Graslandverzorging in het voorjaar

De basis voor een goede grasopbrengst is goed graslandmanagement. Factoren die van invloed zijn op kwaliteit en opbrengst zijn onder andere:

  • Grassenbestand

Slechte grassen waaronder ruwbeemd en kweek, maar ook onkruiden zoals muur, herderstasje en paardenbloem beïnvloeden de kwaliteit, smaak en opbrengst.

Oppervlakkig wortelende grassen en onkruiden zijn redelijk succesvol te bestrijden met een wiedeg.

Bij 70-90 % goede grassen adviseren wij u om de grasmat door te zaaien, bij minder dan 60% goede grassen is de beste optie uw grasland te vernieuwen.

Gebroeders Fuite heeft een uitgebreid assortiment graszaadmengsels in het assortiment waaronder de Green Spirit mengsels van Barenburg. Meer informatie is hier te vinden: Voedergrasgids 2020

Graslandvernieuwing mag onder bepaalde voorwaarden. Kijk hier voor op de site van RVO

 

  • Bemesting

Naast drijfmest is een kunstmest gift nodig om een optimale opbrengst te realiseren. Stikstof en Zwavel zijn de belangrijkste elementen naast drijfmest dat gras nodig heeft voor een hoge opbrengst. Gras heeft een voorkeur voor ammonium. Bij vroege toediening in het voorjaar, wanneer de gewasgroei nog op gang moet komen, is dit de beste N-vorm die de minste verliezen geeft

  • Gebruik meststoffen met een hoog aandeel ammonium zoals FUITAMMON START
  • Ureumhoudende meststoffen moeten behandeld zijn met een ureaseremmer zoals NOVUREA of NOVUREA “S” anders zijn er te veel verliezen door vervluchtiging van de N (ammoniak)
  • Bemest, indien nodig, zwavel bij.

Gebrs Fuite beschikt over een uitgebreid assortiment meststoffen.

 

  • Schade door muizenvraat of droogte?

Droogteschade en schade door muizen kan de kwaliteit van uw percelen snel verminderen. In sommige gebieden is de staat van de grasmat belabberd. Percelen zijn zwart omdat er geen gras meer te bekennen is of staan vol met muur, kweek en ruwbeemd. Daarnaast is de ruwvoerpositie op veel melkveebedrijven matig. In combinatie met een verwachte slechte opbrengst van de eerste snede is dit een zorgelijke situatie.

In bijgaand keuzeschema en Stappenplan voor u opgesteld. Beide zijn handige hulpmiddelen.

Voor vragen en advies kunt u contact opnemen met uw adviseur of met de verkoop binnendienst 038-3854177

 

Fuite levert graszaad
Fuite levert graszaad van diverse leveranciers.

Tips voor een succesvolle maisteelt

Behoud voederwaarde met inkuilmiddel

In de loop van april zal de eerste mais weer gezaaid gaan worden. Hieronder belangrijke zaken aangaande de teelt van mais:

Vanggewas vernietigen vanaf 1 februari

U mag het vanggewas of de onderzaai vanaf 1 februari 2020 vernietigen. Heeft u gekozen voor een vanggewas als hoofdteelt? Dan mag u deze niet vernietigen. U oogst dit gewas dan later in 2020 als hoofdteelt. Voor zaken rond wetgeving vanggewas na mais klik op deze link naar de site van RVO

Maisrassenkeuze

De keuze hangt in eerste instantie af van de situatie op het bedrijf:

  • Het gebruiksdoel (snijmais, MKS, CCM, korrelmais)
  • De plantverteerbaarheid van het ras
  • De landbouwkundige situatie (grondsoort, teeltomstandigheden, regio)
  • Het gewenste rantsoen, met name aandeel gras en bijproducten

Vervolgens is het kiezen van het best passende ras. Belangrijke criteria zijn:

  • Het zetmeelgehalte en voederwaarde
  • De vroegrijpheid van de korrel  (oogstdatum)
  • De opbrengst in droge stof
  • Landbouwkundige eigenschappen zoals stevigheid van de plant, ziektebestendigheid en droogteresistentie

Als u er voor kiest NIET  een vanggewas onder te zaaien dan bent u op zand én lösgronden verplicht om de mais vóór 1 oktober te oogsten en voor die datum een vanggewas te zaaien.

Meest logisch is dan te kiezen voor een ras uit de zéér vroege of vroege groep.

In andere gevallen bent u wat flexibeler in de keus van een ras en wordt deze meer bepaalt door de eerder genoemde criteria

Wij hebben een uitgebreid aanbod van rassen. Maisrassen tabellen 2020

Rijenbemesting

Wij hebben een uitgebreid assortiment meststoffen voor rijenbemesting in mais, zowel in zakgoed, Bigbag en Bulk (Zie tabel)

N P2O5 K2O Bo SO3 Humuszuren
Maismest  24+0 Humicoat 24 0 0 0.25 20 Ja
Maismest 24+0 24 0 0 0.25 20 nee
Maismest 24+5 24 5 0 0.25 20 nee
Maismest 24+10 24 10 0 0.25 20 nee
Maismest 15+0+15 15 0 15 0.25 20 nee
Maismest 20+20 20 20 0 0.15 10 nee

 

Naast rijenbemesting met veelal stikstof  i.c.m. zwavel en borium is KALIUM een onmisbaar element.

Kalium is van belang voor de groei, stevigheid en vochtvoorziening

Door de dalende kaliumgehalten in drijfmest is breedwerpig bemesten met  60 tot 100 kg zuivere kali in veel gevallen geen overbodige luxe. Meest gebruikte Kali meststoffen zijn:

  • Kornkali (kali-40)
  • Kali-60

Vanggewas voor onderzaai

Als vangewas voor onderzaai hebben wij de volgende mogelijkheden:

  • Italiaans raaigras
  • Proterra Maize (Rietzwenk)
  • Mengsel van Italiaans en Westerwolds raaigras

Voor vragen en advies rondom maisteelt kunt u zich richten tot uw adviseur of bellen met onze verkoop binnendienst, Ben van Asselt: 038-204 2414. 

Meer biggen / zeug / jaar door extra (LED)licht

Varkensspecialist Klaas adviseert over vruchtbaarheid, deel 1.

Veel licht in de dekstal beïnvloedt de berigheid, de eisprong én de kwaliteit van de eicellen positief. Voor een goede vruchtbaarheid op uw zeugenbedrijf zijn er veel factoren in de dekstal van belang.

Heel belangrijk is een goede lichtintensiteit, de juiste hoeveelheid lux boven de kop van de zeug. Onze varkensspecialisten beschikken over apparatuur om dit vast te stellen. Mocht de lichtintensiteit te laag zijn dan kunt u dit éénvoudig oplossen door een LED-slang op te hangen (zie foto 1).

Foto 1. LED slang boven de kop van de zeug

Deze slang is eenvoudig te installeren, gebruikt weinig energie en is gemakkelijk te reinigen (zie foto 2).

Foto 2. Overzichtsfoto van een mogelijke situatie.

Uw verkoopadviseur kan u adviseren t.a.v. de situatie op uw bedrijf en indien gewenst een LUX meting uitvoeren. Neem hier contact met ons op. 

Voor een goede vruchtbaarheid op uw zeugenbedrijf zijn er natuurlijk nog veel meer factoren, naast licht, die een grote rol spelen. Hierbij valt te denken aan:

  • Goede hygiëne
  • Dagelijks (liefst meerdere keren) beercontact vanaf het spenen
  • Maximale voeropname
  • Juist lichtregime
  • Flushen door middel van flushvoer, Gebrs. Fuite heeft hier een passend voer voor beschikbaar. Neem hier contact met ons voor meer informatie. 
  • Extra suikers bijgeven
  • Veel schoon water
  • Bewaking van de gezondheid, denk hier ook aan de invoer van gelten
  • Juiste conditie, gewicht en spekdikte
  • Een goed klimaat, denk aan temperatuur, luchtkwaliteit en tocht

4 tips voor goed biestmanagement

Biest blijft enorm belangrijk binnen de lammerenopfok. Zijn er problemen tijdens de opfok? Dan is biestmanagement één van de belangrijke zaken om onder de loep te nemen.

Het lam krijgt tijdens de dracht geen antistoffen van de geit. Bij geboorte heeft het lam dus nog geen weerstand tegen ziekteverwekkers. Biest bevat deze antistoffen wel en is daardoor letterlijk van levensbelang.

Figuur 1 Schematische weergave van de weerstandsopbouw van een lam.

Door opname van biest krijgt het lam direct veel antistoffen binnen, dit is de ‘passieve weerstand’. Maar deze ‘passieve weerstand’ neemt ook snel weer af. Het lam moet dus ook zélf aan de slag met het opbouwen van de eigen ‘actieve weerstand’. Het duurt een aantal weken voordat dit op peil is, waardoor het lam even een dip in het antistofniveau heeft en het erg kwetsbaar is (figuur 1). Dit maakt het lam extra vatbaar voor ziektes als longontsteking en cryptosporidiose. Hoe méér antistoffen verkregen via biest, hoe minder last het lam heeft van deze weerstands-dip.

Om de weerstands-dip zo klein mogelijk te houden is een goed biestmanagement dus zeer belangrijk. Hieronder een aantal tips.

  1. Verstrek de eerste biestgift binnen een uur na de geboorte. De opnamecapaciteit van antistoffen van het lam daalt snel, na 6 uur is deze al met de helft gedaald! Probeer daarom binnen 6 uur na de geboorte 9-10% van het lichaamsgewicht aan biest te verstrekken.
  2. Houd bij gebruik van kunstbiest de juiste mengverhouding aan. Dit kan per soort verschillen. Verstrek minimaal de aangegeven hoeveelheid die op de verpakking staat.
  3. Werk hygiënisch. Bij gebruik van geiten- of koeienbiest blijft ziekteoverdracht een groot aandachtspunt. Zorg daarom voor optimale hygiëne tijdens het winnen van de biest (schone uier en opvang). Uiteraard moet de biest vrij zijn van CAE/CL.
  4. Meet altijd de hoeveelheid antistoffen van de geiten- of koeienbiest. Deze moet minimaal een Brix waarde van 22 hebben. Biest kan aanvullend ook opgewaardeerd worden met kunstbiest. Waak er wel voor dat de biest niet te dik wordt, het lam heeft ook vocht nodig.

Met FuitEffect Geit eenvoudig inzicht in productiegegevens

‘Mijn Fuite’, het online portaal van Gebrs. Fuite, is verder uitgebreid voor onze geitenhouders. Naast voer bestellen, facturen en leverbonnen inzien kunt u nu ook gemakkelijk uw productie en technische resultaten monitoren (mits dit is aangevraagd, informeer hier naar de mogelijkheden).

Hoe kunt u uw productie monitoren?

  • Nadat u ingelogd bent bij Mijn Fuite ziet u de optie: ‘mijn vee’. Als u klikt op ‘tankleveringen’ krijgt u een helder overzicht van uw leveringen. Hieronder ziet u een voorbeeld.
Tankleveringen overzicht in FuitEffect Geit

 

  • Onder de optie ‘FuitEffect’ kunt u uw technische resultaten inzien. Samen met uw adviseur kunt u ervoor zorgen dat de informatie in het programma volledig is.

Indien u nog geen MIJN FUITE account hebt kunt u die hier aanvragen.

Zijn deze gegevens voor uw bedrijf niet zichtbaar? Het kan zijn dat Gebrs. Fuite niet de juiste machtigingen van u heeft waardoor we geen zuivel gegevens van uw bedrijf ontvangen. Laat dan uw gegevens achter zodat wij u vrijblijvend machtigingsformulieren kunnen toesturen.

Meeste Aureus mastitis in de winter

Uierontsteking veroorzaakt door Staphylococcus aureus is op veel bedrijven een groot probleem. Naast uierontsteking zorgt deze bacterie voor enorme productieverliezen.

De behandeling van hoog celgetal dieren met aureus is vaak lastig. De bacterie kan een biofilm maken in het uier waarin hij slecht bereikbaar is voor antibiotica. Ook de eigen afweer van de koe kan er dan niet bij komen. Staph. Aureus wordt met name in de winter aangetoond in het uier (figuur 1).

Schade kan beperkt worden door het opruimen van chronisch geïnfecteerde dieren en voorkomen van verspreiding. Met name tijdens het melken wordt aureus verspreid van koe naar koe. Om dit te voorkomen kunt u melkstellen naspoelen met water van minimaal 80°C, besmette dieren als laatste melken of het besmette kwartier droogzetten. Ook kan vaccinatie ingezet worden om verspreiding binnen de koppel te beperken.

Figuur 1. Percentage S. Aureus infecties in het uier per seizoen. Zhang et al. 2016.

 

Bewapen uw koeien tegen infectie met voeding

Een goed afgestemd rantsoen maakt dieren weerbaar tegen nieuwe infecties en het vermindert van de uitscheiding van Staph. aureus in de melk. Chronisch geïnfecteerde dieren scheiden vaak opnieuw aureus uit bij het doormaken van een weerstandsdip.  In de eerste maand na afkalven staat de weerstand zwaar onder druk door de negatieve energie balans.

Figuur 2. Percentage afdoden van Staphylococcus aureus in witte bloedcellen van koeien gevoerd met rantsoenen met toevoeging van vitamine E en selenium, enkel vitamine E, enkel selenium of controle. Naar figuur van Hogan et al. 1990.

Het toevoegen van vitamine E en selenium aan het rantsoen in de juiste verhouding helpt witte bloedcellen om sneller in het uier te komen bij een infectie. Verder kunnen de witte bloedcellen (neutrofielen) de aureus in de uier beter afdoden (zie figuur 2). Hierdoor is de kans op (sub)klinische mastitis kleiner.

Alle startvoeders zoals BeZetkern en Topstart van Fuite bevatten extra vitamine E en Selenium. Onze adviseurs adviseren u graag bij de brok keuze voor de verse koeien zodat de negatieve energiebalans zo veel mogelijk beperkt blijft. Hierdoor krijgt ook aureus minder kans om te verspreiden.

Afstemmen van de mineralen levert geld op

Het is belangrijk dat ieder dier voldoende mineralen binnen krijgt, maar teveel mineralen kunnen ernstige problemen geven. Er moet gevoerd worden naar behoefte. In de praktijk worden vaak dure mineralenmengsels gevoerd terwijl de behoefte al ruimschoots gedekt wordt in het basisrantsoen.

Voor een juiste berekening van de mineralenvoorziening moeten alle kuilen bemonsterd worden op mineralen.  Afhankelijk van grondsoort, bemesting en botanische samenstelling van de graskuil worden er grote verschillen gemeten in de hoeveelheid mineralen (tabel 1). De gehalten aan koper in graskuilen variëren bijvoorbeeld van 3,5 tot 25,7 mg/kg droge stof.

Extra mineralen voeren vaak niet nodig

In geval van hoge tot gemiddelde gehalten in de graskuil is er in de basis inclusief krachtvoer vaak geen aanvulling in de vorm van mineralen nodig. Bij lage gehalten in gras in combinatie met andere mineraalarme voedermiddelen (zoals snijmais en bijproducten) moet er wel beslist aangevuld worden om problemen door tekorten te voorkomen. Onze melkveespecialisten werken met de nieuwste kennis en behoeftenormen voor mineralen en sporenelementen en onze mineralenmengsels sluiten hierbij perfect aan. In veel gevallen bespaart u geld als u de mineralenbehoefte laat berekenen aan de hand van het totale rantsoen inclusief kuiluitslagen met mineralenbepaling.

 

BEX voordeel stikstof bij betere eiwitbenutting

melkproductie verhogen? kies maisvlokken

In de afgelopen maand zijn alle mestboekhoudingen van 2019 afgerond. Het valt op dat met maisvlokken in het rantsoen regelmatig een groter voordeel in de BEX van stikstof is te halen.

Wanneer er efficiënt met het eiwit om wordt gesprongen op het bedrijf is er een groter BEX voordeel voor stikstof te behalen. Als het rantsoen goed in balans is en de pens flink aan het werk wordt gezet om het eigen ruwvoer goed te benutten, wordt er efficiënter omgesprongen met het eiwit. Maisvlokken stimuleren een goede benutting van het eiwit uit eigen ruwvoer doordat ze veel goede en rustige pens energie bevatten. De pensmicroben kunnen daardoor veel penseiwit vormen wat de basis is voor melkeiwit.

Een voorbeeld: Op een bedrijf met 150 koeien op 75 hectare kan door een goede benutting van het eigen eiwit bijvoorbeeld een BEX voordeel van 8% op stikstof behaald worden. Daardoor hoeft er zo’n 360 kuub minder mest afgevoerd te worden. Dat leidt niet alleen tot lagere mest-afzet kosten, maar zorgt er ook voor dat er meer mest op het eigen bedrijf aangewend kan worden.

Onze adviseurs adviseren u graag hoe u betere benutting van het eiwit van uw eigen land kunt realiseren.

Neem hier contact op

V/d Kolk roodbontfokker van het jaar!

Bossink Holsteins, familie Van der Kolk,  melkvee in Wierden (Ov.) is uitgeroepen tot roodbontfokker van het jaar 2019.

Succesvol op keuring

De veestapel bestaat voor driekwart uit roodbonte Holsteins. De gemiddelde exterieurscore ligt op 87 punten en hiermee hoort het bedrijf bij de top van Nederland. Tijdens keuringen waren er diverse mooie resultaten. Zo pakte Bossink Gerda 64 (Curtis) het reserve kampioen middenklasse op de NRM en pakte Bossink Rika 631 (Ladd P) het kampioenschap middenklasse op de HHH show. Ook nam de familie van der Kolk in Belgie (Libramont) met Bossink Red Lawn (Jotan) deel aan het EK.

Vernieuwende fokkerij

De prijs wordt verstrekt aan Bossink Holsteins voor de prachtige resultaten tijdens regionale en nationale keuringen.  Daarnaast heeft van der  Kolk een heel eigen, vernieuwende kijk op fokkerij.

De veestapel heeft een gemiddelde leeftijd van 5 jaar en 5 maanden en het vervangingspercentage ligt op slechts 12% per jaar.

Verse koe gezond door goed voeren

hittestress koeien tegengaan
“Ons melkvet was het 3e laagste van CRV afgelopen jaar” vertelt melkveehouder Dick Aalbers uit Zwolle lachend. Een ‘prestatie’ waar hij zichzelf niet voor schaamt. “Het is simpel” legt hij uit. “Verse koeien hebben veel energie nodig en die bieden wij ze aan door een energierijke brok en 3 kg maisvlokken te voeren. Daardoor starten de koeien goed op, qua liters, eiwitgehalte en gezondheid. Het vetgehalte is in verhouding niet hoog, omdat de koe die energie juist voor zichzelf gebruikt. Daarbij: eiwit wordt ook nog eens beter betaald dan vet.”

Naast 8 a 9 kg snijmais, energierijke brok en maisvlokken houdt de familie Aalbers zo lang als mogelijk vers gras in het rantsoen. Met een 305-dagen productie van 11.360 kg melk loopt het goed op het bedrijf. Met 410 kg vet en 413 kg eiwit per koe per jaar levert familie Aalbers meer eiwit af, dan vet. Dat de koeien zo veel eiwit produceren, daar is de familie Aalbers trots op. Ook resulteert dat in goed melkgeld, gezien eiwit bij de fabriek van Aalbers twee maal zo hoog wordt beloond als vet. De koeien zijn goed in conditie, laten de tocht goed zien en worden zeer gemakkelijk drachtig. De tussenkalftijd op het bedrijf is gemiddeld 389 dagen.

Negatieve energiebalans onvermijdelijk, maar moet wel zo kort mogelijk

Melkkoeien verbruiken – net als ieder ander zoogdier – begin lactatie méér energie dan ze op kunnen vreten. De koe verkeert in de ‘negatieve energie balans’: ze gebruikt lichaamsreserves voor de productie van melk. Koeien in de negatieve energiebalans zijn gevoelig voor klauwproblemen, infecties en worden slecht drachtig of niet tochtig. Ondanks dat het een normaal fenomeen is, is het wel belangrijk dat deze periode van energietekort zo kort mogelijk duurt.

Hoe beperk je de negatieve energiebalans?

De eerste stap om ervoor te zorgen dat koeien zo snel mogelijk weer in een pósitieve energiebalans komen, is zorgen dat koeien geen strobreed in de weg gelegd wordt om überhaupt te vreten. Zorg daarom voor voldoende vreetplaatsen en altijd fris voer voor het voerhek. Echter, ook vanuit de samenstelling van het voer kan het verschil gemaakt worden.

Figuur 1. De energiebalans van koeien herstelt sneller bij koeien die glucogene- i.p.v. lipogene energie kregen bij gelijke VEM in het rantsoen. Bron: WUR, Van Knegsel et al., 2014.

Bij Gebrs. Fuite veevoeders hebben ze een duidelijke visie hoe verse koeien goed gevoerd moeten worden. Door koeien de juiste energiebronnen te geven zijn ze zo’n 2 tot 3 weken sneller uit de negatieve energie balans (figuur 1). Celwanden en vet zijn beiden zogeheten ‘lipogene energie’. Lipogene energie stimuleert de melkvetproductie waardoor de koe dit weer uitscheidt via de melk en het niet als energiebron voor haar eigen lijf kan gebruiken. Hier heeft de verse koe dus niet veel aan. Zetmeel, een vorm van ‘glucogene energie’, is daarentegen juist een hele goede energiebron voor de verse koe. Het stimuleert lactose vorming wat melk-drijvend werkt, maar wordt ook als energiebron in het lijf van de koe gebruikt. Door een zetmeelrijk rantsoen te voeren aan de verse koe, zal haar negatieve energiebalans minder diep zijn en korter duren. Dit wordt ook beloond: productie van liters melk en melkeiwit zijn hoger en de koe is fit en vruchtbaar. De eerste signalen van overschakelen van een lipogeen- naar glucogeen rantsoen zijn vaak al snel zichtbaar: de kleur komt mooier op de koeien.

Heel bewust streven de adviseurs van gebroeders Fuite daarom naar een vlotte opstart qua liters en melkeiwit. Het resultaat: goed melkgeld en een fitte koe die goed opstart en gemakkelijk drachtig wordt.

De adviseurs van Gebrs. Fuite sparren graag sámen met u over de beste opstart voor de verse koeien. Neem hier contact op.

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?