Geen beperkingen voerleveranties door Coronavirus

De afgelopen dagen heeft het kabinet strenge maatregelen afgekondigd om het coronavirus te bestrijden. Daarnaast heeft ook Gebrs. Fuite aanvullende maatregelen genomen. In alle gevallen levert dit geen beperkingen op voor de voerleveranties. De aanvullende maatregelen die gelden bij Gebrs. Fuite zijn o.a.:

• Onze verkoopadviseurs mogen alleen de strikt noodzakelijk bezoeken uitvoeren en bedrijfsruimten betreden mits de klant voorafgaand akkoord geeft
• Intern zijn er maatregelen genomen om de kans op besmettingen bij personeel zoveel mogelijk te beperken
• Onze chauffeurs mogen alleen de strikt noodzakelijke bedrijfsruimten betreden bij het lossen
• We ontvangen geen bezoek meer in de fabrieken en op kantoor

De ontwikkelingen omtrent het coronavirus en de mogelijke gevolgen houden wij nauwlettend in de gaten. Wij zullen u informeren als er meer maatregelen nodig zijn. Voor vragen kunt u contact opnemen met Jelle Fuite op nummer: 038 204 2405.

Een goed rantsoen heeft 3 elementen: constant, constant, constant!

“Een koe moet in balans zijn dan geeft ze gemakkelijk melk”

Een gezinsbedrijf waar een boterham mee verdient kan worden doordat koeien met een goed exterieur makkelijk melk geven met mooie gehalten dat is waarop wordt ingezet bij Bossink Holsteins. “Maar ik beleef zeker arbeidsvreugde aan een mooie koe” vertelt Gerrit van der Kolk glunderend. Onlangs werd van der Kolk Melkvee uitgeroepen tot Roodbont fokker van het jaar 2019.

In Wierden boert de familie van der Kolk al meerdere generaties aan de Nijverdalsestraat. Op deze locatie worden 90 koeien gemolken door 2 Lely robots. Het jongvee vanaf 3 maanden wordt elders opgefokt. Er is 40 ha in gebruik waarvan 32 ha grasland en 8 ha mais.  Jaarlijks wordt rond de 930.000 liter melk afgeleverd. Het rollend jaarproductie ligt op 10.800 kg melk met 4,42 vet  en 3,57 eiwit (BSK 50,5). De TKT is 407 dagen en het gemiddelde aantal inseminaties per koe ligt op 1,7.

“Niet zwabberen in het fokdoel maar steeds hetzelfde doel voor ogen houden”

Al vele jaren is familie van der Kolk succesvol in de keuringsring. Zo was Bossink Miranda 107 (v:  Bonfire, 92 AV) kampioen bij de oudere koeien op de Wintershow Zwolle, liepen Bossink Gerda 64 (v: Curtis, 91 AV) en Bossink Red Lawn 7 (v; Jotan, 90AV) op het EK te Libramont, werd Bossink Holsteins uitgeroepen tot beste bedrijfsgroep roodbont tijdens de Agri Fair Wierden en sleepte Bossink Rika 631 (v: Ladd P, 89 AV) het kampioen midden in de wacht op de HHH Show 2019. “Exterieur is voor mij belangrijk, een koe moet in balans zijn” stelt Gerrit. “We houden de kosten voor de fokkerij bewust laag. Gesekst sperma wordt bijvoorbeeld niet gebruikt”. Inmiddels zijn er goede koe families gefokt waarvoor ook KI’s belangstelling hebben getoond. Dit is het resultaat van jaren werk. In oktober 2019 overleed van der Kolk sr. Dat zorgt voor dubbele gevoelens bij het winnen van bijvoorbeeld de titel roodbontfokker van het jaar. Van der Kolk sr was al de grondlegger van het fokken van de koe families. “Op basis van triple AAA maak ik de keuze voor een rietje. En dan kies ik het liefst een stier waarvan al dochters aan de melk zijn. Je hebt daar leuke parings advies programma’s voor maar ach de afstamming van mijn vaarzen die weet ik uit mijn hoofd ook wel” lacht van der Kolk.

Fam. v/d Kolk en Jan Bart.

 

“Voeren doe ik niet op het scherpst van de snede, ik wil spelen met het rantsoen”

Het rantsoen bestaat uit bijna 60% Gras(kuil) en een kleine 40% mais aangevuld met bierborstel en onbeperkt hooi aan het voerhek. De koeien krijgen tot maximaal 8 kg in de robot en 1 kg in de voerwagen en hooi naar behoefte. “We maaien de 1e snede bewust wat later, dat is misschien niet volgens het boekje maar ik heb graag wat meer structuur in mijn kuil” Voor een rantsoen is het belangrijk om dit constant te houden. “Ik wil weten wat ik bestel daarom ben ik ook blij met Fuite. Ik weet dat mijn brok samenstelling elke keer weer hetzelfde is. Ik kan dan spelen met het rantsoen en kies er bewust voor omdat niet op het scherpst van de snede te doen. De mest houd ik bewust wat aan de dikke kant”. Regelmatig beoordeel ik samen met Frank Ros de mest en staan we tussen de koeien. “Aan Frank heb ik een goede sparringspartner. Hij helpt mij om de puntjes op de i te zetten”.  Ook op de keuringen is te zien dat de koeien een constante kwaliteit voer krijgen. “Ze glimmen er over!”

Gedroogd hooi heeft een goede invloed op de gezondheid

De tijd van groot, groter, grootst hebben we wel gehad. We moeten op zoek naar andere manieren om ons te profileren als sector. In Zwitserland zag Gerrit welke positieve effecten hooi heeft op de gezondheid van melkvee. “Ik sprak daar veehouders die jaarrond een celgetal van rond de 80 realiseren” In de fokkerij wordt het hooi al langer gebruikt om koeien keurings klaar te krijgen. Het smakelijke hooi zorgt voor meer pensvulling en wordt erg goed benut. Het heeft een positief effect op de vruchtbaarheid en uiervulling. Koeien vreten dit ook graag. “Het is zelfs zo;  als een zieke koe dit hooi krijgt dan knapt ze op of ze gaat dood”. Omdat goed hooi geen schimmel en broei dus geen toxines bevat wordt ook het celgetal verbeterd.

Het eiwit van eigen land kan beter benut worden door gepaste stikstof bemesting.

Een hoog ureum gehalte in de melk geeft aan dat de eiwit benutting niet optimaal is. In het weide seizoen zijn de ureum gehaltes hoger dan in de winter. Dat is een signaal dat er een overaanbod is van eiwit, wat kan komen door te veel stikstofbemesting.

Stikstof essentieel onderdeel van eiwit

Een grasplant gebruikt stikstof als bouwsteen voor eiwit. Om precies te zijn: stikstof is een essentieel element in aminozuren, waaruit eiwit is opgebouwd. Zonder stikstof kunnen geen aminozuren aangemaakt worden en zonder aminozuren kan vervolgens geen eiwit gemaakt worden. Eiwit uit gras bevat wel 16% stikstof.

“Het is wijs om in het bemestingsplan verschil te maken in stikstof bemesting voor weide- of maai percelen.”

 

Bemesting toespitsen op verwachtte opbrengst

Bij beweiden zijn grasopbrengsten zo’n 1.000-2.000 kg droge stof per hectare per snede. Een eerste maai snede is beduidend zwaarder; al snel 3.500-4.000 kg droge stof per hectare. Wanneer beide percelen een gelijke stikstof bemesting ontvangen, zal het percentage ruw eiwit in het gras bij een weide snede veel hoger zijn dan bij een maaisnede. De eiwitbenutting zal bij beweiden dan dus sléchter zijn.  Het is wijs om in het bemestingsplan verschil te maken in stikstof bemesting voor weide- of maai percelen.

Beweiden

De eerste vraag is: wat voor opbrengst verwacht u van het perceel? Bij inscharen in april met nog maar 1.000 kg DS/ha, is naast dierlijke mest geen extra stikstof gift nodig vóór de eerste keer weiden. In dat geval kunt u beter pas ná de eerste keer beweiden stikstof strooien. Echter: wanneer u verwacht dat er 1.700 kg DS/ha van het perceel zal komen, dan is extra kunstmest wél nodig (zie de bodemanalyses voor de hoeveelheden). Vervolgens past u ook voor volgende (weide)snedes de bemesting aan op de verwachtte opbrengst.

 

Het resultaat

Wanneer het maatwerk qua bemesting goed toegepast wordt, is het gras een hele mooie basis voor uw rantsoenen. In de zomer zal een (grote) eiwit overmaat uit weidegras voorkomen worden en zult u minder hoge pieken in het melk-ureum zien. In de winter zult u er profijt van hebben dat u kuilen hebt gewonnen met een mooi ruw-eiwit gehalte waardoor er tijdens het stalseizoen minder eiwit aanvulling nodig is.

 

Meer weten over betere benutting van uw eigen ruwvoer of wilt u bemestingsadvies? Onze adviseurs helpen u graag verder met maatwerk!

Graslandverzorging in het voorjaar

De basis voor een goede grasopbrengst is goed graslandmanagement. Factoren die van invloed zijn op kwaliteit en opbrengst zijn onder andere:

  • Grassenbestand

Slechte grassen waaronder ruwbeemd en kweek, maar ook onkruiden zoals muur, herderstasje en paardenbloem beïnvloeden de kwaliteit, smaak en opbrengst.

Oppervlakkig wortelende grassen en onkruiden zijn redelijk succesvol te bestrijden met een wiedeg.

Bij 70-90 % goede grassen adviseren wij u om de grasmat door te zaaien, bij minder dan 60% goede grassen is de beste optie uw grasland te vernieuwen.

Gebroeders Fuite heeft een uitgebreid assortiment graszaadmengsels in het assortiment waaronder de Green Spirit mengsels van Barenburg. Meer informatie is hier te vinden: Voedergrasgids 2020

Graslandvernieuwing mag onder bepaalde voorwaarden. Kijk hier voor op de site van RVO

 

  • Bemesting

Naast drijfmest is een kunstmest gift nodig om een optimale opbrengst te realiseren. Stikstof en Zwavel zijn de belangrijkste elementen naast drijfmest dat gras nodig heeft voor een hoge opbrengst. Gras heeft een voorkeur voor ammonium. Bij vroege toediening in het voorjaar, wanneer de gewasgroei nog op gang moet komen, is dit de beste N-vorm die de minste verliezen geeft

  • Gebruik meststoffen met een hoog aandeel ammonium zoals FUITAMMON START
  • Ureumhoudende meststoffen moeten behandeld zijn met een ureaseremmer zoals NOVUREA of NOVUREA “S” anders zijn er te veel verliezen door vervluchtiging van de N (ammoniak)
  • Bemest, indien nodig, zwavel bij.

Gebrs Fuite beschikt over een uitgebreid assortiment meststoffen.

 

  • Schade door muizenvraat of droogte?

Droogteschade en schade door muizen kan de kwaliteit van uw percelen snel verminderen. In sommige gebieden is de staat van de grasmat belabberd. Percelen zijn zwart omdat er geen gras meer te bekennen is of staan vol met muur, kweek en ruwbeemd. Daarnaast is de ruwvoerpositie op veel melkveebedrijven matig. In combinatie met een verwachte slechte opbrengst van de eerste snede is dit een zorgelijke situatie.

In bijgaand keuzeschema en Stappenplan voor u opgesteld. Beide zijn handige hulpmiddelen.

Voor vragen en advies kunt u contact opnemen met uw adviseur of met de verkoop binnendienst 038-3854177

 

Fuite levert graszaad
Fuite levert graszaad van diverse leveranciers.

Tips voor een succesvolle maisteelt

Behoud voederwaarde met inkuilmiddel

In de loop van april zal de eerste mais weer gezaaid gaan worden. Hieronder belangrijke zaken aangaande de teelt van mais:

Vanggewas vernietigen vanaf 1 februari

U mag het vanggewas of de onderzaai vanaf 1 februari 2020 vernietigen. Heeft u gekozen voor een vanggewas als hoofdteelt? Dan mag u deze niet vernietigen. U oogst dit gewas dan later in 2020 als hoofdteelt. Voor zaken rond wetgeving vanggewas na mais klik op deze link naar de site van RVO

Maisrassenkeuze

De keuze hangt in eerste instantie af van de situatie op het bedrijf:

  • Het gebruiksdoel (snijmais, MKS, CCM, korrelmais)
  • De plantverteerbaarheid van het ras
  • De landbouwkundige situatie (grondsoort, teeltomstandigheden, regio)
  • Het gewenste rantsoen, met name aandeel gras en bijproducten

Vervolgens is het kiezen van het best passende ras. Belangrijke criteria zijn:

  • Het zetmeelgehalte en voederwaarde
  • De vroegrijpheid van de korrel  (oogstdatum)
  • De opbrengst in droge stof
  • Landbouwkundige eigenschappen zoals stevigheid van de plant, ziektebestendigheid en droogteresistentie

Als u er voor kiest NIET  een vanggewas onder te zaaien dan bent u op zand én lösgronden verplicht om de mais vóór 1 oktober te oogsten en voor die datum een vanggewas te zaaien.

Meest logisch is dan te kiezen voor een ras uit de zéér vroege of vroege groep.

In andere gevallen bent u wat flexibeler in de keus van een ras en wordt deze meer bepaalt door de eerder genoemde criteria

Wij hebben een uitgebreid aanbod van rassen. Maisrassen tabellen 2020

Rijenbemesting

Wij hebben een uitgebreid assortiment meststoffen voor rijenbemesting in mais, zowel in zakgoed, Bigbag en Bulk (Zie tabel)

N P2O5 K2O Bo SO3 Humuszuren
Maismest  24+0 Humicoat 24 0 0 0.25 20 Ja
Maismest 24+0 24 0 0 0.25 20 nee
Maismest 24+5 24 5 0 0.25 20 nee
Maismest 24+10 24 10 0 0.25 20 nee
Maismest 15+0+15 15 0 15 0.25 20 nee
Maismest 20+20 20 20 0 0.15 10 nee

 

Naast rijenbemesting met veelal stikstof  i.c.m. zwavel en borium is KALIUM een onmisbaar element.

Kalium is van belang voor de groei, stevigheid en vochtvoorziening

Door de dalende kaliumgehalten in drijfmest is breedwerpig bemesten met  60 tot 100 kg zuivere kali in veel gevallen geen overbodige luxe. Meest gebruikte Kali meststoffen zijn:

  • Kornkali (kali-40)
  • Kali-60

Vanggewas voor onderzaai

Als vangewas voor onderzaai hebben wij de volgende mogelijkheden:

  • Italiaans raaigras
  • Proterra Maize (Rietzwenk)
  • Mengsel van Italiaans en Westerwolds raaigras

Voor vragen en advies rondom maisteelt kunt u zich richten tot uw adviseur of bellen met onze verkoop binnendienst, Ben van Asselt: 038-204 2414. 

Meer biggen / zeug / jaar door extra (LED)licht

Varkensspecialist Klaas adviseert over vruchtbaarheid, deel 1.

Veel licht in de dekstal beïnvloedt de berigheid, de eisprong én de kwaliteit van de eicellen positief. Voor een goede vruchtbaarheid op uw zeugenbedrijf zijn er veel factoren in de dekstal van belang.

Heel belangrijk is een goede lichtintensiteit, de juiste hoeveelheid lux boven de kop van de zeug. Onze varkensspecialisten beschikken over apparatuur om dit vast te stellen. Mocht de lichtintensiteit te laag zijn dan kunt u dit éénvoudig oplossen door een LED-slang op te hangen (zie foto 1).

Foto 1. LED slang boven de kop van de zeug

Deze slang is eenvoudig te installeren, gebruikt weinig energie en is gemakkelijk te reinigen (zie foto 2).

Foto 2. Overzichtsfoto van een mogelijke situatie.

Uw verkoopadviseur kan u adviseren t.a.v. de situatie op uw bedrijf en indien gewenst een LUX meting uitvoeren. Neem hier contact met ons op. 

Voor een goede vruchtbaarheid op uw zeugenbedrijf zijn er natuurlijk nog veel meer factoren, naast licht, die een grote rol spelen. Hierbij valt te denken aan:

  • Goede hygiëne
  • Dagelijks (liefst meerdere keren) beercontact vanaf het spenen
  • Maximale voeropname
  • Juist lichtregime
  • Flushen door middel van flushvoer, Gebrs. Fuite heeft hier een passend voer voor beschikbaar. Neem hier contact met ons voor meer informatie. 
  • Extra suikers bijgeven
  • Veel schoon water
  • Bewaking van de gezondheid, denk hier ook aan de invoer van gelten
  • Juiste conditie, gewicht en spekdikte
  • Een goed klimaat, denk aan temperatuur, luchtkwaliteit en tocht

4 tips voor goed biestmanagement

Biest blijft enorm belangrijk binnen de lammerenopfok. Zijn er problemen tijdens de opfok? Dan is biestmanagement één van de belangrijke zaken om onder de loep te nemen.

Het lam krijgt tijdens de dracht geen antistoffen van de geit. Bij geboorte heeft het lam dus nog geen weerstand tegen ziekteverwekkers. Biest bevat deze antistoffen wel en is daardoor letterlijk van levensbelang.

Figuur 1 Schematische weergave van de weerstandsopbouw van een lam.

Door opname van biest krijgt het lam direct veel antistoffen binnen, dit is de ‘passieve weerstand’. Maar deze ‘passieve weerstand’ neemt ook snel weer af. Het lam moet dus ook zélf aan de slag met het opbouwen van de eigen ‘actieve weerstand’. Het duurt een aantal weken voordat dit op peil is, waardoor het lam even een dip in het antistofniveau heeft en het erg kwetsbaar is (figuur 1). Dit maakt het lam extra vatbaar voor ziektes als longontsteking en cryptosporidiose. Hoe méér antistoffen verkregen via biest, hoe minder last het lam heeft van deze weerstands-dip.

Om de weerstands-dip zo klein mogelijk te houden is een goed biestmanagement dus zeer belangrijk. Hieronder een aantal tips.

  1. Verstrek de eerste biestgift binnen een uur na de geboorte. De opnamecapaciteit van antistoffen van het lam daalt snel, na 6 uur is deze al met de helft gedaald! Probeer daarom binnen 6 uur na de geboorte 9-10% van het lichaamsgewicht aan biest te verstrekken.
  2. Houd bij gebruik van kunstbiest de juiste mengverhouding aan. Dit kan per soort verschillen. Verstrek minimaal de aangegeven hoeveelheid die op de verpakking staat.
  3. Werk hygiënisch. Bij gebruik van geiten- of koeienbiest blijft ziekteoverdracht een groot aandachtspunt. Zorg daarom voor optimale hygiëne tijdens het winnen van de biest (schone uier en opvang). Uiteraard moet de biest vrij zijn van CAE/CL.
  4. Meet altijd de hoeveelheid antistoffen van de geiten- of koeienbiest. Deze moet minimaal een Brix waarde van 22 hebben. Biest kan aanvullend ook opgewaardeerd worden met kunstbiest. Waak er wel voor dat de biest niet te dik wordt, het lam heeft ook vocht nodig.

Met FuitEffect Geit eenvoudig inzicht in productiegegevens

‘Mijn Fuite’, het online portaal van Gebrs. Fuite, is verder uitgebreid voor onze geitenhouders. Naast voer bestellen, facturen en leverbonnen inzien kunt u nu ook gemakkelijk uw productie en technische resultaten monitoren (mits dit is aangevraagd, informeer hier naar de mogelijkheden).

Hoe kunt u uw productie monitoren?

  • Nadat u ingelogd bent bij Mijn Fuite ziet u de optie: ‘mijn vee’. Als u klikt op ‘tankleveringen’ krijgt u een helder overzicht van uw leveringen. Hieronder ziet u een voorbeeld.
Tankleveringen overzicht in FuitEffect Geit

 

  • Onder de optie ‘FuitEffect’ kunt u uw technische resultaten inzien. Samen met uw adviseur kunt u ervoor zorgen dat de informatie in het programma volledig is.

Indien u nog geen MIJN FUITE account hebt kunt u die hier aanvragen.

Zijn deze gegevens voor uw bedrijf niet zichtbaar? Het kan zijn dat Gebrs. Fuite niet de juiste machtigingen van u heeft waardoor we geen zuivel gegevens van uw bedrijf ontvangen. Laat dan uw gegevens achter zodat wij u vrijblijvend machtigingsformulieren kunnen toesturen.

Meeste Aureus mastitis in de winter

Uierontsteking veroorzaakt door Staphylococcus aureus is op veel bedrijven een groot probleem. Naast uierontsteking zorgt deze bacterie voor enorme productieverliezen.

De behandeling van hoog celgetal dieren met aureus is vaak lastig. De bacterie kan een biofilm maken in het uier waarin hij slecht bereikbaar is voor antibiotica. Ook de eigen afweer van de koe kan er dan niet bij komen. Staph. Aureus wordt met name in de winter aangetoond in het uier (figuur 1).

Schade kan beperkt worden door het opruimen van chronisch geïnfecteerde dieren en voorkomen van verspreiding. Met name tijdens het melken wordt aureus verspreid van koe naar koe. Om dit te voorkomen kunt u melkstellen naspoelen met water van minimaal 80°C, besmette dieren als laatste melken of het besmette kwartier droogzetten. Ook kan vaccinatie ingezet worden om verspreiding binnen de koppel te beperken.

Figuur 1. Percentage S. Aureus infecties in het uier per seizoen. Zhang et al. 2016.

 

Bewapen uw koeien tegen infectie met voeding

Een goed afgestemd rantsoen maakt dieren weerbaar tegen nieuwe infecties en het vermindert van de uitscheiding van Staph. aureus in de melk. Chronisch geïnfecteerde dieren scheiden vaak opnieuw aureus uit bij het doormaken van een weerstandsdip.  In de eerste maand na afkalven staat de weerstand zwaar onder druk door de negatieve energie balans.

Figuur 2. Percentage afdoden van Staphylococcus aureus in witte bloedcellen van koeien gevoerd met rantsoenen met toevoeging van vitamine E en selenium, enkel vitamine E, enkel selenium of controle. Naar figuur van Hogan et al. 1990.

Het toevoegen van vitamine E en selenium aan het rantsoen in de juiste verhouding helpt witte bloedcellen om sneller in het uier te komen bij een infectie. Verder kunnen de witte bloedcellen (neutrofielen) de aureus in de uier beter afdoden (zie figuur 2). Hierdoor is de kans op (sub)klinische mastitis kleiner.

Alle startvoeders zoals BeZetkern en Topstart van Fuite bevatten extra vitamine E en Selenium. Onze adviseurs adviseren u graag bij de brok keuze voor de verse koeien zodat de negatieve energiebalans zo veel mogelijk beperkt blijft. Hierdoor krijgt ook aureus minder kans om te verspreiden.

Afstemmen van de mineralen levert geld op

Het is belangrijk dat ieder dier voldoende mineralen binnen krijgt, maar teveel mineralen kunnen ernstige problemen geven. Er moet gevoerd worden naar behoefte. In de praktijk worden vaak dure mineralenmengsels gevoerd terwijl de behoefte al ruimschoots gedekt wordt in het basisrantsoen.

Voor een juiste berekening van de mineralenvoorziening moeten alle kuilen bemonsterd worden op mineralen.  Afhankelijk van grondsoort, bemesting en botanische samenstelling van de graskuil worden er grote verschillen gemeten in de hoeveelheid mineralen (tabel 1). De gehalten aan koper in graskuilen variëren bijvoorbeeld van 3,5 tot 25,7 mg/kg droge stof.

Extra mineralen voeren vaak niet nodig

In geval van hoge tot gemiddelde gehalten in de graskuil is er in de basis inclusief krachtvoer vaak geen aanvulling in de vorm van mineralen nodig. Bij lage gehalten in gras in combinatie met andere mineraalarme voedermiddelen (zoals snijmais en bijproducten) moet er wel beslist aangevuld worden om problemen door tekorten te voorkomen. Onze melkveespecialisten werken met de nieuwste kennis en behoeftenormen voor mineralen en sporenelementen en onze mineralenmengsels sluiten hierbij perfect aan. In veel gevallen bespaart u geld als u de mineralenbehoefte laat berekenen aan de hand van het totale rantsoen inclusief kuiluitslagen met mineralenbepaling.

 

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?