V/d Kolk roodbontfokker van het jaar!

Bossink Holsteins, familie Van der Kolk,  melkvee in Wierden (Ov.) is uitgeroepen tot roodbontfokker van het jaar 2019.

Succesvol op keuring

De veestapel bestaat voor driekwart uit roodbonte Holsteins. De gemiddelde exterieurscore ligt op 87 punten en hiermee hoort het bedrijf bij de top van Nederland. Tijdens keuringen waren er diverse mooie resultaten. Zo pakte Bossink Gerda 64 (Curtis) het reserve kampioen middenklasse op de NRM en pakte Bossink Rika 631 (Ladd P) het kampioenschap middenklasse op de HHH show. Ook nam de familie van der Kolk in Belgie (Libramont) met Bossink Red Lawn (Jotan) deel aan het EK.

Vernieuwende fokkerij

De prijs wordt verstrekt aan Bossink Holsteins voor de prachtige resultaten tijdens regionale en nationale keuringen.  Daarnaast heeft van der  Kolk een heel eigen, vernieuwende kijk op fokkerij.

De veestapel heeft een gemiddelde leeftijd van 5 jaar en 5 maanden en het vervangingspercentage ligt op slechts 12% per jaar.

Relatiedag Varkenshouderij vervalt ivm Corona

I.v.m. de maatregelen rondom het Corona virus wordt deze relatie dag uitgesteld.

Het Fuite effect? Kom het ervaren!

De afgelopen jaren zijn bij Gebrs.  Fuite de productiemogelijkheden uitgebreid. Daarnaast is geïnvesteerd in nieuwe technieken in onze fabrieken zodat wij unieke producten kunnen leveren. Zowel bij onze krachtvoeders als bij onze vloeibare biggenproducten hebben praktijkproeven geleid tot verder optimalisatie van onze voeders.  Wij willen u als eigentijdse varkenshouder blijven bedienen.

Toch blijft staan dat een afbeelding meer zegt dan duizend woorden. Dus wat is de beste manier om enthousiast te raken over Fuite? Door het zelf te komen ervaren.

Daarom nodigen wij u van harte uit voor een bezoek aan onze productie locaties in Genemuiden en Kampen.

Vrijdag 27 maart 2020 

Programma:

  • aanvang: 10.00 uur
  • inloop en ontvangst met koffie
  • bezoek locatie Genemuiden
  • boottocht richting Kampen
  • bezoek locatie Kampen
  • omstreeks 15.45: terug naar Genemuiden

Aanmelden voor deze relatiedag is verplicht. Dit kan bij: Klaas Bergsma, bergsma@fuite.nl

Verse koe gezond door goed voeren

hittestress koeien tegengaan
“Ons melkvet was het 3e laagste van CRV afgelopen jaar” vertelt melkveehouder Dick Aalbers uit Zwolle lachend. Een ‘prestatie’ waar hij zichzelf niet voor schaamt. “Het is simpel” legt hij uit. “Verse koeien hebben veel energie nodig en die bieden wij ze aan door een energierijke brok en 3 kg maisvlokken te voeren. Daardoor starten de koeien goed op, qua liters, eiwitgehalte en gezondheid. Het vetgehalte is in verhouding niet hoog, omdat de koe die energie juist voor zichzelf gebruikt. Daarbij: eiwit wordt ook nog eens beter betaald dan vet.”

Naast 8 a 9 kg snijmais, energierijke brok en maisvlokken houdt de familie Aalbers zo lang als mogelijk vers gras in het rantsoen. Met een 305-dagen productie van 11.360 kg melk loopt het goed op het bedrijf. Met 410 kg vet en 413 kg eiwit per koe per jaar levert familie Aalbers meer eiwit af, dan vet. Dat de koeien zo veel eiwit produceren, daar is de familie Aalbers trots op. Ook resulteert dat in goed melkgeld, gezien eiwit bij de fabriek van Aalbers twee maal zo hoog wordt beloond als vet. De koeien zijn goed in conditie, laten de tocht goed zien en worden zeer gemakkelijk drachtig. De tussenkalftijd op het bedrijf is gemiddeld 389 dagen.

Negatieve energiebalans onvermijdelijk, maar moet wel zo kort mogelijk

Melkkoeien verbruiken – net als ieder ander zoogdier – begin lactatie méér energie dan ze op kunnen vreten. De koe verkeert in de ‘negatieve energie balans’: ze gebruikt lichaamsreserves voor de productie van melk. Koeien in de negatieve energiebalans zijn gevoelig voor klauwproblemen, infecties en worden slecht drachtig of niet tochtig. Ondanks dat het een normaal fenomeen is, is het wel belangrijk dat deze periode van energietekort zo kort mogelijk duurt.

Hoe beperk je de negatieve energiebalans?

De eerste stap om ervoor te zorgen dat koeien zo snel mogelijk weer in een pósitieve energiebalans komen, is zorgen dat koeien geen strobreed in de weg gelegd wordt om überhaupt te vreten. Zorg daarom voor voldoende vreetplaatsen en altijd fris voer voor het voerhek. Echter, ook vanuit de samenstelling van het voer kan het verschil gemaakt worden.

Figuur 1. De energiebalans van koeien herstelt sneller bij koeien die glucogene- i.p.v. lipogene energie kregen bij gelijke VEM in het rantsoen. Bron: WUR, Van Knegsel et al., 2014.

Bij Gebrs. Fuite veevoeders hebben ze een duidelijke visie hoe verse koeien goed gevoerd moeten worden. Door koeien de juiste energiebronnen te geven zijn ze zo’n 2 tot 3 weken sneller uit de negatieve energie balans (figuur 1). Celwanden en vet zijn beiden zogeheten ‘lipogene energie’. Lipogene energie stimuleert de melkvetproductie waardoor de koe dit weer uitscheidt via de melk en het niet als energiebron voor haar eigen lijf kan gebruiken. Hier heeft de verse koe dus niet veel aan. Zetmeel, een vorm van ‘glucogene energie’, is daarentegen juist een hele goede energiebron voor de verse koe. Het stimuleert lactose vorming wat melk-drijvend werkt, maar wordt ook als energiebron in het lijf van de koe gebruikt. Door een zetmeelrijk rantsoen te voeren aan de verse koe, zal haar negatieve energiebalans minder diep zijn en korter duren. Dit wordt ook beloond: productie van liters melk en melkeiwit zijn hoger en de koe is fit en vruchtbaar. De eerste signalen van overschakelen van een lipogeen- naar glucogeen rantsoen zijn vaak al snel zichtbaar: de kleur komt mooier op de koeien.

Heel bewust streven de adviseurs van gebroeders Fuite daarom naar een vlotte opstart qua liters en melkeiwit. Het resultaat: goed melkgeld en een fitte koe die goed opstart en gemakkelijk drachtig wordt.

De adviseurs van Gebrs. Fuite sparren graag sámen met u over de beste opstart voor de verse koeien. Neem hier contact op.

Te weinig biest in herfst en winter

Onvoldoende opname van biest leidt tot meer kalverdiarree en longproblemen bij kalveren. De biestproductie blijkt gemiddeld lager te zijn in de herfst en de winter. Vooral nu is voldoende biestopname essentieel omdat de weerstand van kalveren onder druk staat door vocht en koude. Hoe kunt u ieder kalf toch een goede start geven?

Het seizoen heeft duidelijk invloed op de biestproductie, zo blijkt uit onderzoek uitgevoerd met 2.500 Jerseys in Texas (Gavin et al., 2018).  Bij een stabiel rantsoen was de biestproductie in juni 6,6 kg per koe. In december was de gemiddelde biestproductie slechts 2,5 kg per koe in het onderzoek (zie figuur 1).

Figuur 1 Gemiddelde hoeveelheid biest en corresponderende daglichtlengte. Hoe korter de daglichtlengte hoe minder biest per koe. (Gavin et al., 2018)

Kortere dagen leiden tot minder biest

Deze relatie van biestproductie met daglichtlengte kan verklaard worden door hormonen. Melatonine dat afgegeven wordt als het donker is onderdrukt de afgifte van prolactine, het hormoon dat verantwoordelijk is voor biest en melkproductie.

Andere factoren die biestproductie beïnvloeden zijn droogstandslengte, leeftijd van de koe en de genetische aanleg van de koe.

Hoe geeft u ieder kalf toch voldoende goede kwaliteit biest?

Uiteindelijk moet een tekort aan liters of kwaliteit van biest aangevuld worden om het kalf een goede start te geven. Tekorten kunnen aangevuld worden met:

  • Ingevroren biest van goede kwaliteit: let op au bain-marie ontdooien! Bij bedrijven waar Salmonella of paraTBC een rol speelt is biest van een andere koe geven af te raden. Een goed alternatief is dan het geven van kunstbiest.
  • Toevoegen van Prominend Colostrum volgens het Biestprotocol van onze jongveespecialisten. Prominend Colostrum is veilig en gemakkelijk in gebruik. Vraag uw melkveespecialist of jongveespecialist naar het Biestprotocol voor het juiste gebruik.

Eiwit beter benutten: het kan

maximaal eiwit oogsten van je land

Ureumgehaltes boven de 18 geven aan dat er nog ruimte is om het eiwit beter te benutten. Daarmee kan er nog zo’n 50 euro per koe per jaar bespaard worden op aankoop van eiwit. Een gebalanceerd rantsoen met maïsvlokken voeren brengt u al een stap in de goede richting. Het resultaat van het eiwit in ruwvoer voor uw koeien beter benutten? Meer liters én een hoger melkeiwit. 

Onbenut voer-eiwit wordt uitgescheiden als ureum in melk en urine. Een hoog melk-ureum is daarmee een signaal dat het eiwit beter benut kan worden. Het landelijk jaarrond gemiddelde ureum is 22 (figuur 1) terwijl 15 tot 18 hoog genoeg is voor een gezonde koe die goed produceert. Veel melkveebedrijven kunnen dus nog geld besparen door de eiwit efficiëntie te verbeteren.

Tank-ureum maandgemiddelden

Figuur 1 Tank-ureum maandgemiddelden ( • ) met spreiding waar 70% van de bedrijven tussen zit.

Benutbaarheid eiwit in graskuilen verschilt enorm

Tijdens het conserveren van de graskuil wordt een deel van het eiwit afgebroken tot ammoniak (NH3). Dit kan de koe minder goed benutten dan het eiwit zelf. In drogere kuilen blijft in het algemeen de eiwitkwaliteit beter; daarbij gaat maar 6% van het ruw eiwit verloren als ammoniak, terwijl dat in natte kuilen wel 12% is (tabel 1).

ruwvoer koeien graskuil

Tabel 1 Voedingswaarde 1e snede graskuilen van 2019 met gelijke VEM; ingedeeld in vier categorieën o.b.v. drogestof gehalte. DS= droge stof, g/kg; RE tot = ruw eiwit totaal, g/kg DS; DVE= darm verteerbaar eiwit, g/kg DS; NH3= ammoniak-fractie, %.

In droge graskuilen is het gehalte aan darm verteerbaar eiwit hoger (90 vs. 68 g/kg DS), terwijl het ruw eiwit juist lager is vergeleken met een natte graskuil (181 vs. 208 g/kg DS) (tabel 1). Dit houdt in dat koeien het eiwit van droge kuilen veel beter kunnen gebruiken: het ureum in de melk zal lager zijn wanneer een dergelijke kuil gevoerd wordt. Tevens zal een droge kuil met goed benutbaar eiwit  om minder eiwit aanvulling via krachtvoer vragen dan een natte kuil, ondanks dat het ruw eiwit hoger was.

Balanceren in het rantsoen

Deze verschillen in darm-verteerbaar eiwit tussen graskuilen vragen elk om hun aanpak in het rantsoen. Daarbij staat en valt alles met een goede balans van energie en eiwit in de pens, en dus, met het totaalrantsoen. Pensbacteriën hebben behoefte aan goede bouwstenen voor eiwit (in de vorm van darm verteerbaar eiwit) en energie om te kunnen groeien. De moeilijkheid hierbij is dat er voldoende energie aanwezig moet zijn, maar dat het rantsoen niet té snel mag worden. Dat is balanceren en vraagt om expertise van veehouder en voeradviseur. Wanneer er bij een natte kuil bijvoorbeeld enkel naar het ruw-eiwit gekeken wordt dan lijkt een eiwit aanvulling niet nodig, maar dan wordt er tekort gedaan op melkeiwit productie door de koeien en zal het melk ureum in de melk te hoog zijn.

Ruwvoer koeien beter benutten: meer liters én hoger melkeiwit

De voeradviseurs van Gebrs. Fuite zijn dagelijks bezig met het verbeteren van de benutting van het eigen ruwvoer van klanten. Maïsvlokken uit de fabriek van Fuite kunnen in combinatie met een passend krachtvoer veel goede pens-energie leveren. Dat zorgt ervoor dat eiwit uit ruwvoer voor uw koeien goed benut kan worden. Zo wordt het een win-win situatie: het eigen ruwvoer wordt beter benut en koeien produceren meer liters én hoger melkeiwit doordat er meer microbieel eiwit gevormd wordt in de pens.

Zó benut u het eigen gras goed

  • Maak droge graskuilen zodat de eiwitkwaliteit goed blijft
  • Voer een uitgebalanceerd rantsoen met maïsvlokken van Fuite voor een goede benutting van het ruwvoer voor uw koeien

Het resultaat: goede benutting van het eiwit van eigen land waardoor u minder eiwit in de vorm van krachtvoer hoeft aan te kopen en u zo’n 50 euro per koe per jaar kan besparen.

Koe geen last van kou, wel van tocht

Nu de temperatuur daalt hebben wij mensen het al snel koud. De stal dichtmaken tegen de kou is dus al snel aanlokkelijk. Doet u het daarmee ook goed voor uw koeien?

Elk dier heeft een temperatuur-range waarbinnen het comfortabel is en het weinig energie kost om op temperatuur te blijven. Voor een mens ligt de ondergrens rond de 18 graden boven nul, terwijl voor de volwassen koe de ondergrens zo’n 10-15 graden ónder het vriespunt ligt.

Voor de volwassen koe is het in Nederland dus niet snel te koud. Wél heeft de koe belang bij frisse lucht en voldoende zuurstof aanvoer (500m3 lucht/koe/uur bij een productie van 8.000 kg melk/jaar). Van puur wind heeft een koe geen last. Echter, tocht is wél funest voor koeien. Tocht komt voor wanneer het in de stal duidelijk warmer is dan buiten, maar er nog een klein beetje koude lucht via een spleet naar binnen komt. Wanneer die koude luchtstroom op de koe komt, heeft ze daar last van. Als het kleed nét niet helemaal dicht is kan zo bijvoorbeeld tocht voorkomen. Minder ventileren kan voor meer tocht zorgen.

De stal open houden is dus ook bij kouder weer gezond voor de volwassen koeien. De kalveren hebben wel sneller last van kou. Lees hier tips bij kou voor jongvee.

Grote variatie in voederwaarde snijmais!

Behoud voederwaarde met inkuilmiddel

Het groeiseizoen van 2019 kenmerkte zich vanaf half juni tot eind augustus door hoge temperaturen en droogte. Door de aanhoudende droogte verdroogden maispercelen die niet beregend werden m.n. in het oosten en zuiden van het land. Hierdoor waren de verschillen tussen maispercelen groot. Door de droge warme zomer was de snijmais vroeg rijp. Veel snijmais is daardoor al in september gehakseld.

Tabel 1: voederwaarde snijmais 2019

Het DS-gehalte en zetmeelgehalte is gemiddeld lager dan voorgaande jaren. Dit wordt m.n. veroorzaakt door het lagere zetmeelgehalte als gevolg van een lager kolfaandeel bij de verdroogde maispercelen. De spreiding is dit jaar erg groot. De 25% snijmais met het laagste DS-gehalte zit gemiddeld maar op 296 g zetmeel/kg DS. Hierdoor is een flink deel van de snijmais dus van matige kwaliteit. Er zal dan flink zetmeel aangevuld moeten worden in de rantsoenen om normaal te kunnen melken.

Ook in droge goed afgerijpte mais is het zetmeelgehalte dit jaar gemiddeld. Er zal dus gemiddeld gemolken worden van deze snijmais.

Geslaagde Pluimvee relatie-middag Gebrs. Fuite

Een “crisis van ongekende omvang”, noemde premier Rutte de stikstof- en PFAS-problemen onlangs. Deze stikstofproblematiek, met daarom heen veel nieuwe wetgeving was voor de het pluimvee-team van Gebrs. Fuite aanleiding om een informatie middag te organiseren. Als locatie werd gekozen voor het centraal gelegen Coelenhage te Wezep.

De druk bezochte middag werd geleid door Dirk Fuite, de inmiddels 5e generatie van de Fuite familie in dit bedrijf.

De eerste spreker was Koop Fuite. Hij benadrukte het bijzondere van een familie bedrijf. Dit geldt voor de familie Fuite maar ook voor de agrarische ondernemers. Een familie waar 3 generatie aanwezig zijn binnen het bedrijf wat ontstaan is in 1906. Het ging van graanmaalderij naar wederverkoper en in 1979 naar een productiebedrijf (voerfabriek). Een bedrijf waar wij onze talenten mogen voor inzetten en uiteindelijk verantwoording voor moeten afleggen.

Koop Fuite noemt het essentieel dat de balans in het werk gehouden worden tussen: inkoop – productie – verkoop – stalresultaat

Waarin uiteindelijk het stalresultaat de regie voert. Onbalans is funest. Als voorbeeld noemt hij dat een grondstof heel goedkoop wordt aangeboden. De inkoop zegt “dit verlaagd de kostprijs” terwijl de fabriek geen constante korrelkwaliteit kan maken en het in de stal niet optimaal gaat. Anderzijds moet productie niet alleen naar capaciteit kijken, en ondertussen produceren wat de markt niet vraagt. Door te focussen op stal resultaat wordt er gewerkt met een constante samenstelling wat wel als gevolg heeft dat je niet altijd de goedkoopste kunt zijn. Belangrijk is dat je een voorspelbaar resultaat hebt en dit wordt bij Fuite na gestreefd door een uiterst nauwkeurig inkoop beleid.

Daarna ging Wim Hoeve van HOEVE ADVIES in op de huidige en verwachte wetgeving omtrent het afgeven van vergunning. Hoe staat het land ervoor met maar liefst 163 Natura 2000 gebieden (Frankrijk heeft er 2). Hij houdt een duidelijk verhaal over hoe het nu zo ver heeft kunnen komen de laatste 25 jaar. Van Vogelrichtlijn (1994), Habitatrichtlijn (2004), Pas (2015) en het afschieten door de rechter van PAS op 29 mei 2019. Hij waarschuwt de aanwezigen om niet te laat de eigen situatie goed in kaart te laten brengen. Wij moeten nu heel goed opletten daar er nu nieuwe kaders komen voor wetgeving. Deze kunnen heel negatief uitpakken en raad daarom sterk aan om je aan te sluiten bij de “Stichting Stikstof claim”. Hoe groter, hoe sterker. Want er staan heel veel bedrijven op spel. En de landbouw wordt misbruikt/ gebruikt om de problemen die veroorzaakt worden door andere sectoren op te lossen. Hij prijst het voorstel van de commissie Remkes. “Oké we willen mee werken met een oplossing, maar daarvoor dan wel graag de financiële middelen”. We moeten blijvend alert zijn want ze pikken alle latente ruimte af om maar minder dieren in Nederland te krijgen. Ook het afromen van productierechten wordt telkens weer genoemd. Deze geluiden hoor je niet richting een industrieel bedrijf.

Hermen Vreugdenhil was de laatste spreker. Hij is lid van de Provinciale Statenfractie in Noord-Brabant voor de CU/SGP. In zijn referaat ging hij uitvoerig in op zijn onderzoek na stikstof vervuiling en vervuilers. Hierin blijkt dat er veel gebrek is aan kennis. Er is paniek en daarom is onderzoek zo belangrijk. Welke gebieden worden nu bedriegt en door wie? Natuurlijk heeft de landbouw zijn aandeel maar volgens hem maar voor 1%. De kringloop in de natuur is weg door het opkomen van industrie en verkeer (auto’s en vliegtuigen). Denk eens wat bedrijven als Sluiskil, Amer centrale, Suiker Unie, Isover, Bavaria en Alpha terminals uitstoten. Als alle agrarische activiteiten zouden stoppen zou er slechts 20% reductie zijn, niet wetende hoeveel agrarische gewassen ook weer opnemen. De CU/SGP probeert in kaart te brengen wat en welke industriële bedrijven produceren aan NOx en NH3. Om daarna het een rechtvaardig beleid te maken.

Er ontstaat daarna een levende en boeiende discussie met de zaal.

De bijeenkomst werd afgesloten met goed verzorgt warm en koud buffet.

Dap de Oosthof op bezoek bij Gebrs. Fuite

Webinars in China

Afgelopen week mochten wij een 4-tal dierenartsen van DAP de Oosthof ontvangen bij Gebrs. Fuite. Het was goed en leerzaam om met elkaar te sparren over voeding & gezondheid. En natuurlijk hoort een rondleiding door de fabriek dan ook in het programma.

Weerbaardere klauwen met de juiste mineralen

Klauwproblemen doen een koe pijn en kosten ú tijd en geld. De koe vreet minder en zal slechter produceren. Door een goede mineralenvoorziening kan klauwkwaliteit verbeterd worden. Lees hier hoe.

Klauwen bestaan uit hoorn: als het ware sterk verdikte huid. Voor hoorn aanmaak zijn eiwitten, vetten, mineralen/spoorelementen en vitaminen nodig. Bij niet-infectieuze klauw aandoeningen spelen kwaliteit van die hoorn, maar ook huisvesting, management en bekapbeleid een rol. Bij infectieuze klauw aandoeningen spelen infectiedruk (hygiëne) en het voorkomen van huidirritaties een grote rol.

Met een goede mineralenvoorziening zijn klauwen weerbaarder tegen klauwproblemen. Zink, mangaan en biotine zijn belangrijke elementen voor goede hoorn kwaliteit. Daarnaast is zink belangrijk om de huid in goede conditie te houden.

De speciale ‘Klauwen mineralen’ van Fuite bevatten alle elementen die belangrijk zijn voor aanmaak van goed hoorn. Doordat de sporenelementen voor een deel organisch gebonden zijn is de beschikbaarheid voor de koe uitstekend. Het resultaat: de klauwen zullen minder gevoelig zijn voor zaken die klauwproblemen veroorzaken.

Onze adviseurs bekijken graag samen met u hoe u de klauwen van u koeien weerbaarder kunt maken. Neem hier contact op.

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?