de opbouw en afbouw van het aantal liters volgens een vast schema gebeurt. De drinkautomaat maakt ook nog eens een handige attentielijst. Op deze lijst komen kalveren te staan die niet of te weinig hebben gedronken of met een te lage drinksnelheid.

Kalibratie van de drinkautomaat

Er zijn verschillende merken en uitvoeringen op de markt. Iedere automaat heeft zijn eigen manier van melk aanmaken, voeren en reinigen. Een verkeerde concentratie of temperatuur, kan leiden tot diarree, groeivertraging en zieke kalveren. Het is daarom van belang dat de automaat met vaste regelmaat gekalibreerd wordt. Zodat hij ook precies doet wat is ingesteld.

De Prominend jongveeopfok-specialisten werken dagelijks met alle gangbare drinkautomaten. Ze hebben kennis van de voerinstellingen van de automaat en kunnen u adviseren en begeleiden omtrent het gebruik er van. Vaak wordt de drinkautomaat tijdens een bezoek gekalibreerd.

Tips om problemen te voorkomen:

• Maak met regelmaat de uitloop van poeder boven de mengbeker schoon voor een constante poederafgifte
• Check één keer per week of de spenen heel en compleet zijn
• Geef de drinkautomaat één keer per jaar een onderhoudsbeurt om vervelende verassingen te voorkomen.

Alles op orde, maar de gespeende biggen blijven de zwakste schakel

Herkent u dit?

Wij kunnen u helpen met ons zelfsturende speenbiggenvoerconcept dat uniek is door de specifieke grondstofkeuze, formulatie inzicht en het productie proces.

Onze biggenvoeders zijn ingedeeld in 3 reeksen te weten; topprestatie lijn, gezondheid lijn en de structuur lijn. Wat houdt dit in?

Topprestatie – reeks:

Dit zijn zeer hoogwaardige voeders voor een maximale ontwikkeling van het maagdarmkanaal. Het resultaat? Een hoge groei en voer efficiëntie en uniforme koppels.

Gezondheid – reeks:

Toevoegingen van kruidenextracten etherische oliën aan de voeders zorgen voor een barrière tegen gram positieve bacteriën.

Structuur – reeks:

Het speciale productie proces zorgt in de structuur lijn voor extra veiligheid. Geschikt voor biggen met een hoge voeropname.

De voordelen van ons prestarter & speenvoer zijn:

Klaar voor de oplossing? Neem dan hier contact met ons op

In het najaar en de winter komt vaker een hogere zuurtegraad voor van de melk.  Een verhoogde zuurtegraad van de melk ontstaat doordat vetbolletjes kapot gaan waardoor ‘vrije vetzuren’ in de melk komen. Bij een te hoge zuurtegraad kunt u een korting op het melkgeld krijgen omdat de melk ‘ranzig’ wordt en afwijkend smaakt. Hoe kunt u korting door een te hoge zuurtegraad voorkomen?

Invloed van melkwinning

Hoe de melk tijdens- en na het melken verwerkt wordt, is bepalend voor de zuurtegraad van de melk. Zaken die een negatief effect hebben zijn bijvoorbeeld;  valse lucht, versleten tepelvoeringen, melk die hard valt in de leidingen of tank, lekkende leidingen, melk die bevriest, een te hard slaand roerwerk in de koeltank of te weinig liters per melking.

Vetbolletjes stabieler maken met voeding

Via de voeding kunt u de vetbolletjes beter bestand maken tegen mechanische krachten. Dit moet u echter hooguit zien als een ‘finishing touch’.  Oplossingen zijn te vinden in het voeren van voldoende goede  energie, voldoende antioxidanten en het type vetten in het rantsoen. Gebrs. Fuite heeft een aantal brokken en mineralenmengsels in het assortiment die kunnen helpen de zuurtegraad te verlagen. Onze melkveespecialisten helpen u graag met de juiste oplossing in uw rantsoen.

Dus: wat te doen bij te hoog zuurtegraad van de melk?

1. Begin bij de bron: Laat uw melkwinnings- en koelingsapparatuur nakijken.
2. Ga na of er via het rantsoen nog winst te behalen valt op de stabiliteit van melkvetbolletjes.