Mooie resultaten geitenhouders 2021

Onze geitenhouders leverden in het afgelopen jaar gemiddeld 1163 kg melk.  Met bijna 90 kg vet en eiwit zijn de resultaten van de deelnemende bedrijven aan Fuiteffect nagenoeg gelijk gebleven vergeleken met 2020.

Ten opzichte van vorige jaren zien we een stijging (zie tabel 1) in het vet- en eiwitgehalte . Over 2021 was dit gemiddeld respectievelijk 4,16% en 3,55%.

Tabel. 1. Resultaten 2020 vergeleken met 2021.

 

Hoewel de kilo’s krachtvoer / 100 kg melk daalden is de melkproductie gelijk gebleven. De voerwinst (incl. ruwvoer) over 2021 is gedaald met €33,- naar €540,- per geit. Ondanks de goede melkprijs is de winst onder druk komen te staan door de gestegen voerprijzen.

Het wisselvallige weer maakte het niet eenvoudig om goed ruwvoer te winnen in het afgelopen seizoen. Toch waren de geitenhouders in staat om samen met hun Fuite adviseur te zorgen voor gezonde geiten die maximaal konden presteren.

Adviseurs van Gebrs. Fuite staan altijd klaar om u als geitenhouder te ondersteunen en uit te dagen in het optimaal laten presteren van uw geiten.

Pigger Appetite: zeer smakelijk biggenvoer

Fuite ontwikkelde de Pigger Appetite. Dit is ‘het eerste fruithapje’ voor biggen. 

Waarom kiezen voor de Pigger Appetite?

  • zeer smakelijk
  • licht verteerbaar
  • ondersteunt de spijsvertering
  • ondersteunt vroege voeropname
  • voor een uniforme koppel

“Een dag vrij neem ik niet, behalve als er een koeienkeuring is”

Procesoperator Henk is geboren en getogen op een melkveebedrijf in Mastenbroek. Zijn broer nam het ouderlijk bedrijf over. Het carrière pad van Henk bracht hem bij uiteenlopende bedrijven. Zo zat Henk in de betonboringen, grondverzet en werkte hij op een melkveebedrijf.

Het is alweer 7 jaar geleden dat het melkveebedrijf waar Henk werkte stopte. Bij Fuite was toen net een derde productie unit in gebruik genomen. Henk besloot te onderzoeken of werken als operator iets voor hem was.

Hoe ziet jouw werkdag er ongeveer uit?

“Het werk is erg afwisselend. Je hebt natuurlijk het productie (brok) draaien. En verder het laden van bulkauto’s, schoonmaken en klein onderhoud” somt Henk op. “Ik mag werken in een leuk ploegje operators. Allemaal nuchtere jongens met boerenverstand zeg maar. In ‘onze’ fabriek maken we het hoogste aantal verschillende soorten en diameters brok. In de praktijk betekent dit dat we vaker de productielijn spoelen of een matrijs wisselen. Dan is het fijn als je makkelijk met elkaar kunt schakelen.”

Een goed gevoel dus bij het werken bij Fuite?

“Ja zeker. Overal is natuurlijk wel eens wat. De open communicatie bij Fuite in combinatie met de korte lijntjes dat spreekt mij aan. Laatst was er een aanpassing nodig van een productielijn. Aan de kantinetafel kan iedereen dan vrijuit suggesties aandragen. Ik neem ook eigenlijk nooit een dag vrij. Behalve dan als er ergens een koeien keuring op het programma staat. “ Lachend vult Henk nog aan; “Als ik een dag vrij ben dan weet mijn vrouw wel hoe laat het is.”

Dus je hebt wel gevoel bij de agrarische sector en de Fuite klanten?

“Fokkerij heeft mijn hart. Ja, ik zie graag een mooie koe. Ik ben nog altijd lid van de veeteelt studieclub in Hasselt. Als er een keuring of fokvee dag is dan neem ik graag een kijkje. Helaas hebben we de afgelopen twee jaren weinig bezoek gehad op de fabriek. Het was altijd leuk als er veehouders langs kwamen. Vooral ook omdat bezoekers altijd onder de indruk zijn van hoe schoon het is in de fabrieken.”

Is het maken van brok een proces dat verandert door de jaren heen?

Sinds een aantal jaren maken we VLOG en VLOG Euro voeders. Dat is echt een separate lijn met voeders. Omdat de lijntjes kort zijn bij Fuite is er veel samenspel tussen de productie en de vertegenwoordigers. Dan proberen we eens wat uit; bijvoorbeeld een bepaalde brok persen met extra stoom. We maken nu ook de FERM – voeders. Een uniek varkensvoer. Toch wel leuk dat wij dit als enige in Nederland kunnen produceren. Ik denk dat we hier als Fuite met elkaar gepast trots op mogen zijn.”

Voer een productievere zeug naar behoefte

In dit tweede artikel over speenbaarheid van biggen benadrukken we het voeren van zeugen naar behoefte. Immers de nutritionele behoefte van een zeug die 18 biggen draagt is veel hoger dan bij een zeug die 13 biggen draagt.

 

Toenemende voerbehoefte bij stijgende productie

Melkkoeien en melkgeiten houden we voor de melk. Hoe meer melk ze geven, hoe meer voer ze opnemen. Tijdens de dracht geven ze (meestal) volop melk door, soms zelfs tot de partus. Melkproductie, voeropnamecapaciteit en groei van de vrucht kunnen zelfs zoveel energie vragen, dat ze in een negatieve energiebalans komen. Bij zeugen is dat anders; als ze melk geven zijn ze niet drachtig. En tijdens de dracht ‘produceren’ ze biggen.

tekst gaat verder onder afbeelding

 

Voer drachtige zeug ruim en verhoog geboortegewicht biggen

Het voerschema voor dragende zeugen ziet er uit zoals hieronder weergegeven (afb 1). Wij adviseren om het voerschema af te laten hangen van de conditie van de zeug. Een indeling die gemaakt kan worden is; mager, normaal, ruim. In de praktijk worden voerschema’s (bijna nooit) gebaseerd op het productieniveau van de zeug. Toch is de energetische en nutritionele behoefte afhankelijk van het aantal biggen. Bij een zeug die drachtig is van 18 biggen ligt dit (veel) hoger dan bij een zeug die drachtig is van bijvoorbeeld 13 biggen.

 

In het vorige artikel hebben we gezien dat, bij een gelijk geboortegewicht (van 1,35 kg) er in het eerste geval 6,75 kg big meer geboren wordt. We weten (bijna nooit) van hoeveel biggen een zeug drachtig is. Omdat we onze steeds productievere zeugen optimaal willen voeren, is het van belang ‘het zekere voor het onzekere’ te nemen en onze dachtige zeugen goed te verwennen met een goede kwaliteit voer.

Vooral het lysinegehalte (dvlys) is een belangrijke parameter. Het gaat daarbij om de zogenaamde ‘daily intake’: kilogrammen x gehaltes. Om goede biggen te kunnen spenen is het van (levens)belang dat biggen zwaar, uniform en vitaal geboren worden. Bij Fuite leveren we dan ook hoogwaardige en constante samenstellingen dragend zeugenvoeders. Juist in deze uitdagende (grondstoffen)markt is het verleidelijk om concessies te doen aan de keuze van grondstoffen en gehalten, maar dat kost u op den duur meer dan u daarmee bespaart.

Klaver doorzaaien in bestaand grasland

Het voordeel van klaver is dat het stikstof bindt uit de lucht. Deze stikstof komt weer vrij in de bodem en komt ten goede aan het gras. Door klaver in een graslandmengsel op te nemen, kunt u de stikstofgift verminderen.

Steeds vaker krijgen we de vraag of je klaver door kunt zaaien in bestaand grasland. Helaas is dit niet eenvoudig. Alleen onder de goede omstandigheden lukt het om klaver te laten vestigen in je bestaande grasmat.

Voorbereiding

Bodemvruchtbaarheid moet in orde zijn

  • pH: zandgrond 5,5 – kleigrond 6,0
  • Fosfaat- en kali-index moeten in orde zijn.

Indien dat niet het geval is het advies dit eerst te corrigeren voordat het doorzaaien.

  • Is het stikstofleverend vermogen (NLV) van de bodem hoger dan 150, dan zal de klaver slecht ontwikkelen. Ook het toedienen van kunstmest met stikstof na het doorzaaien komt niet ten goede aan de klaver. Het advies is om snedes na het doorzaaien geen kunstmest met stikstof toe te dienen.

Voldoende ruimte in de grasmat

  • Er moet voldoende ruimte in de grasmat zijn om klaver door te zaaien. Je maakt ruimte door het perceel te wiedeggen. Is de zode te dicht dan heeft klaver doorzaaien geen zin.

Onkruidbestrijding

  • De onkruidbestrijding uitvoeren voor het doorzaaien van de klaver. Houdt rekening met de nawerking van enkele gewasbeschermingsmiddelen.

 

Doorzaaien

Kies voor een mengsel

  • Kies voor een mengsel met witte klaver, want dit verhoogt de slagingskans. Rode klaver is minder geschikt om door te zaaien. De klavers hebben verschillende bladgroottes en garanderen productiviteit, smakelijkheid, stikstofbinding en persistentie.
  • Combineer het klaverzaad met graszaad. Om een goede verdeling in het perceel te krijgen is 7,5 kg klaverzaad en 7,5 kg graszaad een ideale mix.
  • Zaai de klaver ondiep: 0,5 – 1 cm
  • Een ideaal tijdstip om door te zaaien is na de eerste snede of beweidingsronde. Klaver heeft vocht en warmte nodig om te kunnen kiemen. De nazomer is daarom ook zeer geschikt om klaver door te zaaien.
  • Zaai niet te grote oppervlaktes in een keer maar kies voor 10 tot 15% van je grasland. Op deze manier kun je het telen van grasklaver in je vingers krijgen en het je de tijd om het doorgezaaide perceel goed te managen.

 

Management na zaaien

  • Zorg voor voldoende licht onder in de zode door vaker te beweiden of lichte snedes te maaien. Het beste is om te weiden al vanaf tien dagen na het doorzaaien te weiden.
  • Wacht met het uitrijden van drijfmest
  • De jonge kiemplantjes hebben voldoende vocht nodig voor een goede ontwikkeling.

 

Drijfmest maximaal benutten wijs door dure kunstmest

In het weidse landschap van Sudwest-Fryslan is de boerderij van de familie De Vries te vinden. Melkveehouder Rakesh is al jaren bezig om op perceel niveau te bemesten op basis van wat de grond nodig heeft. Uiterst actueel dit seizoen, gezien de fors gestegen kunstmestprijzen. Melkvee vertegenwoordiger Martin Brandsma adviseert Rakesh hierbij.

Stikstof uit drijfmest maximaal benutten door toevoegen water

Graslandpercelen worden jaarlijks op perceel niveau bemest om zo een goede opbrengst te realiseren. Bodemanalyses zijn hier voor de basis. “Als veehouder laat je jouw percelen bemonsteren als je mee doet aan derogatie, dus die kosten heb je al gemaakt. Door de analyses daadwerkelijk te gebruiken en hier op te anticiperen, benut je de informatie maximaal”, stelt Martin. Rakesh beaamt dit. “Onderzoekslaboratoria leveren heldere en duidelijke informatie over de toestand van mijn percelen. Denk hierbij aan stikstof leverend vermogen, de pH en mineralenhuishouding. In de toekomst zou ik mijn percelen wel in kaart willen brengen met een drone, maar daar is het nu misschien nog wat te vroeg voor”. Zodra de bodemanalyse beschikbaar is, wordt per perceel het gebruiksdoel bepaald. De huiskavel is vrij royaal en het verse gras wordt maximaal gebruikt voor het weiden van de koeien. Per perceel bepalen Martin en Rakesh met behulp van een rekenprogramma de hoeveelheid drijfmest en kunstmest die ze per snede gaan toedienen. Door water toe te voegen aan de drijfmest wordt de werkingscoëfficiënt van de mest verhoogd van circa 45 naar ruim 60 procent. (Bron: bemestingadvies.nl). Bijkomend voordeel is dat het sleepslangen ook eenvoudiger werkt wanneer de mest dunner is. Door na het sleepslangen te wiedeggen, wordt het benutten van de mest nog verder geoptimaliseerd.

Het weer is baas

Doordat de drijfmest gerichter en effectiever wordt toegepast, hoeft er minder kunstmest te worden gestrooid. Rakesh geeft aan dat er wel degelijk haken en ogen aan dit verhaal zitten. “Die afweging blijft lastig. Als je nu bespaart op de aankoop van kunstmest, weet je nog niet zeker of je volgende voorjaar niet toch meer krachtvoer moet kopen om goed te kunnen blijven melken. Op perceel niveau bemesten hangt samen met het bepalen van het oogstmoment. Met oogsten wachten we dan ook niet tot het theoretische optimum. Als het weer het toelaat en er staat een mooie snede dan maaien we. Hier in Friesland zeggen we, Het weer is baas. Het komende seizoen is mijn plan om wat jonger ‘pittiger’ gras te gaan oogsten. Het hoofdaandeel van het rantsoen is namelijk gras en graskuil. Dat past voor mijn gevoel ook bij een verantwoorde manier van melk produceren. Daarom streef ik ernaar om gras van een zo hoog mogelijke kwaliteit te telen”.

Ik heb mensen om me heen nodig die me scherp houden

Sinds ruim drie jaar worden de koeien gemolken met 2 Lely robots. Het gemiddeld aantal melkingen ligt momenteel op 3,4, maar zodra de koeien naar buiten gaan loopt dit wel iets terug. “Ik voer al jaren een hoogwaardige productiebrok.  Als koeien gezond zijn en met weinig problemen hun melk kunnen geven dan komt dat later vanzelf weer op je aan” aldus Rakesh.  “Ik hou er van om voorop te lopen . Mijn vader was en is daarin mijn voorbeeld.  Als ondernemer hoef ik daarbij niet van al de verschillende aspecten binnen het bedrijf de details te kennen, als ik er maar voor zorg dat ik de juiste adviseurs om me heen heb. Martin en ik zijn op elkaar ingespeeld en houden elkaar op een plezierige manier scherp”.

 

Kopziekte is eenvoudig te voorkomen

In 2021 was het rond deze tijd van het jaar in grote delen van het land nog lang koud en nat. Toen het gras eenmaal goed begon te groeien, deed zich een opvallend groot aantal gevallen van kopziekte voor. Een aandoening welke tegenwoordig niet erg vaak meer wordt gezien in vergelijking tot enkele tientallen jaren geleden. Welke verschijnselen kunnen duiden op kopziekte en wat zijn de risicofactoren?

Welke symptomen kunnen duiden op kopziekte?

Kopziekte wordt ook wel ‘grastetanie’ genoemd en de oorzaak is een magnesiumtekort in het bloed. De grootte van het tekort bepaalt hoe ernstig de symptomen zijn (Tabel 1.). In de meest typische en ernstige gevallen liggen de dieren plat op hun zij met naar achter geslagen kop. Pijnlijke verkramping van de spieren wordt afgewisseld met het heftig slaan van kop en poten.

Kén de risicofactoren en voorkom problemen

Niet alleen een ontoereikende magnesiumvoorziening, maar ook een overmaat aan kalium in het rantsoen kan een magnesiumtekort veroorzaken. Kalium vermindert namelijk de opname van magnesium in het bloed. Het bemestingniveau, de weersomstandigheden en het aandeel gras in het rantsoen, bepalen samen het risico op het optreden van kopziekte.

Koude, natte weersomstandigheden kunnen in het voor- of najaar de grasgroei flink afremmen. Wanneer de grasgroei vervolgens abrupt op gang komt is het risico op kopziekte het grootst. Koeien worden dan geweid op percelen met snel groeiend gras wat veel kalium en weinig magnesium bevat. Het snel groeiende voorjaarsgras bevat doorgaans ook veel ruw eiwit, wat in de pens de magnesiumabsorptie nog verder onderdrukt.

Let vooral bij een hoog grasaandeel op magnesium én kalium in het rantsoen

Op bedrijven waar het rantsoen naast vers gras ook uit een stalrantsoen (graskuil, mais en krachtvoer) bestaat, is de kans op het ontstaan van kopziekte veel kleiner. Mais bevat weinig kalium en is daarmee gunstig voor de K:Mg verhouding in de pens. Via het krachtvoer wordt een deel van de magnesiumbehoefte gedekt. Wanneer zich op een bedrijf één of enkele gevallen van kopziekte voordoet, is het verstandig de hele koppel van extra magnesium te voorzien. Dit kan met behulp van los magnesium via het voer, via het krachtvoer of via complete mineralenmengsels, afhankelijk van de bestaande bedrijfssituatie. Vraag uw voeradviseur voor meer informatie.

 

Tip 1: Start in het voorjaar met beperkt weiden, zodat voldoende kuil, mais en krachtvoer worden opgenomen.

Tip 2: Hoogproductieve dieren hebben de hoogste magnesiumbehoefte. Zorg daarom voor voldoende krachtvoeropname. Krachtvoer bevat altijd extra magnesium.

 

Dalende voederwaarde bij lagere stikstofgift

De prijzen voor kunstmest lopen op en dat maakt het verleidelijk om op de stikstofgift te besparen. Het is echter goed om te weten dat bezuinigen op kunstmest grote gevolgen heeft voor de grasopbrengst en de kwaliteit van het gras.  

Als er onder normale omstandigheden voor de eerste snede 25 kuub drijfmest bemest wordt en 300 kilogram KAS (27% N) dan is dat een totale stikstofgift van 120 kilogram. In tabel 1 is het te verwachten effect op de kwaliteit van het gras weer gegeven bij een 120 kg lagere kunstmestgift.

Tabel 1. Dalende voederwaarde bij 25% minder stikstof bemesten.

 

In het voorbeeld is te zien dat de totale drogestofopbrengst 6% lager uitvalt en dat het RE-gehalte per kilogram drogestof zelfs 9% lager is!

Ruwvoer van goede kwaliteit is de basis voor de melkproductie. Minder kunstmest strooien heeft dus als gevolg dat er een extra eiwitaanvulling nodig is of dat de melkproductie zal dalen.

 

 

Fuite levert graszaad

Hoe verhoog ik de eiwitbenutting op mijn bedrijf?

Eiwit… het is essentieel  maar tegelijkertijd ook kostbaar om aan te kopen. Door hoogwaardig ruwvoer te telen kunt u besparen op eiwit aankoop. Wij geven hieronder enkele tips. 

1 Broeiremmer

Binnenkort wordt de eerste snede weer gemaaid. Voldoende, smakelijk ruwvoer, van goede kwaliteit is de basis van de moderne veehouderij. Goed en smakelijk ruwvoer betekent gezonde dieren met een hogere melkproductie en een beter voersaldo! Gebruik altijd een conserveringsmiddel. Welk middel u kiest is afhankelijk van het DS-gehalte.

2 Benut de data die aanwezig is op uw bedrijf

Bodemanalyes, ruwvoer onderzoek en de data uit de KLW zijn een bron van informatie. Gebruik deze gegevens zodat de juiste meststof in de juiste hoeveelheid kan worden toegepast. Veehouder Rakesh past precisie bemesting toe. 

3 Droge kuilen bevatten kwalitatief  goed eiwit

Wanneer u het gras op het juiste moment geoogst hebt, komt het aan op goed inkuilen. Voor de benutbaarheid van het eiwit raden we aan om het kuilgras droog in te kuilen. In droge graskuilen gaat namelijk minder eiwit verloren als ammoniak in het inkuilproces. Er blijft meer darm verteerbaar eiwit over. Het eiwit uit droge kuilen is dus beter verteerbaar en dus kan er ook gemakkelijker melk van gegeven worden.

4 Zorg nu voor goede voersnelheid 

Ook broei voorkomen is belangrijk. Met broei gaat immers voederwaarde – inclusief kostbaar eiwit- verloren. Eén belangrijk punt daarbij is een voersnelheid van minimaal 1,5 meter per week behalen. Hoe hoog en breed mag uw kuil dan worden? Dit is hét moment om ervoor te zorgen dat u komend jaar een goede voersnelheid gaat behalen.

Vragen of advies?

Wanneer u bovenstaande tips toepast kan uw eigen geteelde eiwit goed benut wordt en hoeft u minder eiwit aanvulling te kopen. Ook produceren uw dieren zo gemakkelijker en gezonder veel liters met een laag ureum- en goed eiwitgehalte. Dat levert u geld op. Onze adviseurs vertellen u er graag meer over. Neem hier contact op met hen.

Duurzaam produceren. Hoe werkt dat?

Gebrs Fuite produceert hoogwaardig veevoer, dat rechtstreeks op het boerenerf wordt geleverd. Als producent van diervoeding zijn wij een schakel in de voedselketen. Dagelijks leveren wij een bijdrage aan het duurzaam produceren van veilig en gezond voedsel.

Duurzaamheid is een actueel thema. Hoe gaat Gebrs. Fuite hiermee om?

Dit is een breed thema waar op meerdere aspecten invulling aangegeven kan worden. Denk bijvoorbeeld aan circulariteit. Het is goed om je bij veevoer productie te realiseren dat van alle grondstoffen die voor diervoeder worden gebruikt, het overgrote deel niet geschikt is voor humane consumptie. Sterker nog; bij het produceren van voedsel voor menselijke consumptie ontstaan co-producten. Resten die overblijven bij de voedselproductie waar mensen niets mee kunnen maar die door dieren kunnen worden omgezet in hoogwaardige producten zoals vlees, melk en eieren. Een voorbeeld hiervan is bietenpulp. Na het verwerken van suikerbieten voor de suiker productie blijft de bietenpulp over. Gebrs. Fuite verwerkt deze pulp in diverse veevoeders. Anderzijds lopen Nederlandse veehouders op kop wat betreft voer efficiëntie. Ze realiseren de laagste voederconversie (en dus de laagste uitstoot) per kg voedsel.

Rentmeesterschap is een belangrijk thema binnen Gebrs. Fuite. We zijn ons er terdege van bewust dat…

Gebrs Fuite is aangesloten bij Nevedi. Deze vereniging van diervoederproducenten heeft belang bij voldoende beschikbaarheid van diervoedergrondstoffen tegen acceptabele prijzen. De ambitie hierbij is het importeren en gebruiken van diervoedergrondstoffen die aantoonbaar duurzaam zijn. Denk hierbij aan gecertificeerde palm en  soja-producten. De diervoederindustrie levert overigens al een wezenlijke bijdrage aan het verlagen aan de footprint van ons voedsel door reststromen van humane consumptie te gebruiken voor dierlijke voeders.

 

Op welke manier wordt verantwoorde productie door Fuite vormgegeven?

Bij het productieproces wordt bijvoorbeeld continu gezocht naar energiebesparing. Verder werken wij bijna uitsluitend met elektrische machines. Voorbeelden hiervan zijn de elektrische loskraan en de elektrische heftrucks. Momenteel wordt er ook, in het kader van de Europese doelstellingen, verder nagedacht over opwekken van eigen windenergie. Samen met andere lokale ondernemers en de lokale overheid wordt er naar gestreefd om het industrieterrein verder te verduurzamen gedurende de komende jaren.

 

Met welke actuele thema’s heeft Fuite momenteel te maken?

Een grotere inzet van alternatieve eiwitbronnen is momenteel een belangrijk thema. Daarnaast wordt ingezet op verduurzaming van andere diervoedergrondstoffen en het maximaal gebruiken van non-food diervoedergrondstoffen.

×

Hallo!

Neem contact op met een medewerker van de binnendienst via WhatsApp of stuur een mail naar: info@fuite.nl

× Hoe kan ik je helpen?